VNG Magazine nummer 7, 25 april 2025

Tekst: Saskia Klaassen

Hoe bereiden gemeenten zich voor op grootschalige en langdurende ontwrichtingen, bijvoorbeeld na de uitval van het elektriciteitsnet? De gemeente Utrecht loopt voor de troepen uit en is sinds 2023 bezig met nieuwe handreikingen en blauwdrukken. Wat kunnen andere gemeenten daarvan leren?

Weerbaar

Het begon voor Utrecht allemaal in 2023, met een bezoek aan Oekraïne. Toen burgemeester Sharon Dijksma op een conferentie sprak over de wederopbouw van het land, viel haar iets anders op. Het dagelijks leven in de stad ging redelijk normaal door, ondanks de voortdurende aanvallen op onder meer de elektriciteitsinfrastructuur.  Het zette ook plaatsvervangend directeur Openbare Orde en Veiligheid Luuk Steenwelle aan het denken. Hoe staat het met de veerkracht als zoiets in Utrecht zou gebeuren? 
Geen vreemde vraag, want het stroomnet heeft het juist in deze regio zwaar te verduren. Maar sowieso heeft de stad een ‘draaischijfachtige positie’ die aanleiding geeft voor het doorlichten van de weerbaarheid. Bij een grootschalige en langdurige crisis of een gewapend conflict kan de druk op de zorg bijvoorbeeld toenemen in deze regio, waar zowel een calamiteiten- als een militair hospitaal staat. Ook de opvang van ontheemden kan zorgen voor een grotere druk op voorzieningen.
Er kwamen expertsessies van gemeente en de veiligheidsregio, waarbij ook de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) aanschoof; later was er een gesprek met Defensie en de NCTV.  Steenwelle: ‘We wilden eerst goed in kaart brengen wat ons als stad bedreigt, vervolgens was de vraag of de gemeente voldoende mogelijkheden heeft om deze bedreigingen op te vangen. En zo nee, wat moet er dan gebeuren?’ 
Veel, ontdekten ze in Utrecht. Uit de scenario’s die werden besproken werd al snel duidelijk dat de gemeente méér moet doen dan ze nu doet, en er bovendien andere taken bijkrijgt. Steenwelle neemt ons mee in de overwegingen.

Je gedetailleerd voorbereiden op elk scenario is onmogelijk

1 Grootschalige ontwrichting vraagt iets anders van een crisisorganisatie

De huidige crisisplannen gaan uit van een gebeurtenis van een paar uur in een wijk of een klein deel van de stad.  Maar al snel werd duidelijk dat er andere scenario’s denkbaar zijn. Grootschalige ontwrichting, en dan voor langere tijd. Over hoe zo’n crisis eruit kan zien, is vervolgens lang door de gemeente, de veiligheidsregio en de NCTV gepraat. ‘Je gedetailleerd voorbereiden op elk scenario is onmogelijk’, stelt Steenwelle. ‘Je bereidt je dan op alles voor én op niets.’ Beter is een focus op een scenario. ‘Voor Utrecht was de uitval van het elektriciteitsnetwerk het meest ontwrichtende scenario, dus daar zijn we mee verdergegaan.’

2 Werk met een scenario waarin meerdere problemen samenkomen

Geen elektriciteit betekent geen dataverkeer en dus ook geen financiële transacties. Maar ook het drinkwater kan niet meer worden gezuiverd en na 24 uur vallen de generatoren van de stadsriolering stil. Elektriciteitsuitval is hierdoor een allesomvattend scenario. Een ‘tijdlijn uitval nutsvoorzieningen’ maakte de knelpunten duidelijk. De tijdlijn is onderdeel van een nieuwe handreiking die de veerkracht van de stad moet versterken. Utrecht kwam er ook achter dat communicatie in dit scenario al snel een probleem wordt. ‘Je kunt bewoners niet meer één op één bereiken.’
Een ander probleem dat al snel acuut wordt is het drinkwater, met name voor bewoners boven de tweede bouwlaag. ‘We schrokken van de gevolgen van een langdurige uitval. We hebben ons voorbereid op risico’s die nu niet meer gelden. Nu wordt iets anders én meer van ons gevraagd dan voorheen.’

3 Overweeg hoe je direct aanwezig kunt zijn in de wijken

Als alle elektriciteit uitvalt, moet Utrecht zo snel mogelijk zorgen voor aanwezigheid in de wijk, zegt Steenwelle. ‘Vandaar het idee om twaalf steunpunten in te richten. Op deze plekken staat straks een aggregaat, zodat er in elk geval een plek is in de stad waar de elektriciteit doorloopt. Hier kunnen inwoners informatie krijgen als alle normale communicatiekanalen niet meer werken. Hier kun je ook een beroep doen op de brandweer of de politie en ambulance. De wijkbureaus moeten ook de plek zijn waar voedsel en water worden gedistribueerd en waar medische basiszorg plaatsvindt.’ Nu ontbreekt de financiering voor deze hotspots nog, maar het nadenken over de inrichting is al in een vergevorderd stadium.

