Om de rechtmatigheid binnen de Wmo en de Jeugdwet te controleren en onderzoeken, hebben gemeenten een toezichthouder nodig. Binnen de Wmo is dit verplicht, binnen de Jeugdwet wordt het sterk aangeraden. Hoe gaan de gemeenten hiermee om? Hoe richten ze het in? Waar lopen ze tegenaan? En wat komen ze tegen? Team Zorg van VNG Naleving legt deze en andere vragen voor aan toezichthouders van verschillende gemeenten.
Amarins Muizelaar, sinds 1 april 2017 Kwaliteitstoezichthouder Wmo, Juridisch medewerker Fraude Sociaal Domein bij de gemeente Ede.
Hoe is het toezicht op en handhaving van de Wmo 2015 en de Jeugdwet georganiseerd in Ede?
In de gemeente Ede hebben wij het toezicht belegd bij de afdeling Wmo en afdeling Ontwikkeling en Kwaliteit. In april 2017 ben ik in dienst gekomen bij de gemeente Ede, onder meer om als kwaliteitstoezichthouder Wmo aan de slag te gaan, maar ook als juridisch medewerker. In januari 2018 startte Wilmi Egelmeers als fraudepreventiemedewerker Wmo. Zij is ook aangesteld als toezichthoudend ambtenaar Rechtmatigheid. Met haar werk ik zeer nauw samen.
De inspectiebezoeken worden uitgevoerd door de Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM). Zij zijn in 2015 aangesteld als toezichthoudend ambtenaar.
In onze gemeente wordt nu op basis van signalen, incidenteel onderzoek verricht. Uiteindelijk is ons streven dat wij naar structureel toezicht gaan.
De focus van Wilmi en mij ligt nu met name op preventie. Voor onze collega’s hebben wij een presentatie gemaakt, waarin wij aandacht besteden aan fraudesignalen. Dit moet bijdragen aan het ontstaan van meer ‘fraude-alertheid’. Wij hebben de presentatie nu alleen nog aan de consulenten Wmo en de sociaal teamleden gegeven, maar willen die ook aan andere afdelingen gaan geven.
Onder preventie valt ook de screening van zorgaanbieders voor aanbesteding. Dit willen wij verder ontwikkelen.
De signalen over kwaliteit en zorgfraude komen nu bij Wilmi terecht. Zij maakt een afweging - na vooronderzoek - of zij dit verder zelf gaat onderzoeken of dat dit bij mij terechtkomt. Indien het een kwaliteitsmelding betreft, dan is het mijn taak om VGGM een opdracht te geven voor een inspectiebezoek. Zodra wij van VGGM een definitief inspectierapport ontvangen, bespreken wij dit in een multidisciplinair overleg. Op basis van de uitkomsten van dit overleg worden de eventuele vervolgstappen bepaald.
We noteren alle meldingen op onze meldingenlijst. Deze lijst draagt er aan bij dat wij kunnen nagaan waar de meeste meldingen over gaan. Deze meldingenlijst bevat niet alleen zorgaanbieders die binnen onze gemeente zorg verlenen, maar wij proberen ook het regionale nieuws te volgen. Dat is nodig omdat er zorgaanbieders zijn die de gemeentegrenzen over trekken.
Waar zitten vooral de mazen waardoor malafide zorgaanbieders de zorgwereld kunnen (blijven) betreden?
Heel kort door de bocht: wet- en regelgeving. Malafide zorgaanbieders maken onder meer ten volle gebruik van het feit dat de informatie-uitwisseling én samenwerking tussen verschillende ketenpartners niet optimaal is. Een praktijkvoorbeeld vanuit onze gemeente is dat een zorgaanbieder die hier de zaakjes niet op orde had ergens anders in het land is verdergegaan. Gelukkig was de toezichthoudend ambtenaar van deze gemeente heel alert, maar zelfs dan is het nog lastig om een zorgaanbieder te weren.
Als tweede wil ik noemen de focus van de gemeenten. Die focus lag in eerste instantie meer op de implementatie van de Wmo en op het doorontwikkelen daarvan. Langzamerhand zie je dat gemeenten zich gaan focussen op het toezichthouden binnen de Wmo. Malafide zorgaanbieders hebben een gat in de markt gezien en zijn daarin gedoken.
Ten slotte wil ik de openbaarheid van rapportages noemen. Niet alle gemeenten maken hun inspectierapporten openbaar, daarin bespeur ik nog een grote terughoudendheid. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd maakt rapportages op basis van risicotoezicht en thematisch toezicht actief openbaar.
Er zijn vast nog andere mazen te benoemen, maar deze drie zijn vanuit mijn huidige praktijk de belangrijkste.
