VNG Magazine nummer 10, 4 juni 2021

Tekst: Rutger van den Dikkenberg

Het rijk moet 1,56 miljard euro extra betalen aan gemeenten om de jeugdzorg uit te voeren. Dat is de conclusie van de arbitragecommissie die het conflict tussen gemeenten en het rijk heeft beoordeeld. Een ‘morele overwinning’, zegt algemeen directeur Leonard Geluk van de VNG. 
 

Jeugdzorg

De uitspraak van de arbitragecommissie, onder leiding van staatsraad en voormalig topambtenaar Richard van Zwol, werd eind vorige week gepubliceerd. 

Gemeenten kampen al langer met tekorten voor de uitvoering van de jeugdzorg, en eisten dat het rijk over de brug zou komen. De arbitragecommissie volgt die eis: de principes voor de interbestuurlijke verhoudingen zijn vastgelegd in de Gemeentewet, en naleving daarvan is nodig omdat gemeenten anders hun werk niet goed kunnen doen.

Doelmatigheid
Eerder constateerde onderzoeksbureau AEF al een tekort over 2019 van 1,7 miljard euro voor de uitvoering van de jeugdzorg. De arbitragecommissie neemt dat bedrag als basis. Na indexatie aan de hand van de schommelingen in het accres van het gemeentefonds, komt de commissie uit op een bedrag van 1,9 miljard euro voor 2022. Na correctie van een aantal maatregelen die gemeenten al kunnen uitvoeren om de doelmatigheid te verbeteren, blijft een bedrag van 1,56 miljard euro over voor 2022. Ook voor de jaren daarna moet het rijk de portemonnee trekken, stelt de Commissie van Wijzen.

De uitspraak van de arbitragecommissie is ‘(semi-)bindend’. Dat betekent dat het rijk het advies moet opvolgen, met de kanttekening dat het budgetrecht bij het parlement ligt en het nieuwe kabinet de mogelijkheid heeft aanpassingen te doen aan het stelsel en daarmee aan het budget.

Doorbraak
Volgens VNG-directeur Leonard Geluk voelt de uitspraak als een ‘morele overwinning’ en als een doorbraak. Gemeenten wordt recht gedaan, zegt hij. ‘We doen de taken omdat ze in de wet staan. Dan is het goed dat de commissie zegt dat dat geld er ook moet komen. Ik ben blij met dat principe. De afgelopen jaren heeft de VNG zich hier keer op keer hard voor gemaakt, ondersteund door de vele acties en oproepen van onze leden.’
Daarnaast, zegt Geluk, kan met de uitspraak van de arbitragecommissie de basis worden gelegd voor het normaliseren van de verhoudingen tussen de gemeenten en het rijk.

Te gretig
De commissie-Van Zwol pleit gemeenten noch het rijk vrij van het veroorzaken van de problemen die nu geleid hebben tot de tekorten. Ten eerste waren het rijk én de gemeenten ‘te gretig en te haastig’ om de decentralisatie per 2015 door te voeren. Gemeenten waren ‘onvoldoende voorbereid’ op het takenpakket, het rijk boekte ‘te gemakkelijk’ de geschatte besparingen in. 
‘De implementatiestrategie is toen niet goed geweest’, erkent VNG-directeur Geluk. ‘We wisten pas heel laat waar we als gemeenten aan toe waren. De wetgeving was pas halverwege 2014 af. We hadden toen beter kunnen zeggen dat het beter was de invoering uit te stellen.’

Ander kritiekpunt van de arbitragecommissie is het feit dat het rijk en de gemeenten de kostenontwikkeling in de jeugdzorg niet goed hebben ingeschat. Tussen 2005 en 2015 stegen de jeugdzorgkosten met 250 procent, maar geschat werd dat de kosten daarna veel minder snel zouden stijgen. Gemeenten zelf gingen uit van een besparing van 8 procent, ofwel 300 miljoen euro. Dat was ‘te optimistisch’, aldus de commissie. 

Ontwikkelagenda
Gemeenten en het rijk kwamen eerder al overeen een ontwikkelagenda op te stellen om de financiële beheersbaarheid van het jeugdzorgstelsel te verbeteren. De arbitrage-uitspraak is daarvoor het vertrekpunt. Deze ontwikkelagenda moet uiterlijk 1 januari 2022 door het rijk en de VNG zijn vastgesteld, zegt de arbitragecommissie. 

Demissionair staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS, verantwoordelijk voor de jeugdzorg, heeft bij het ter perse gaan van dit magazine nog niet inhoudelijk gereageerd. Zijn woordvoerder wijst erop dat er deze week een gesprek is tussen het ministerie en de VNG.