4 Rijk, gemeente en burgers hebben elk een andere taak

Wanneer geen voedsel beschikbaar is, zijn de ministeries aan zet om dit te regelen. Gemeenten moeten dit vervolgens verspreiden over de inwoners. Ook een belangrijke taak op lokaal niveau: de communicatie naar burgers tijdens rampen en crises en het zorgen dat de nood- en hulpdiensten bereikbaar zijn, ‘een basisverantwoordelijkheid van de burgemeester’.
Inwoners moeten op hun beurt 72 uur voor zichzelf kunnen zorgen. De campagne van het rijk over een noodpakket is een eerste stap naar meer bewustwording. Inmiddels worden overal in de stad gesprekken gevoerd, onder meer in een stedelijk veiligheidsnetwerk met onder meer ov-aanbieders en hogeronderwijsinstellingen. Het probleem is volgens Steenwelle dat we in Nederland lang niet over risico’s hebben gecommuniceerd. ‘We wilden mensen geen angst aanjagen. Daardoor weten mensen niet goed wat hen op dit moment bedreigt. Een ander euvel is dat we als land weinig ervaring hebben met grootschalige rampen.’
Het gebrek aan ervaring en de achterstand in bewustzijn zorgen ervoor dat gemeenten nu ‘in een ongemakkelijke startpositie zitten’ bij de voorlichting over grootschalige en langdurige ontwrichtingen.

5 Kijk niet te veel naar het leger…

‘Als we vroeger een ramp hadden, bijvoorbeeld een overstroming, dan kwamen de militairen ons helpen. Ze hadden zandzakken, ze leverden aggregaten en ze brachten materieel mee om goederen te verplaatsen.’ Maar in een situatie waarin de oorlogsdreiging nog verder toeneemt, moeten gemeenten er rekening mee houden dat Defensie niet de mensen en middelen heeft voor deze civiele taak. Dat betekent dat er nog meer op de schouders van gemeenten en veiligheidsregio’s komt omdat de hulp waar zij normaal gesproken op kunnen rekenen niet beschikbaar is.

6 …want een gewapend conflict is ook een scenario om rekening mee te houden

Het is niet ondenkbaar dat Nederland in NAVO-verband betrokken raakt bij een conflict aan de Europese oostgrens, zegt Steenwelle. ‘Vanwege de gunstige ligging en de goede infrastructuur gaan we dan hoogstwaarschijnlijk te maken krijgen met troepenbewegingen van west naar oost. Dat gaat onvermijdelijk iets betekenen voor onze infrastructuur en voor de beschikbaarheid van voorzieningen, ook op lokaal niveau.’

We weten dat de kwetsbare groepen bij grote incidenten het hardst worden geraakt

7 Heb extra oog voor kwetsbaren

Grote zorg is of Utrecht bij de campagne ook de kwetsbare inwoners kan bereiken. ‘We weten dat er groepen zijn met een grotere afstand tot de overheid, die een brief van de gemeente met tips and tricks niet openmaken.’
Utrecht wil nu al met deze mensen in gesprek: weten deze mensen wat er van ze wordt gevraagd of gaat de overheidscampagne volledig aan ze voorbij? ‘We weten dat de kwetsbare groepen bij grote incidenten het hardst worden geraakt, daarom willen we aan de voorkant extra in deze mensen investeren.’

8 Organiseer de inzet van vrijwilligers

Inwoners kunnen voor informatie en hulp terecht bij een hotspot. Maar ouderen en andere kwetsbaren zullen niet altijd in staat zijn om de steunpunten te bereiken. Utrecht denkt aan een vrijwilligersclub die kan helpen bij bijvoorbeeld het rondbrengen van water. ‘Waar het om gaat is dat we de beschikking ­hebben over basisnetwerken in de wijken.’

9 Zie ambtenaren ook als arbeidspotentieel

Als alles uitvalt, kunnen ambtenaren van de gemeente Utrecht ook niet veel meer. ‘Het normale werk valt weg omdat onze noodstroomvoorziening beperkt is.’ Mogelijk kunnen deze collega’s ook worden ingezet in de wijken. ‘Uiteraard moeten zij hierop worden voorbereid, met een hulpverleningscursus voor inzet in de wijk.’ De gesprekken hierover worden inmiddels intern gevoerd. ‘Een groot incident is niet alleen een veiligheidsvraagstuk, maar een stadsbrede opgave die de hele gemeentelijke organisatie raakt.’

10 Wat voor Utrecht geldt, geldt ook voor andere gemeenten

Steenwelle schat in dat de conclusies van Utrecht voor tachtig procent ook voor andere steden gelden. ‘De basis die we nu hebben gelegd in Utrecht, delen we in de G4. De bedoeling is dat de VNG, in overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken en de NCTV, straks komt met blauwdrukken waar ook andere gemeenten iets mee kunnen.’