VNG Magazine nummer 6, 15 april 2022

Tekst en beeld: Rutger van den Dikkenberg

Veel sociale interactie, grote belangen: de gemeente is bij uitstek een onderwerp voor een roman. Toch is er in boeken amper aandacht voor het stadhuis en wat zich daarbinnen afspeelt. Want de politiek past niet in de Nederlandse literaire cultuur.
 

Literatuur

Burgemeester Robert Walter van Amsterdam ziet zijn vrouw op de nieuwjaarsborrel wat al te enthousiast praten met die oersaaie wethouder en vermoedt dat ze vreemdgaat. In de periode daarna ziet hij telkens signalen die zijn angst bevestigen: het zal toch niet dat zíj, met hem…?
De roman De greppel van Herman Koch uit 2016 is een van de zeer weinige literaire werken die zich afspelen tegen een gemeentelijke achtergrond, zonder overigens echt politiek te worden. Hoofdpersoon Robert Walter bezoekt borrels, ontmoet staatshoofden met wie hij stiekem staat te roken en wordt bij de huldiging van landskampioen Ajax door voetbalsupporters uitgejouwd omdat het feest niet op het Leidseplein mag plaatsvinden, maar op het tochtige plein voor de Johan Cruijff ArenA.
Stapels en stapels non-fictieboeken zijn geschreven over hoe een gemeente te besturen is, en hoe je je in een politieke situatie staande houdt, maar in de literatuur is ‘de gemeente’, en in bredere zin ‘de politiek’ een haast onbeschreven blad. Politieke romans of thrillers zijn er amper.

Sociale interactie
Hoe komt dat toch? De gemeenteraad is bij uitstek een plek met veel sociale interactie en waar personen met verschillende wereldbeelden samenkomen, en waar ambitieuze mensen op hun plek zijn. Hetzelfde geldt voor het college en de ambtenarij. Een ideale setting voor een roman, zou je zeggen. Toch komt het er niet van. In het kader van de Boekenweek, die nog tot en met maandag plaatsvindt, duikt VNG Magazine in de literatuur.

Literaire cultuur
De politieke roman past niet in de Nederlandse literaire cultuur en traditie, zegt hoogleraar Literatuurwetenschappen Mathijs Sanders van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is gespecialiseerd in de Nederlandse literatuur van de twintigste en eenentwintigste eeuw. Daarvoor, in de negentiende eeuw, waren er wel politiek getinte romans, zegt Sanders. ‘Maar in de moderne literatuur zijn we dat kwijtgeraakt. Veel schrijvers zien het niet als een literair onderwerp. En in de vroege twintigste eeuw kregen auteurs een afkeer van zogeheten tendensliteratuur.’
In dat soort werk worden politieke overtuigingen gepredikt, of misstanden aan de kaak gesteld; denk bijvoorbeeld aan Multatuli’s Max Havelaar uit 1859. Sanders: ‘Zulke boeken kunnen gelezen worden als een politiek pamflet in plaats van als literatuur. Nederlandse auteurs willen juist niet te politiek worden en daarvan wegblijven.’

Vreemdgaan
Ook Koch schreef met De greppel geen politieke roman, zegt hij. ‘Ik had zin om een boek te maken over vreemdgaan, vanuit een ik-persoon die iemand verdenkt, maar het niet zeker weet. Die twijfel wilde ik beschrijven. Vreemdgaan is eigenlijk geen maatschappelijk taboe meer, al kan het natuurlijk wel een gezin overhoopgooien. Het is wél erg als het een publiek figuur betreft. Dan krijg je ook te maken met pers en met roddelbladen. Dat maakt de schade groter en maakt het extra pijnlijk.’
Koch: ‘Ik koos voor de burgemeester van Amsterdam als ik-persoon, omdat dat nog het dichtst bij mijn eigen ervaring zit. Ik woon al een tijd in de stad en zie welke publieke evenementen er op de burgemeester afkomen. Daar heb ik me in het boek toe beperkt.’ 
Het eerste exemplaar van De greppel werd in ontvangst genomen door wijlen burgemeester Eberhard van der Laan. ‘Ik wilde geen satire schrijven’, zegt Koch. ‘Juist mijn warme sympathie voor hem maakte het makkelijk dit boek te schrijven.
Nederlandse romans, zegt Sanders, gaan veel over familie- en gezinsrelaties, zoals uiteindelijk ook De greppel, en focussen op de ontwikkeling van personages. Het is daarom ook dat veel werken zich afspelen op scholen of tijdens de Tweede Wereldoorlog: gebeurtenissen die personages vormen en kneden. Sanders vermoedt dat ook de lezer niet per se zit te wachten op de Grote Gemeenteroman. ‘Mensen identificeren zich maar moeilijk met de gemeente’, ziet hij. ‘Dat zag je bijvoorbeeld ook met de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen, waar net iets meer dan de helft van de kiezers op kwam dagen. Het is niet echt een onderwerp waar lezers een affectieve relatie mee hebben.’

Ideaal romanpersonage
De ruimte voor een gemeenteroman is er op zich wel, zegt Sanders. Gemeenten opereren door de decentralisaties in een heel ander, complexer werkveld. ‘Dat is technisch, maar wel stof voor een roman. Maar gek genoeg gebeurt dat niet.’
Ook auteur Peter Middendorp ziet wel ruimte voor zo’n roman. Middendorp, die onlangs zijn nieuwe roman Neven uitbracht, publiceerde sinds 2007 vier jaar lang columns in het gratis dagblad De Pers waarin hij de politiek in de Tweede Kamer volgde. Hij monitorde er de Haagse mores. ‘De Kamer is een dorp’, zegt hij. ‘Zo heb ik het ook bekeken in mijn columns.’

