VNG Magazine nummer 12, 30 augustus 2024

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Benno Wonink Fotografie

Door lokale bezuinigingen op cultuur leren veel minder kinderen een instrument bespelen. Fanfares, harmonieorkesten en andere muziekverenigingen zien de instroom dalen. Putten investeert juist in muziekonderwijs op de basisschool. Met succes.

Klassenorkest Putten

Al ruim honderd jaar is Fanfarecorps Excelsior actief in Putten, met de zomerse taptoe op het sportpark als muzikaal hoogtepunt. Maar net als zoveel verenigingen, ook buiten de culturele sector, is het voor het korps moeilijk om nieuwe leden aan te trekken.
‘Cultuur is het cement van de Puttense samenleving. Verenigingen dragen bij aan de aantrekkelijkheid en leefbaarheid ervan,’ zegt wethouder Sander van Nieuwenhuizen (Gemeentebelangen). ‘Het zijn de plekken waar mensen ongeacht leeftijd, religie en opleidingsniveau samenkomen om gezamenlijk een hobby uit te oefenen.’ Hij noemt het voortbestaan van de muziekverenigingen belangrijk. ‘Hoe belangrijk, wordt natuurlijk pas echt zichtbaar als ze er niet meer zou zijn.’ 
Gemeenten bezuinigden in het verleden noodgedwongen op het muziekonderwijs, waardoor muziekscholen verdwijnen. Waar voorheen elke gemeente bij wijze van spreken haar eigen muziekschool had, zijn er nu nog maar een handjevol over, zegt Ryan Emmen. Hij is directeur van Cultuurconnectie, de brancheorganisatie voor onder meer cultuureducatie en -participatie. Emmen nuanceert overigens wel: veel muziekscholen zijn opgegaan in centra voor de kunsten. 


Verenigingen dragen bij aan de aantrekkelijkheid en leefbaarheid
 

Steeds minder kinderen komen hierdoor in aanraking met een muziekinstrument. Daardoor stokt de doorstroom naar fanfares, harmonieorkesten, dweilorkesten en mars- en showbands. En wie op jonge leeftijd wél een instrument leert bespelen, haakt als puber vaak alsnog af: school, sport en het bijbaantje vragen immers ook tijd.

Knelpunt
Het ledenbestand is voor 72 procent van de amateurorkesten het belangrijkste knelpunt, blijkt uit de binnenkort te verschijnen VerenigingsMonitor van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA). Terwijl de verenigingen niet alleen een bijdrage leveren aan bijvoorbeeld de sinterklaasintocht of de feestelijkheden rond Koningsdag, maar ook omdat ze als vereniging een belangrijke sociale rol spelen binnen de gemeente, bijvoorbeeld bij het tegengaan van eenzaamheid onder ouderen. ‘Dat ecosysteem’, zegt Emmen, ‘dat moet je juist blijven koesteren. Als dat niet op orde is, omdat er geen centra voor de kunsten zijn en muziekscholen verdwijnen, dan verlies je de in- en doorstroom. Niet alleen naar fanfares en orkesten, ook naar bijvoorbeeld dansscholen en koren.’

Klasse[n]orkest
De gemeente Putten probeert sinds enkele jaren het tij te keren door te investeren in instrumentaal muziekonderwijs op de basisschool. Daarvoor is onder andere door TacT Muziek, dat muziekonderwijs in de regio verzorgt, het programma Klasse[n]orkest opgezet. Daarin maken alle basisschoolkinderen in een week of tien kennis ‘met de betekenis van samen muziek maken’, zegt Arjan Dunning van TacT. Onder begeleiding van professionele docenten werken ze toe naar een slotconcert. Dat optreden wordt niet op een dinsdagnamiddag in de aula van de school gehouden, maar buiten schooltijd, in het theater. Dunning: ‘Daar nodigen we ook alle lokale muziekaanbieders uit om mee te doen. De fanfare is er een belangrijke speler in, maar ook bijvoorbeeld de musicalschool, de gitaarschool en het kinderkoor doen mee.’
Zo begeleidt de fanfare de kinderen in aanloop naar het slotconcert. Direct na afloop krijgen de kinderen de mogelijkheid om verder kennis te maken met de muziekaanbieders en om zich in te schrijven. Het slotconcert is daarom ook een belangrijk moment voor de lokale muziekverenigingen om hun zichtbaarheid bij de basisschooljeugd en hun ouders te vergroten. Vanuit het Klasse[n]orkest zijn al schoolkinderen doorgestroomd – ook naar Excelsior, laat het korps weten.

