VNG Magazine nummer 12, 27 augustus 2021

Beste Thorbeckeprofessor,

Ergens las ik dat u betoogt dat ‘de raad overal over gaat’. Bedoelt u dat letterlijk? Mij is altijd geleerd dat ik mij tot mijn kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol moet beperken en niet op de stoel van de wethouder moet gaan zitten. Hoe zit dat? 

Een raadslid
 

Geerten Boogaard

Geacht raadslid,

Ik betoog inderdaad dat de raad overal over gaat, omdat de Grondwet nog altijd van het zogenaamde hoofdschap van de gemeenteraad spreekt. Ook waar de raad niet zelf een bevoegdheid uitoefent, komt de raad beslissende invloed toe. In die zin bedoel ik het letterlijk: er is geen uitvoeringsmonopolie van wethouders waar raadsleden van zouden moeten afblijven. De raad mag de frequentie én het detailniveau van de politieke verantwoording voor het bestuur helemaal zelf bepalen: van kadernota tot stoeptegel. De drie bekende rollen van de raad zijn bedacht om daarbij te helpen. Maar het zijn juridisch zeker geen verboden om het in het voorkomende gevallen anders te doen. 

Geerten Boogaard, Thorbeckehoogleraar