VNG Magazine nummer 6, 15 april 2022
Tekst: Leo Mudde | Beeld: Bert Beelen
Boven de deur hangt een levensgrote Oekraïense vlag met een driedubbele groet: вітањ, welcome, welkom. Het komt ook terug in het wachtwoord voor de wifi. Beuningen doet er alles aan om de vluchtelingen het gevoel te geven dat ze welkom zijn. Ook al blijven ze maar een paar dagen in sportzaal Tinnegieter.
Woensdagavond 9 maart kreeg de Beuningse gemeentesecretaris Dyanne Kocken het telefoontje. Direct daarna belde ze met burgemeester Daphne Bergman: ‘Zit je? We zijn aangewezen als locatie voor crisisopvang.’ Dan moet je snel gaan schakelen, zegt Bergman, terugkijkend. De volgende dag, donderdag, zou het formele verzoek volgen en zondag moest de crisisopvang operationeel zijn. Drie dagen.
Dat is nu ruim een maand geleden. Aan niets is meer te merken dat de sportzaal Tinnegieter toen met stoom en kokend water moest worden getransformeerd van een sporthal/sportcafé in een opvanglocatie voor maximaal 250 vluchtelingen. Ruim twee jaar was de Tinnegieter in verband met corona gesloten, en net toen ze weer open was gegaan, kwamen de vluchtelingen. Beheerder Chantal Weijdt blijft er nuchter onder. ‘Het is geen moment een punt van discussie geweest.’ Ze doet even een stap opzij om een jongetje dat dwars door de caféruimte fietst, te laten passeren. ‘Natuurlijk werkten we hier graag aan mee.’
Op het gemeentehuis brak die woensdagavond de hectiek uit. Om zeven uur kwamen de ambtenaren onder leiding van de coördinator crisisopvanglocatie, Yvonne Kuijpers, bijeen. Zij zegt: ‘We moesten direct aan de slag met de communicatie, de ICT moest worden ingericht, we hebben een plattegrond van de Tinnegieter gemaakt, onderzocht wat er nodig was aan faciliteiten, welke maatschappelijke partijen we nodig hadden, wat we moesten inkopen. De ochtend daarop zijn we direct in groepjes aan de slag gegaan en gelijk gaan bestellen: bedden, kluisjes, douches, maar ook dingen als shampoo en maandverband.’
Een van de eerste partijen die een telefoontje van de gemeente kregen, was evenementenorganisator MOJO, een bekende in Beuningen vanwege het muziekfestival Down The Rabbit Hole. ‘MOJO is gewend snel iets op te bouwen en heeft veel connecties. Daar konden we nu goed gebruik van maken.’
Bed, bad, brood
Bed, bad, brood – dat is de basis voor crisisopvang. De inwoners van Beuningen vonden dat te mager en kwamen spontaan met speelgoed, kleding, een kolfapparaat. De kringloopwinkel leverde stoelen bij de sportzaal af. Nog steeds blijven de goederen komen. Bed-bad-brood-plus, noemt Beuningen het aanbod. Om te voorkomen dat iedereen met de beste bedoelingen naar binnen loopt, staat buiten een container die om het halfuur moet worden geleegd, waarna vrijwilligers ervoor zorgen dat het op de goede plek terechtkomt. De tribunes staan vol met kledingrekken, schoenen en dozen met kleding. Op de dozen staat in het Oekraïens voor wie, en de maat: хлопчики 80 en дівчата 86, jongens en meiden. Een grote ruimte is ingericht als speelkamer; overal liggen knuffels, speelgoed, fietsjes en skateboards. Daarachter is een zithoek waar de oudere jeugd kan gamen. Buiten staan rijen douches, maar in de praktijk blijken veel moeders met hun kinderen liever de ruime doucheruimte van de sportzaal te gebruiken.