Sociale vaardigheden
De investeringen in muziekonderwijs zijn belangrijk, zegt wethouder Van Nieuwenhuizen. Niet alleen vanwege de broodnodige doorstroom naar de fanfare en de andere muziekverenigingen. ‘Het programma biedt kinderen ook een podium voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden als kritisch denken, probleemoplossend vermogen, zelfvertrouwen en samenwerken.’ Van Nieuwenhuizen noemt het goed bespelen van een instrument ‘slechts een bijeffect’: ‘Samenwerken en met de hele groep iets bereiken en jezelf presenteren staan voorop.’ 
Daarbij is de samenwerking tussen de partijen die het muziekonderwijs aanbieden en de lokale verenigingen van belang, zegt hij. ‘Zij zorgen voor een podium waarop deze vaardigheden in de praktijk samenkomen, en waar alle kinderen zich verder kunnen ontwikkelen. Zo dragen de muziekverenigingen bij aan de persoonlijke groei van kinderen.’

Subsidie
De bezuinigingen op lokale cultuur hebben nog een ander effect, zegt Paul Doop van de Koninklijke Nederlandse Muziek Organisatie (KNMO). Lokale overheden subsidiëren lang niet allemaal meer de muziekverenigingen in hun gemeente. Nu komt nog zo’n 17 procent van de inkomsten van orkesten uit gemeentelijke subsidies. 

We weten dat cultuur verbindt, verrijkt en depolariserend kan werken

Verenigingen hebben weinig inkomsten, vooral uit contributie en incidenteel sponsoring, maar wel veel kosten. Zo zijn muziekdocenten vaak betaalde krachten, en instrumenten en kostuums zijn duur. Steeds vaker vragen ze daarom een financiële vergoeding om op te treden op bijvoorbeeld Koningsdag, bij de intocht van Sinterklaas of bij het lokale dorpsfeest, zegt Doop. ‘Hierdoor zijn deze optredens niet meer vanzelfsprekend. Nu kiezen bijvoorbeeld showbands ervoor om op Koningsdag niet op te treden in de eigen gemeente, maar ergens in een andere gemeente waar ze wél betaald krijgen.’
Het Puttense Excelsior krijgt wel subsidie. In ruil daarvoor geeft het korps vijf optredens per jaar, bijvoorbeeld tijdens Koningsdag of bij het kerstconcert.
‘We spreken hier regelmatig over met wethouders, maar ook met andere domeinen binnen de gemeente’, zegt Doop. ‘Welke rol heeft de muziekvereniging? Veel gemeenten vinden het belangrijk dat er een vereniging is voor alle zaken die ze vieren. Subsidie helpt dan.’
Dat mes snijdt aan twee kanten. Doop: ‘Als je als vereniging vindt dat je subsidie moet hebben, dan moet je ook iets terugdoen voor de samenleving, vinden wij.’ Zo zijn er verenigingen waarvan mensen met een verstandelijke beperking lid kunnen worden en een eigen onderdeel zijn, vergelijkbaar met de G-teams bij voetbalclubs. De amateurverenigingen kunnen zo een bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, zoals het voorkomen van eenzaamheid.
Maar muziekonderwijs is dus van belang. Ook de VNG wijst in de cultuurpropositie, waar wethouder Van Nieuwenhuizen bij betrokken was, nadrukkelijk naar de waarde van cultuuronderwijs. Het streven van de VNG is dat elke gemeente vanaf 2029 een voorziening voor cultuureducatie en -participatie kent, ‘nauw verweven met het onderwijs en maatschappelijke partners’, zodat talenten de ruimte krijgen om door te groeien. 
‘De basis op orde’, is de belangrijkste aanbeveling die de VNG aan gemeenten doet. De basisinfrastructuur begint bij een brede verankering van lokaal cultuurbeleid. En omdat cultuur, waaronder het maken van muziek, een rol kan spelen in het sociaal domein, zouden gemeenten kunnen denken aan afdrachten vanuit die domeinen naar de culturele sector. Financiering van de muziekverenigingen speelt daarbij een belangrijke rol. Niet door incidenteel subsidies uit te reiken, maar door voor de lange termijn cultuurbeleid vast te stellen. Maar een visie op het cultuuronderwijs is een even belangrijke voorwaarde.

Kennismaking
Muziek is voor veel kinderen een eerste serieuze kennismaking met cultuur, zegt Emmen. ‘Het is een van de spraakmakende en tot de verbeelding sprekende aspecten van cultuur.’ Kinderen die al vroeg met cultuur in aanraking komen, blijven later ook vaker betrokken. Emmen: ‘We weten dat cultuur verbindt, verrijkt en depolariserend kan werken. Als je als kind niet de kans krijgt om dat te ontdekken, dan maak je dat op latere leeftijd vaak niet meer goed.’ 
Investeer daarom in cultuur, is de oproep die Emmen doet aan gemeenten. Maar de cultuurdirecteur is zich ook bewust van de financiële moeilijkheden waar veel gemeenten voor staan. ‘Het is een lastige opgave, er zijn natuurlijk veel meer domeinen die aandacht vragen. Kijk daarom ook naar de positieve effecten van cultuurparticipatie op die andere domeinen en bij maatschappelijke opgaven als jeugdzorg, vergrijzing, sociale isolatie en zorg.’

Lees ook:
Wethouder Janita Tabak over kwetsbare cultuur (VNG Magazine 1 september 2023)