VNG Magazine nummer 3, 16 februari 2024
Tekst: Leo Mudde | Beeld: Shutterstock
Inwoners hadden een grote inbreng in de tweedaagse top over bestaanszekerheid. Terecht, zo blikt de Apeldoornse wethouder Sunita Biharie terug: ‘die menselijke connectie maken, dat is het allerbelangrijkste.’
Met een gezamenlijke oproep aan de Tweede Kamer hebben de VNG, UVW en SVB het thema bestaanszekerheid nadrukkelijk op de politieke agenda geplaatst. De nieuwe minister-president zal dit dossier persoonlijk onder haar of zijn hoede moeten nemen, omdat voor een echte aanpak regie nodig is in plaats van een versnippering over de departementen. VNG-voorzitter Sharon Dijksma herhaalde het nog maar eens: ‘Dit moet chefsache worden.’
De ‘Verklaring bestaanszekerheid’ pleit voor ‘stevige hervormingen’, een ‘Deltaplan’ voor een toereikend, voorspelbaar en toegankelijk inkomen voor iedereen. Daar is een langetermijnaanpak voor nodig (het einddoel, bestaanszekerheid voor iedereen, moet over tien jaar bereikt zijn), met vijf ambities als uitgangspunt: voldoende inkomen, investeren in werk en zekerheid, een zeker en voorspelbaar inkomen, begrijpelijke rechten en plichten en eenvoudige toegang, en de basis op orde en maatwerk als het echt nodig is. En waar mogelijk, moeten direct al de eerste stappen worden gezet.
Blijf luisteren
Het aanbieden van de verklaring aan enkele Tweede Kamerleden was het slotakkoord van een tweedaagse ‘Top Bestaanszeker Nederland’. Met uiteraard hoofdrollen voor lokaal bestuurders en de uitvoeringsorganisaties maar ook, en dat was bijzonder, met inwoners. Want, zo was de gedachte, als iemand kan vertellen hoe het is om in bestaansonzekerheid te leven, dan zijn zij het. Hoe empathisch wethouders zich ook in de materie verdiepen, wie zelf geen armoede of verwaarlozing heeft gekend, zal nooit weten hoe het echt voelt. Dus blijf luisteren, was de oproep van prinses Laurentien aan de wethouders. ‘Dat perspectief van de mensen moet leidend zijn voor de inrichting van het systeem.’ Dat dat belangrijk is, bleek wel uit de verzuchting van een van de inwoners op eerste dag van de top: ‘Ik voelde me vandaag voor het eerst gehoord en gezien.’
Vertrouwen
Sunita Biharie is een wethouder die wél zelf heeft ervaren hoe het is om afhankelijk te zijn van een overheid die over maar niet met haar inwoners beslist. Vijftien jaar lang, tussen haar derde en achttiende jaar, was ze een ‘kind van de staat’, zoals ze dat zelf verwoordt, omdat ze opgroeide in jeugdzorginstellingen.
Toen ze in Apeldoorn kwam wonen, had ze geen vertrouwen meer in de politiek. ‘De politiek was vooral met zichzelf bezig in plaats van met de jongeren. Dus ik snap heel goed de kloof tussen de bubbels van de politiek en van de mensen om wie het gaat.’
Eenmaal wethouder nam Biharie (SP) zich voor het helemaal anders te gaan doen. Gesteund door een coalitieakkoord dat uitgaat van vertrouwen in plaats van wantrouwen, introduceerde ze de Aanpakkers: ambtenaren die zestien uur per week de stad in gaan om bij mensen op te halen wat ze nodig hebben, en de andere helft van de werkweek in het gemeentehuis aan de slag gaan om dat voor elkaar te krijgen.
Als inwoners in de knel komen, ligt het niet aan de ambtenaren
Camper
De Aanpakkers zijn onderdeel van een ambitieus armoedebestrijdingsplan. Om voor dat plan input op te halen, trok Biharie met een team ambtenaren er regelmatig met een camper op uit om in een winkelcentrum, of gewoon van deur tot deur, aan mensen te vragen: wat moeten wij van u weten, we willen graag van u leren. In totaal spraken ze zo’n zeshonderd inwoners. ‘Dat is het allerbelangrijkste’, zegt ze. ‘Gewoon die menselijke connectie maken, zoals prinses Laurentien zei: de inwoners echt zíén.’
Omdat zij de twee kanten van de medaille kent, was Biharie door de VNG uitgenodigd om te spreken op de top. Net als veel andere wethouders had ze ook een inwoner meegenomen. ‘Een heel stoere, sterke, toffe vrouw die ook slachtoffer is van het toeslagenschandaal. Ze kan supergoed uitleggen wat er niet goed gaat, hoe het anders kan. Het was voor haar heel bijzonder om tijdens de bijeenkomst te ervaren dat veel mensen naar haar toe kwamen, ook met de vraag: hoe zou jij dit aanpakken? Eigenlijk zou dat natuurlijk niet bijzonder moeten zijn. Dat we dit niet altijd doen, daar gaat het eigenlijk al verkeerd.’