Wat zijn de belangrijkste elementen om toezicht en handhaving effectief in te kunnen richten?
- Een centraal meldpunt binnen de gemeente
- Een fraudepreventiemedewerker Wmo
- Beleids-, handhavings- en kwaliteitskaders
- Aandacht voor preventie aan de poort, intern en extern
- Aansluiten op het Informatieknooppunt Zorgfraude (IKZ)
- CRM-systeem
- Samenwerking in de gehele ketem
Welke casus staat voor jou symbool voor de noodzaak om fraude tegen te gaan?
Elke casus staat symbool voor de noodzaak om fraude tegen te gaan. Maar in het kader van zorgaanbieders die gemeentegrenzen over trekken vind ik deze interessant.
In 2015 mocht een zorgaanbieder op last van de Inspectie voor de Gezondheidszorg geen zorg meer verlenen. Er waren ernstige tekortkomingen in de kwaliteit en de veiligheid van de zorgverlening geconstateerd. De zorgaanbieder heeft daarop een nieuw bedrijf opgericht en alle cliënten daar ondergebracht. Feitelijk was de zorg op dezelfde wijze georganiseerd.
De zorgaanbieder had ook zijn aandachtsgebied verlegd. Niet alleen meer cliënten met een Wlz-indicatie, maar ook cliënten met een Wmo-indicatie. Op last van de Inspectie voor de Gezondheidszorg werd de zorgaanbieder voor een tweede maal verzocht om de zorgverlening te staken. Dit alleen voor de cliënten met een Wlz-indicatie.
De gemeente is een eigen onderzoek gestart. Het inspectierapport van VGGM was de aanleiding om geen beschikking meer af te geven en de cliënten elders onder te brengen.
Deze zorgaanbieder heeft zijn boeltje gepakt en heeft het – zoals al eerder gezegd – in een andere gemeente opnieuw geprobeerd.
Hoe ziet jullie samenwerking met andere regiogemeenten en partners in de keten eruit?
Wij hebben inmiddels ons eerste regio-overleg gehad bij de gemeente Arnhem. En onze gemeente zal het tweede regio-overleg ergens in november gaan organiseren. Je merkt bij een regio-overleg dat er een diversiteit aan mensen, kennis en ervaring zit. Deze kennis en ervaring kun je gebruiken om van elkaar te leren, maar is ook uitermate geschikt voor informatie-uitwisseling en wellicht om in de toekomst samenwerkingsverbanden creëren.
Leren jullie als gemeente veel van andere gemeenten of partners en vice versa?
Wilmi en ik hebben een aantal werkbezoeken en cursussen gedaan, sommige samen en andere apart. Gelukkig zijn er anderen (gemeenten, maar ook de SVB) bereid om tijd vrij te maken en de kennis die zij hebben te delen. Niet alles is direct toepasbaar, maar het geeft wel richting en sturing aan hetgeen je wilt bereiken met z’n allen. Wat met name belangrijk is, is het hebben van een goed netwerk, waar je op kan terugvallen als dat nodig is. Het is meer dan alleen elkaar helpen bij het aanpakken van een fraudeonderzoek. Ook op het gebied van de verordening en beleidsregels kun je kennis uitwisselen. Maar denk ook aan praktische zaken zoals voorbeeldbrieven die je naar cliënten of zorgaanbieders kunt versturen.
Wat zijn de recente ontwikkelingen in Ede?
De gemeente Ede heeft ervoor gekozen om Wilmi, die consulent Wmo is, ook als fraudepreventiemedewerker Wmo aan te stellen. Haar aanwezigheid op de afdeling zorgt ervoor dat collega’s eerder geneigd zijn om iets te overleggen of te melden. Dit levert voor ons casuïstiek op.
Een casus hoeft niet altijd tot een onderzoek te leiden. Maar het kan wel leiden tot verbetering van werkprocessen of aanpassing van beleidsregels of overeenkomsten met de zorgaanbieders. Sommige casussen voorzien we van een juridisch advies, met name wanneer een casus zich bevindt op het snijvlak van fraude en kwaliteit.
Ook zijn wij van plan om dit jaar voor het eerst een jaarrapportage te maken. Die zal onder meer informatie bevatten over het aantal meldingen, of het een fraude- of kwaliteitsmelding betreft en wat de verbeter- en aandachtspunten zijn voor het komende jaar.
Hiermee willen wij het toezicht gaan doorontwikkelen van signaalgestuurd naar structureel toezicht.
Als je andere gemeenten drie korte tips mag geven, welke zouden dit dan zijn?
- Aandacht en draagvlak creëren voor zorgfraude binnen je eigen gemeente;
- Eén aanspreekpunt voor het doen van meldingen van zorgfraude of kwaliteit;
- Daarna gewoon beginnen.