Mensen identificeren zich maar moeilijk met de gemeente

De politiek, weet hij, is bij uitstek geschikt als romanonderwerp. ‘In een parlement of gemeenteraad komen heel veel mensen samen, die allemaal iets willen. Dat is heel belangrijk voor een verhaal. Wat ze willen, lukt niet direct, of het loopt anders dan gehoopt. Een raadslid kan een ideaal romanpersonage zijn. Het is alleen niet zo sexy voor de achterflap: een nieuwe ambitieuze politicus wil de infrastructuur verbeteren en stuit op tegenwerpingen van andere partijen. Ik weet niet of dat zo’n verkoopsucces zou zijn.’
Middendorp publiceerde in 2002 zijn debuutroman Noordeloos, over een jongen, Bart Jongevos, die in het dorp blijft wonen waar zijn ouders en grootouders zijn opgegroeid. Hij raakt er in tweestrijd met zijn concurrent, Mark van Boven, die in alles beter en gewiekster is dan hij. Van Boven wordt – zijsprong in het verhaal – lijsttrekker van Dorpsbelang, en plaatst zich daarmee recht tegenover alles waar Jongevos voor staat. Een politieke roman is het niet, zegt Middendorp. ‘Het boek gaat over tegenstellingen.’

Ingebed
In het buitenland zijn politieke romans veel meer ingebed in de literaire cultuur dan in Nederland, met de kanttekening dat zulke romans zich vaak niet afspelen bij de overheid, maar in de samenleving. Sanders noemt de Duitse auteur Juli Zeh, die een aantal gezaghebbende romans schreef die zich afspelen op het Duitse platteland en die gaan over politieke verhoudingen en spanningen daar. De Franse auteur Michel Houellebecq schreef eveneens een aantal politiek getinte romans.
En in Oostenrijk verscheen in 2017 Die Hauptstadt van Robert Menasse, dat wordt gezien als de eerste roman over de Europese Unie. Sanders: ‘Dat boek is in enorm veel vertalingen uitgebracht, terwijl het in feite een onmogelijk onderwerp is. Maar Menasse gaat vooral in op de het menselijke aspect, het najagen van baantjes bijvoorbeeld.’

Begrip kweken
Het is niet dat er geen gemeentelijke romans zijn. René Verhulst, nu de burgemeester van Ede, schreef tussen 2002 en 2006 vier boeken die zich afspelen bij de gemeente Utrecht, waar hij tussen 1994 en 2005 achtereenvolgens raadslid en wethouder was. Met de boekenreeks probeerde hij bij de inwoners meer begrip te kweken voor hoe het stadsbestuur werkt, zei hij destijds in VNG Magazine. ‘Door de discussies weer te geven en de dilemma’s te schetsen, maak ik duidelijk dat niet alles wat de burger wil, ook zonder meer kan. We moeten keuzes maken.’

Een raadslid kan een ideaal romanpersonage zijn

En in 2005 verscheen in Amsterdam het boek Waterlooplein 2, een psychologische roman, met een volgens critici nogal seksistische insteek. Twee directeuren van de gemeente Amsterdam onderzoeken in het boek de mysterieuze zelfmoord van de gemeentesecretaris en vergrijpen zich onderweg aan de vele stagiaires op het Amsterdamse stadhuis. Het boek veroorzaakte ophef toen de echte gemeentesecretaris de hele oplage wilde kopen als kerstcadeau voor de bestuursdienst. Afgelopen februari was er een nieuwe rel rond het boek: medeauteur Martin Gravelotte, onder meer oud-directeur van Stadstoezicht in Amsterdam, was kandidaat voor Volt bij de gemeenteraadsverkiezingen, maar trok zich terug nadat het boek opnieuw werd opgerakeld.
Schrijver Arnon Grunberg ziet wel wat in een politieke roman, laat hij schriftelijk weten. ‘Bureaucratie is een zeer interessant gegeven’, schrijft Grunberg. ‘Het is lastig over bureaucratie te schrijven zonder Kafka over je heen te krijgen. Maar bureaucratie heeft zeker mijn interesse. Of dat in een roman moet worden behandeld is een andere vraag. Ik ga binnenkort embedded bij de SGP, ook de SGP op gemeentelijk niveau.’
In zijn roman Huid en Haar uit 2010, die zich grotendeels in de Verenigde Staten afspeelt, is een belangrijke rol weggelegd voor de borough president van de New Yorkse wijk Brooklyn. ‘Hoewel Amerika geen Nederland is, gaat dit wel degelijk over de bestuurslaag die wij hier gemeente noemen.’

Goed idee
Koch zou geen gemeenteroman weer willen schrijven. ‘Dat heb ik nu al gedaan’, zegt hij. ‘Ik ga niet nog eens een boek met een burgemeester en een wethouder maken.’
Middendorp twijfelt weleens over een politieke roman: gedurende zijn vier jaar als politiek columnist voor De Pers verzamelde hij al heel veel materiaal om zijn boek mee op te bouwen. ‘Als ik overtuigd ben van een goed idee en een krachtig personage, dan ga ik daar zeker mee aan de slag’, zegt hij. ‘Ik kan het decor goed gebruiken.’ Het is er tot nu toe niet van gekomen, omdat Middendorp na zijn columnreeks andere onderwerpen wilde aansnijden. ‘Anders ben ik voor eeuwig die auteur die over politiek schrijft.’
En Grunberg, heeft hij het weleens overwogen? ‘Nog niet, maar u brengt me op ideeën. Het zou een interessante poging kunnen zijn een ambitieuze politicus sympathiek te portretteren.’