Mensen hebben vaak geen idee wat een gemeente moet doen om dit netjes te regelen
Huisdieren
Aan een muur staan de door MOJO geleverde kluisjes met telefoonopladers. Het is het eerste wat de mensen doen zodra ze zijn aangekomen, de telefoon aan de lader hangen. Het apparaat is onmisbaar voor het contact met de in Oekraïne achtergebleven mannen en (groot)ouders. Ook is er een geïmproviseerde dierenopvang, want veel vluchtelingen hebben hun hondje, kat of cavia meegenomen. Zelfs een rat maakte de reis naar Beuningen. Officieel zouden die allemaal naar een asiel moeten. Kuijpers: ‘Die mensen hebben dat dier bij zich gehad tijdens hun vlucht naar Polen, en daarna nog uren in de bus, zouden ze het dan hier moeten inleveren? Dat doen we niet.’
De sportzaal zelf staat vol bedden, voorzien van vrolijke dierenplaatjes zodat kinderen hun eigen bed kunnen terugvinden. Privacy is hier nauwelijks, maar dit is dan ook een crisisopvang voor enkele nachten, negen maximaal, daarna volgt de noodopvang waar meer comfort en privacy is. Hier ook twee marktkraampjes, het verzamelpunt van de meer dan 150 vrijwilligers. Op flip-overs zijn de dagelijkse werkzaamheden en de dagindeling duidelijk omschreven.
Burgemeester Bergman is trots op wat haar medewerkers en de vrijwilligers in korte tijd voor elkaar hebben gekregen. Uiteindelijk zijn zo’n veertig ambtenaren van Beuningen, naast hun reguliere werk, bij de crisisopvang betrokken. Dat begon met het sjouwen van bedden en benches voor de honden en katten, maar achter het fysieke deel schuilt een hele backoffice die zich bezighoudt met juridische zaken, verzekeringen, contracten die goed afgetimmerd moeten worden omdat er later verantwoording over moet worden afgelegd. ‘Vergeet niet dat we net tweeënhalf jaar corona achter de rug hebben, en dat er schaarste is op de arbeidsmarkt. Mensen hebben vaak geen idee wat een gemeente allemaal moet doen om dit netjes te regelen’, zegt Bergman.
Ze is onder de indruk van de inzet van haar medewerkers: ‘Een van hen was net terug van zwangerschapsverlof, die kwam toch helpen, ze nam de baby in de Maxi-Cosi mee.’
Tolken
Joëlle van der Pol is namens de gemeente verantwoordelijk voor de afspraken met de lokale EHBO- en welzijnsorganisaties voor de inzet van vrijwilligers, EHBO’ers en tolken. In Beuningen en omstreken bleken verrassend veel inwoners het Oekraïens en/of Russisch te beheersen, zegt zij. ‘Die tolken zijn van onschatbare waarde. Niet alleen voor de dagelijkse communicatie over praktische zaken, zij horen ook de indrukwekkende verhalen van de vluchtelingen als eersten. Het werk gaat hier 24/7 door. Vaak komt er midden in de nacht een bus aan, dan komen ze ook.’
Beuningen geeft gul aan zijn tijdelijke gasten. Van der Pol: ‘Toen in Heumensoord in Nijmegen Afghanen werden opgevangen, wisten we dat het overspoeld werd door een aanbod van kleding. Dat gebeurde hier ook. Je kunt natuurlijk niet alles gebruiken. Via de lokale buurthulppagina op Facebook zijn we toen gericht gaan vragen wat we nodig hebben: kleine kindersokjes, babycrème, beha’s, herenschoenen maat 43. Dat werkt enorm goed.’
Bergman vindt deze crisis bijzonder om mee te maken. ‘Dit grijpt zo enorm in op het leven van mensen, veel meer dan corona. Oorlog maakt mensen onzeker, ook in Beuningen. En dit is ook niet weg binnen een paar weken. Daarom is het belangrijk dat we blijven communiceren. Hoe houden we het samenleven met elkaar in stand? Je hoort weleens dat een crisis zeven wittebroodsweken kent, daarna gaan mensen weer aan hun eigen zaken denken. Dus we moeten met elkaar in gesprek blijven. Wat hier tot stand is gebracht is zo mooi, dat moeten we koesteren en vasthouden.’