Empathisch
Biharie is ervan overtuigd dat ambtenaren voor een gemeente gaan werken omdat ze iets voor mensen willen betekenen. ‘Ik zie in Apeldoorn heel menselijke, empathische medewerkers. Als inwoners in de knel komen, ligt het niet aan de ambtenaren. Wij als bestuurders moeten hun ook een go durven geven, een steuntje in de rug.’
Toen Biharie met haar camper bij een winkelcentrum parkeerde om met mensen in gesprek te gaan, zaten een vrouw en haar dochtertje vanaf een bankje anderhalf uur naar haar te kijken. Uiteindelijk trok de moeder de stoute schoenen aan, stapte op de wethouder af en vertelde dat ze, ondanks dat ze een baan had, niet rond kon komen en dat haar dochter geen eigen bed had en geen winterjas. Biharie: ‘Ik had een ambtenaar bij me, we hebben dit toen meteen geregeld.’ Het meisje was een van de bijna 3500 Apeldoornse kinderen voor wie de gemeente aan het begin van de winter een warme jas regelde.
42 regelingen
Het is een voorbeeld hoe eenvoudig het soms kan zijn voor gemeenten om snel en effectief te handelen. Veel bestuurders doen hun best. Op de top zei een wethouder trots dat hij 42 gemeentelijke regelingen had samengevat in een handig boekje. Waarop hij als reactie uit de zaal kreeg: ‘42? Dan begrijp ik er nog niks van!’
Haar collega bedoelde het natuurlijk goed, zegt Biharie, en voor veel mensen is zo’n handzaam overzicht ook een goede oplossing. Maar het voorval gaf wel aan dat wat in een gemeentehuis wordt bedacht, erg kan verschillen van de perceptie van de inwoners. Apeldoorn heeft ook zo’n boekje, maar zet vooral in op de website BerekenUwRecht waar inwoners hun eigen situatie kunnen invullen en vervolgens een lijst van voorzieningen krijgen waar ze recht op hebben. ‘Dan kun je dat ook in één keer aanvragen. We hebben ook één telefoonnummer. Als je dat belt, dan word je niet doorverbonden maar als je niet direct kunt worden geholpen, word je teruggebeld door de juiste medewerker. En als de situatie complex is, komt er een Aanpakker bij je langs. Die wordt jouw maatje en gaat alles voor je regelen.’
Toch, hoe goed Apeldoorn ook op weg lijkt, perfect is het nog niet. ‘We bereiken nog niet iedereen’, zegt Biharie. ‘Dat gaat ons ook niet lukken, maar we doen ons best en zetten er veel capaciteit op. Dat kost geld, maar daar hebben we voor gekozen. Beleid moet inwonergedreven zijn, niet geldgedreven.’
Bestaanszekerheid kan niet zonder kansengelijkheid
Activistisch
‘Heel eerlijk: ik vind eigenlijk dat de gemeente geen armoedebestrijdingsplan nodig zou moeten hebben. Het zou gewoon al landelijk geregeld moeten zijn dat mensen voldoende geld hebben en niet afhankelijk moeten zijn van gemeentelijke regelingen, en dus van de manier waarop een gemeente dat oppakt.’
Ze is blij dat de VNG zich met het agenderen van het thema ‘activistischer’ opstelt en bereid is de grenzen van wat gemeenten kunnen doen, op te zoeken. ‘Dat is heel hard nodig om ervoor te zorgen dat er beweging in het systeem komt. Maar ik ben voorzichtig met het wekken van verwachtingen. Als mensen in campagnetijd lezen dat partijen de mond vol hebben van bestaanszekerheid en daarna gebeurt er niks… Dat doet wat met vertrouwen.’
Neem alleen al het woord bestaanszekerheid. ‘In de campagne merkte je dat de VVD daar iets anders mee bedoelt dan de SP of GroenLinks, en de PVV vindt er weer iets anders van. Dat geeft ook onduidelijkheid. Ik vind dat je moet kijken naar de klassenverschillen, die raken aan alles. Het maakt echt uit of je wordt geboren in een volkswijk en ouders hebt die geen hoger onderwijs hebben gevolgd, of dat je ouders een universitaire opleiding hebben, je drie keer per jaar op vakantie kunt, tijd hebt voor leuke hobby’s en extra ondersteuning krijgt op school. Bestaanszekerheid kan niet zonder kansengelijkheid.’
Inbreng inwoners
En wat is haar bijgebleven van de top? ‘De inbreng van de inwoners, dat mag van mij veel vaker gebeuren. Een volgende keer mag de zaal vol zitten met wethouders en de inwoners op het podium, dan gaan we allemaal de hele dag naar hen luisteren. Het liefst zou ik willen dat sommige van de inwoners die ik heb gehoord, gewoon volksvertegenwoordiger worden. Ze weten het zo goed, ze kunnen het zo goed vertellen, dat ik denk: waarom zit jij niet op mijn stoel?’