VNG Magazine nummer 7, 14 april 2023

Tekst: Merel van Dorp | Beeld: gemeente Hilvarenbeek

Gemeentelijke regelgeving en burgerinitiatieven botsen soms, met als gevolg dat inwoners niet (goed) voor elkaar krijgen waaraan lokaal behoefte is. In Hilvarenbeek is daar een oplossing voor bedacht: Tussenheid. ‘Hierdoor kunnen burgers doen waar zij goed in zijn.’ 
 

Kunstwerk De Melkfabriek Hilvarenbeek

Als inwoners iets van de grond willen krijgen, lopen ze bij de gemeente soms tegen een muur aan. Ze moeten voldoen aan inkoopvoorwaarden, aanbestedingsregels, er moet een subsidieplan komen met bovendien verantwoording over het bestede geld. Met andere woorden: veel bewonersinitiatieven passen niet in de procedures die overheden hebben bedacht. En het lukt gemeenten soms niet om hun inwoners blijvend bij het uitvoeren van beleid te betrekken als ze dat top-down in gang zetten. Met elkaar komen tot structureel kansrijke initiatieven valt dus niet altijd mee.

Inwoners van plattelandsgemeente Hilvarenbeek hebben daar iets op gevonden. Alweer een decennium geleden richtte een groep betrokken burgers met steun van onder meer de gemeente Tussenheid op, een beweging die maatschappelijk, economisch en ruimtelijk beleid verbindt. Tussenheid ondersteunt bewonersinitiatieven en ontzorgt de gemeente. Met als motto: we regelen het gewoon, zoals een van de grondleggers, Wiet van Meel, samenvat. 
Van Meel: ‘Tussenheid is onderkoepelend, niet overkoepelend. Als groep ondernemende burgers ondersteunt Tussenheid mensen door de benodigde kennis en ervaring te verbinden. Het initiatief blijft altijd bij de mensen uit de buurt of het dorp – Tussenheid neemt het nooit over.

Uit onze inventarisatie blijkt dat de 450 verenigingen en stichtingen in Hilvarenbeek behalve geld, communicatie en vrijwilligers behoefte hebben aan strategische kennis en een integraal loket. Want de gemeente heeft verschillende afdelingen en kijkt daardoor niet altijd integraal naar vraagstukken. Dat hiaat proberen we te verhelpen, om het organiserend vermogen van de gemeente met de samenleving te versterken.’

Haalbaarheid
De ondernemende groep inwoners kijkt naar de haalbaarheid van bewonersinitiatieven en ondersteunt bij het nader uitwerken en realiseren van een projectplan. Niet dat Tussenheid een initiatief afkeurt, stelt Van Meel, ‘maar de voorwaarde is dat een voorstel duurzaam kan worden ingezet, geen commercieel oogmerk heeft, draagvlak heeft in de gemeenschap en zelfstandig kan voortbestaan als het uiteindelijk tot stand is gekomen.’
Een burgerinitiatief heeft blijvend kans van slagen als er een mix van leveranciers/bedrijven, inwoners en partners betrokken is. Ook stuurt Tussenheid erop aan dat elk initiatief een relatie heeft met de overheid, het onderwijs, ondernemers en de omgeving.

Betrouwbaar en betrokken
Voor de gemeente vormt Tussenheid een betrouwbare, betrokken partij, die weet waarover ze het heeft. Dat verlaagt de drempel om bepaalde initiatieven mogelijk te maken of mee te denken hoe het initiatief werkelijkheid kan worden. Het inmiddels opgebouwde Tussenheidfonds maakt overbruggende financiering mogelijk als de gemeente nog bezig is met de subsidieaanvraag of wanneer bedrijven en organisaties die willen meebetalen de middelen nog niet voorhanden hebben. Zo wordt voorkomen dat het lang duurt voordat ideeën om een maatschappelijk vraagstuk op te lossen ook werkelijk tot uitvoering komen.

Wat tot stand komt, varieert enorm. Van kleinere woningen voor ouderen of met jongeren gebouwde huizen tot de inrichting van een landgoed waarbij educatie over natuur ook een rol krijgt. Van lesprogramma’s voor kinderen over kunst, waaraan ook de plaatselijke metaalfabriek invulling geeft tot de lege kerk die omgebouwd is tot school. Of het noodlijdende dorpscafé dat een belangrijke functie als ontmoetingsplek had en nieuw leven werd ingeblazen met de bewoners van het dorp als eigenaar.

