VNG Magazine nummer 7, 25 april 2025
Tekst: Leo Mudde | Beeld: Ontwerpteam burobarzilay, Diep, HevoFame en veenenbosenbosch
Een gezonde buurt, waar jong en oud samenleven en waar mensen naar elkaar omzien, daartoe gestimuleerd door de inrichting van de openbare ruimte. Dit is de basis van het project BuurtSaam. Dronten is er blij mee.

Iedereen heeft recht op een gezonde en sociale buurt. Met dat principe als leitmotiv ging vorig jaar het project BuurtSaam van start, een gezamenlijk initiatief van het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa), Platform31 en de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Ook LSA, het landelijk samenwerkingsverband van actieve bewoners, doet mee.
Met uitdagingen als de vergrijzing, individualisering, het woontekort, mobiliteit, energie en een veranderd klimaat, is het belangrijk de buurt te herwaarderen, maar ook te herontwikkelen. BuurtSaam ondersteunt gemeenten en hun samenwerkingspartners met kennisontwikkeling en ontwerpend onderzoek om hun doelen en plannen voor een sociale en gezonde leefomgeving te realiseren.
Dronten
Zoals in Dronten, waar een verouderd woonzorgcomplex staat, De Regenboog, dat dringend aan renovatie toe is. De eigenaren, woon- en zorgorganisatie Coloriet en woningcorporatie OFW, klopten aan bij de gemeente. Simpelweg een nieuw gebouw neerzetten, dat is niet meer van deze tijd, zo bepleitten zij hun zaak. Want de organisatie van de zorg is niet meer dezelfde als vroeger. Zorg is meer een opdracht aan de samenleving geworden, een kwestie van omzien naar elkaar, in een omgeving die aantrekkelijk is voor jong en oud. De renovatie of nieuwbouw van De Regenboog zou daarmee zeer waarschijnlijk consequenties hebben voor de inrichting van de openbare ruimte. Die ruimte moet, zo besefte ook de gemeente Dronten, mensen stimuleren naar elkaar om te kijken.
De gemeente was blij met deze kans om een kwaliteitsslag in de openbare ruimte te maken. Murk Falkena, projectmanager Ruimtelijke ordening bij de gemeente Dronten, zegt eerlijk: ‘We konden er ook bijna niet onderuit om het integraal op te pakken. In de directe nabijheid van De Regenboog speelt nog een ander project, de vorming van een kindcentrum. Op die locatie staat nu nog een basisschool, het voornemen is om daar straks een nieuw complex van vijf basisscholen, kinderopvang en buitenschoolse opvang te realiseren. Voor dat project hadden we al een groot participatietraject met de buurt doorlopen. Daaruit bleek dat bewoners zeer betrokken zijn bij hun woonomgeving. Toen De Regenboog zich aandiende, was onze eerste reactie dan ook: moeten we nu weer zo’n traject optuigen? Mensen zijn inmiddels ook wel een beetje participatiemoe. Maar natuurlijk hebben we toch meegedaan en het heeft ook een mooi resultaat opgeleverd.’
Zorg is meer een opdracht aan de samenleving geworden
Unieke kans
Dat resultaat, dat is het Eindverslag Ontwerpend Onderzoek van BuurtSaam Dronten met de ondertitel ‘Een lonkend perspectief en kansen voor de buurt’. Daarin staat dat het gebied rond De Regenboog een unieke kans biedt voor transformatie, waarbij het parkachtige ontwerp fungeert als ‘lonkend perspectief’ voor de toekomstige ontwikkelingen.
Het plangebied, zegt Falkena, is bewust ruim gedefinieerd. Er is breder gekeken dan alleen De Regenboog en de directe ruimte eromheen. Door de parkstructuur met veel groen als basis te hanteren, maakt Dronten een flinke slag in zijn klimaatadaptatie-opgave. Veel groen gaat hittestress tegen en houdt water vast, en draagt bij aan een gezondere en meer leefbare buitenruimte waar het aangenaam toeven is voor jong en oud. Die mix komt ook terug in het gevarieerde woningaanbod.
Verhaal van de buurt
Het is ook het ‘verhaal van de buurt’ geworden, zegt Falkena. Behalve de inbreng uit het eerste participatietraject, hebben ook de ‘toekomstberaden’ – een soort burgerpanels – en sleutelfiguren uit de wijk meegedacht. Terugkijkend spreekt Falkena van een ‘mooi proces’.
