VNG Magazine nummer 7, 14 april 2023

Tekst en Beeld: Sanne van der Most

Overstromingen, wateroverlast en bodemdaling. Door de klimaatverandering worden laaggelegen gebieden steeds kwetsbaarder en lastiger bewoonbaar. In de Goudse wijk Westergouwe die voor een kwart uit water bestaat en op min 5,5 meter NAP ligt, gaan ze daar slim mee om.
 

Westergouwe

De Polderwijk is een woonwijkje met eengezinswoningen en appartementen, gemixt met veel groen en water. ‘Vanaf de provinciale weg loopt een groene wig helemaal door de wijk heen die onbebouwd blijft’, vertelt wethouder Rogier Tetteroo (PvdA), verantwoordelijk voor onder meer ruimtelijke ordening en wonen. ‘De mensen die daar wonen, krijgen nooit achterburen. Alleen de schapen die er lopen.’ Dan wijst hij naar een plukje struiken en bomen. ‘Daarachter begint 45 hectare “Groenblauwe zone”, een stuk recreatief polderlandschap met veel watergangetjes, gelegen in het laagstgelegen stuk watergebied. Al het water dat hier in het Polderpark overtollig is, wordt daar uiteindelijk naar afgevoerd. En alle regen die hier valt, gaat van de straten de kolken in. Zo houdt iedereen hier droge voeten. Uiteindelijk wordt het op de Ringvaart afgevoerd naar de boezems van het waterschap.’

Schoner water

De Polderwijk is een onderdeel van Westergouwe, een relatief nieuwe wijk die is ontworpen in het kader van klimaatadaptief bouwen. Een wens van het kabinet waarbij water en bodem sturend zijn in ontwikkelingen rond bouwen en wonen. ‘Westergouwe ligt onder de zeespiegel’, zegt Tetteroo, ‘en wordt daarom gebouwd naar een half cascademodel. Van hoog naar laag dus, zodat de niet-bebouwde delen onder water kunnen lopen bij flinke regenval. Daarnaast is er veel aandacht en ruimte voor grachten en sloten, investeren we in groen en bomen om hittestress tegen te gaan en nemen we extra maatregelen om de waterkwaliteit op peil te houden.’ 
Het gemaalsysteem in de Polderwijk is daar een mooi voorbeeld van. ‘Dat heeft enerzijds een pompfunctie om het water af te voeren, anderzijds zorgt het ervoor dat het water in beweging blijft’, zegt Tetteroo. ‘Levend en zuurstofrijk water is schoner en gezonder en heeft een veel hogere kwaliteit dan stilstaand water.’ 

Gemaal

‘Deze windmolens zorgen voor het opwekken van energie voor de gemaaltjes’, wijst hij omhoog. ‘Zo ontstaat een leuke en natuurlijk omgeving voor de bewoners én een geweldige speelplek voor de kinderen die ook nog eens heel educatief is. Je ziet het hier letterlijk gebeuren en we brengen het ook vol in beeld. Op het gemaal staat letterlijk “gemaal”. Dat is natuurlijk niet nodig, maar dan weten mensen wel meteen dat het een waterbouwkundig werk is.’
Goed zichtbaar ook is de halfverharding die is aangelegd bij deze parkeerplaatsen. Tetteroo: ‘Onder de grond zit een heel drainage- en filtreersysteem van waterdoorlatende kiezels en een laag van een absorptiemateriaal. Dat zorgt dat het water snel de grond in gaat, daar een tijdje wordt vastgehouden en later pas doorvloeit.’ 
Via de Burgemeester van Dijkesingel en de brug over de Westergouweplas gaat de wethouder naar het ‘Eerste Eiland’. Tetteroo wijst naar de middenberm van de singel. ‘Die is interessant want de middenberm is omgevormd tot wadi. In het diepste punt kan het water wegzakken.’ 

In het diepste punt kan het water wegzakken

Win-winsituatie

De Westergouweplas – met 5 meter onder NAP het allerlaagste punt van de hele wijk – heeft een belangrijke functie voor de waterberging. ‘Het is een enorm oppervlak aan water’, legt Tetteroo uit. ‘En daar kan zelfs ook nog een paar meter water worden opgezet. Zo kunnen we er dus een enorme hoeveelheid water opvangen.’ 
De plas heeft nóg een functie. ‘Door het hoge grondwater is de kweldruk hier erg groot’, zegt Tetteroo. ‘Daarom is het heel logisch om hier die plas te hebben en hem niet vol te storten met zand. We laten hem gewoon z’n gang gaan en we bouwen er mooie huizen omheen. Een win-winsituatie dus. Nederland is een dichtbevolkt land met een beperkte ruimte, vooral in stedelijke gebieden. Ook in Gouda is een groot tekort aan woningen. Om aan de enorme vraag te kunnen voldoen, hebben we in het convenant Klimaatadaptief Bouwen afgesproken dat we toch bouwen in laaggelegen gebieden en voldoende maatregelen nemen om de risico’s te minimaliseren. Natuurlijk is dat spannend, maar door onze manier van bouwen en ontwikkelen laten we juist zien dat het wél kan. En hoe. Want wie wil er nu niet omringd door water wonen of midden in het groen?’

Damfunctie

Nog een plas op de route; aan de IJsseloogwal en de Texellaan op het Eerste Eiland. ‘Dat heet zo omdat er ook een Tweede Eiland is en er waarschijnlijk ook een derde komt’, zegt Tetteroo. Op de bodem van dit water ligt een bijzondere archeologische vondst: restanten van oeroude nederzettingen. Een van de eerst bewoonde plekken in Nederland dus. En nu wordt er weer omheen gewoond.’ 
Aan de andere kant van de archeologische plas hangt een rij woningen over het water heen. ‘Deze kadewoningen staan letterlijk op een keerwand die voldoet aan de normen van het waterschap’, licht Tetteroo toe. ‘De rivieren daar waar je de auto’s ziet rijden,’ wijst de wethouder, ‘zijn de Hollandsche IJssel, de Gouwe en het Ringvaartkanaal. Drie stromen die hier samenkomen bij de Julianasluizen. Mocht daar ooit een dijkdoorbraak zijn, dan kan deze keerwand de vloedgolf tegenhouden. Het inundatiepeil is vloerpeil dus de mensen houden droge voeten. De rest van de wijk blijft ook droog, want via deze plas wordt het water dan afgevoerd. Deze wand heeft dus echt een damfunctie. Het is een waterstaatkundig werk met daarop woningen. Best uniek eigenlijk.’

Samenwerking

‘Het is sowieso bijzonder, als je bedenkt dat dit tot 2015 allemaal boerenlandschap was’, zegt Tetteroo. ‘Inmiddels zijn er zo’n 1.200 woningen gerealiseerd. We werken toe naar 4.500 en misschien zelfs 5.000. Allemaal klimaatadaptieve woningen. En die kunnen we alleen ontwikkelen dankzij een robuust watersysteem. Om dat te bereiken, werken we als gemeente vanaf het begin intensief samen met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, de provincie Zuid-Holland, het ministerie en met marktpartijen en externe deskundigen.
‘Natuurlijk loopt er een hele discussie in Nederland over waar we moeten en kunnen bouwen. Wij laten zien dat het hier wel degelijk kan. De kennis is er, de bouwstromen zijn er en de bouwplek is er. En als we dan toch bezig zijn, dan maken we er meteen iets bijzonders van.’