Kletsen
Burgemeester Evert Weys van Hilvarenbeek is blij met Tussenheid in zijn gemeente en schuift regelmatig aan bij de initiatiefavonden, waarbij initiatiefnemers vertellen hoe het staat met hun project. ‘Dat lijkt wellicht op “een beetje kletsen over wat je voor elkaar krijgt”, maar juist op die avonden ontstaat uitwisseling van kennis en ondersteuning. Blijkt het ingewikkeld om een begroting op te stellen bij een project? Dan biedt een ander zich spontaan aan daarbij te ondersteunen. En projecten worden eerder aan elkaar gekoppeld.’

Springt Tussenheid niet in een gat dat de gemeente eigenlijk zelf zou moeten dichten? Medeoprichter Van Meel: ‘Alle gemeenten in Nederland hebben moeilijke regels voor burgers en missen soms een integrale kijk op wat en wie nodig is in de samenleving. Dat kun je ze niet verwijten. Het gemeentelijk apparaat inbedden in de gemeenschap is lastig.’

Burgemeester Weys denkt dat alleen een integraal loket bij de gemeente niet de oplossing is om participatie van de burgers te bevorderen. ‘De toegevoegde waarde van Tussenheid is het meedenken, de adviesrol en met name de verbinding met andere mensen en krachten. Het gaat immers om veel meer dan dat een burgerinitiatief aan wet- en regelgeving voldoet.’

Sociale cohesie
Vrijwilligersorganisaties kunnen de kloof tussen gemeentelijke voorwaarden en behoeften uit de samenleving ook niet altijd overbruggen. Weys: ‘Een paar vrijwilligers die de kar moeten trekken, is een kwetsbaar geheel. Met Tussenheid kunnen burgers doen waar zíj goed in zijn.’ In die zin rijdt Tussenheid de vrijwilligersorganisaties ook niet in de wielen, maar werkt nauw met ze samen.

Het organiserend vermogen in steden is onvergelijkbaar

De vraag is of Tussenheid ook een optie is voor grotere gemeenten dan Hilvarenbeek met zijn 16.000 inwoners in zes dorpskernen. Van Meel heeft het concept al eens uitgeprobeerd in Tilburg. ‘Het organiserend vermogen in steden is onvergelijkbaar. De sociale cohesie is minder, ook doordat er grote verschillen zijn tussen wijken. Mogelijk is de afstand tussen burger en gemeente nog groter, vanwege de omvang van de gemeentelijke organisatie. Daarom richt Tilburg zich nu meer op het ondersteunen van sociale ondernemingen en minder op wijkinitiatieven.’

Burgermeester Weys formuleert het zo: ‘In kleine kernen hebben inwoners meer het gevoel: als niemand dit oppakt, gebeurt het niet. Dat vergroot de intrinsieke motivatie en de energie om zich ergens voor in te zetten. Als het echt in de samenleving begint, voelen mensen zich meer aangesproken om zelf een bijdrage te leveren dan wanneer de gemeente als instituut het organiseert.’

Regisseur 
Natuurlijk zijn er nog hobbels te nemen. Vertrekt een wethouder, dan kan het zomaar zo zijn dat de volgende nog onvoldoende zicht heeft op een lopend project: met vertraging tot gevolg. Van Meel: ‘En ambtenaren zijn soms nog te veel regisseur van hun dossier in plaats van de faciliterende partij.’ Om beter te kunnen inspelen op de veranderende vraag in de samenleving, is een cultuurverandering gewenst.’

Ambtenaren zijn soms nog te veel regisseur van hun dossier

Maar Tussenheid is zo succesvol dat er al prijzen zijn uitgedeeld, zoals de nationale en provinciale Dorpsontwikkelingsprijs, de Kern met Pit voor lokale buurtprojecten, van het Europees parlement de Star of Europe voor lokale ontwikkeling en in 2020 de gouden medaille van de Europäischer Dorferneuerungspreis. De VNG kijkt intussen met belangstelling naar deze en andere vormen om betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel van burgers bij de samenleving te vergroten.

De Hilvarenbeekse burgemeester Weys juicht Tussenheid toe. ‘Je kunt de grotere opgaven als landbouw, duurzaamheid, huisvesting niet zo gemakkelijk van bovenaf sturen. Je moet dat doen in samenwerking met je gemeenschap. Deze vorm, met de kennis en ervaring uit verschillende disciplines, de middelen en de handjes, kan een manier zijn om op een nieuwe, democratische manier samen vorm te geven aan de samenleving. Niet met leuke, losse projectjes als doel, maar als werkwijze om mensen structureel te betrekken bij de leefbaarheid van hun omgeving.’