Annette Duivenvoorden, projectleider bij Platform31 en daarmee een van de trekkers van BuurtSaam, ziet BuurtSaam als een concrete invulling van het programma Wonen en Zorg voor ouderen, een interdepartementaal programma van de ministeries van BZK, VRO en VWS. Het doel van dat programma is dat ouderen in een geschikte woning en leefomgeving met plezier kunnen wonen en kunnen verhuizen als ze dat willen. Precies wat Dronten ook beoogt als het tot uitvoering van het Ontwerpend Onderzoek komt. ‘De naam zegt het al, BuurtSaam gaat verder dan de eigen woning, het gaat om de setting in de buurt. Daarom werken we via LSA ook met bewoners samen. Naast mensen op leeftijd wonen er in een buurt nog veel meer andere kwetsbare inwoners. Dus je moet breder kijken, niet alleen naar de doelgroep ouderen.’
Toen Platform31 vorig jaar met BuurtSaam naar buiten ging om gemeenten er warm voor te krijgen, bleek het nog een aardige puzzel om die geïnteresseerd te krijgen. ‘Er komt al heel veel op gemeenten af en ze hebben beperkt capaciteit,’ zegt Duivenvoorden. ‘En zoiets als leefomgeving is een breed begrip, met meerdere eigenaars. Het gaat bij de aanpak niet alleen over de inhoud, maar ook over de samenwerking met de verschillende partners. Als je wilt dat er méér gebeurt in de openbare ruimte dan het recht leggen van stoeptegels, dan heb je een netwerk van relevante partijen nodig, om daar vervolgens acties aan te koppelen.’
BuurtSaam is ook een zoektocht, zegt Duivenvoorden. ‘Gemeenten willen de stappen graag concreet maken. Het zijn vooral de beleidsmedewerkers vanuit Sociaal die het hebben geïnitieerd, maar zij moeten nog wel de stap naar hun collega’s van de afdeling Ruimte maken.’
We denken vaak nog te veel vanuit de systeemwereld en te weinig vanuit de vraag wat de bewoners nodig hebben
Bouwstenen
Een mooi voorbeeld van een kansrijke aanpak ziet ze in de wijk Overbos in Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer. ‘Dat is een groeikern, de aandacht ging altijd uit naar nieuwe ontwikkelingen. Bij BuurtSaam ligt de focus echt op de bestaande buurt. Dat is veel complexer omdat er al allerlei mensen wonen en werken. Welke interventies kun je dan doen om de wijk aantrekkelijk te laten zijn? Zij hebben BuurtSaam niet neergezet als een eindproduct, maar als startpakket. Ik vind het een mooie metafoor, ze werken met bouwstenen, van kleine interventies die direct zichtbaar zijn tot grotere, langjarige interventies.’
Een ander inspirerend voorbeeld zag ze in Kerkrade, waar met een antropologische bril naar de wijk is gekeken: ‘Zo van, wie wonen hier nu eigenlijk, en hebben we geen blinde vlekken voor deze wijk ontwikkeld?’ Eigenlijk, zegt Duivenvoorden, wil je toe naar meer eigenaarschap van de mensen in de wijk, dat ze coproducent van hun eigen buurt worden. ‘Klasien Horstman, hoogleraar Filosofie van de Publieke Gezondheidszorg, zei het mooi bij een van onze bijeenkomsten: we denken vaak nog te veel vanuit de systeemwereld en te weinig vanuit de vraag wat de bewoners nodig hebben. Je zou een weefsel van ontmoetingsplekken en routes moeten hebben waarvan de bewoners echt eigenaar zijn en die passen bij hun behoefte. En dus niet dat een gemeente vanuit oogpunt van efficiëntie overal hetzelfde straatmeubilair neerzet.’
Gemeenten die ook met de BuurtSaam-aanpak aan de slag willen, kunnen zich laten inspireren door de handreiking die Platform31 hiervoor heeft ontwikkeld. Daarin worden ook de dwarsverbanden blootgelegd tussen de diverse bestaande programma’s, de Omgevingswet en bijvoorbeeld het VN-verdrag Handicap. Bij sociaal-ruimtelijk ontwerpen verdienen vijf thema’s bijzondere aandacht: voldoende aantrekkelijke plekken voor ontmoeten; nabijheid en toegankelijkheid van voorzieningen en openbaar vervoer; een beweegvriendelijke omgeving; voldoende – aantrekkelijk – groen (en blauw); en (ervaren) veiligheid van plekken.
Andere taal
In Dronten kijkt Murk Falkena in ieder geval tevreden terug op zijn kennismaking met BuurtSaam. ‘Ik zit in het ruimtelijk domein en af en toe had ik weleens te maken met mijn collega in het sociaal domein, maar de schotten zijn nu echt weggevallen. We zeiden nog tegen elkaar: wat zien we elkaar opeens vaak. We spraken toch een andere taal, maar beide domeinen zijn hartstikke belangrijk, het is raar dat ze altijd zo strikt gescheiden waren. Het was gewoon een heel mooi proces, en nu moeten we ervoor waken dat het Ontwerpend Onderzoek niet in een bureaula verdwijnt. We moeten dit momentum, deze vibe, samen met de zorgorganisaties en de woningcorporatie vasthouden.’