VNG Magazine nummer 12, 30 augustus 2024

Tekst: Monique Westenbroek | Beeld: Fotografie Alexander/Lex Beers

Inclusieve erfgoedparticipatie zorgt ervoor dat inwoners zich meer met de leefomgeving en met elkaar verbonden voelen. Lokale kennis wordt beter benut en je wordt gehoord en gezien. ‘Bij het zoeken naar de waarde van vondsten gaat het niet altijd om archeologische kennis, maar ook om gemeenschappelijke herkenning.’

Vindplaats Zenit Almere

Volgens­ Mohssine Dahhan werkt participatie ook bij archeologie en erfgoed – als aan de juiste voorwaarden wordt voldaan. Door verhalen te vertellen waar inwoners zich in herkennen, bijvoorbeeld.
Dahhan is de gemeentelijke archeoloog van Almere. Hij houdt zich al jaren bezig met het delen van geschiedenis en cultureel erfgoed met immigranten. ‘Het is belangrijk om de geschiedenis van de gemeente zo te vertellen dat inwoners zich daarmee kunnen identificeren als mens, niet als iemand met een bepaalde nationaliteit. Het maakt niet uit waar je vandaan komt en wat je achtergrond is. Als je dat als uitgangspunt neemt, raak je met elkaar verbonden. Zo wordt de stad van iedereen.’
Erfgoed is een onlosmakelijk onderdeel van de leefomgeving en culturele geschiedenis. Daarom is het zaak hier ook de inwoners nadrukkelijk bij te betrekken, vinden de stadsarcheologen van Almere en Helmond. Door contact met ze te zoeken, ook met degenen die zich niet gezien of gehoord voelen, geef je ze een stem. Dit sluit naadloos aan bij de uitgangspunten van het Verdrag van Faro van de Raad van Europa uit 2005, dat de mens binnen het erfgoed centraal zet.

De basis van integreren is elkaar en de geschiedenis leren kennen

Hoorbaar en zichtbaar
Dahhan: ‘Participatie is geen gunst, het is een recht. Je hebt het recht om te gaan stemmen bij verkiezingen en je hebt ook het recht om te participeren. Bij participatie luister je niet alleen naar anderen, maar jij moet ook gehoord worden. Daarmee maak je jezelf hoorbaar en dus zichtbaar.’
De basis van integreren is elkaar en de geschiedenis leren kennen. Nederland, Marokko en Turkije hebben bijvoorbeeld al een gedeelde geschiedenis, zegt hij. Het Romeinse Rijk strekte zich honderden jaren uit tot in deze landen. De limes, de Romeinse rijksgrens, liep vanuit Engeland onder meer door Nederland en Turkije naar Marokko. ‘Er is genoeg dat ons al verbindt’, zegt Dahhan. ‘Helaas is er in sommige landen veel minder aandacht voor geschiedenis, archeologie en monumenten. Als er economische of andere problemen zijn in een land is er weinig aandacht voor cultuur. Het gaat dan veel meer over overleven. Maar als je de geschiedenis van bijzondere gebouwen of een archeologische site vertelt en nieuwkomers erbij betrekt, ontstaat er verbinding met hun woonplek en de omgeving.’

Herkenning
Helmond heeft al een lange traditie met erfgoedvrijwilligers. ‘Maar vaak worden archeologische rapportages van opgravingen toch gelezen en beoordeeld door archeologen,’ zegt stadsarcheoloog Theo de Jong. ‘De geschiedenis is van ons allemaal. Daarom moeten wij dit ook delen met de inwoners, ongeacht hun achtergrond. Zij kunnen dan mede bepalen wat belangrijk is en tegen de gemeente zeggen: waarom laten we die vondsten niet in het wijkcentrum zien? Een onderzoeker kan iets op een heel andere manier duiden dan een inwoner. Het is op deze manier wel zoeken naar de waarde van vondsten, maar dat maakt het ook heel interessant. En het gaat niet altijd om archeologische kennis, maar ook om gemeenschappelijke herkenning.’

Een onderzoeker kan iets op een heel andere manier duiden dan een inwoner

Vuilnisbelt
Het saneren van een vuilstortplaats in 2016, om ruimte te maken voor een nieuwbouwproject, leidde tot het vijf jaar durende erfgoedproject ‘Helmond in 100 stukskes, vuilnis met verhalen’. De Jong werd door een van de vrijwilligers getipt dat bij de sanering van de stortplaats, in gebruik tussen 1931 en 1957, uit de zeefinstallatie de flessen, potten en pannen ‘over straat rolden’, vertelt hij. ‘Toen we daar gingen kijken, bleek het ook om voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog te gaan, zoals soldatenhelmen en ander oorlogstuig. We kregen van de saneerder toestemming om in de werkpauzes in de uitgezeefde vuilstortresten te kijken en kwamen met zakken en bakken vol vondsten terug.
Van de ruim 1500 vondsten werd een kleine tentoonstelling gemaakt in het Edah-Museum, een kruideniersmuseum uit het midden van de vorige eeuw. Toen bleek dat veel bezoekers herinneringen aan de vondsten hadden, ontstond het idee om in een woonzorgcentrum herinneringen van ouderen, de ‘ooggetuigen’, door ‘verhalenvangers’ te laten optekenen.
Van deze periode van crisis, oorlog en wederopbouw werd samen met de Heemkundekring en het Kunstkwartier een verhalenbundel gemaakt. ‘We plaatsten de voorwerpen uit de vuilstort op een tafel waar een groepje ouderen omheen zat en toen kwam het ene na het andere verhaal tevoorschijn’, vertelt De Jong. ‘Ze vulden elkaar aan op basis van de dingen die ze op tafel zagen staan. Zelfs dementerende ouderen herkenden de voorwerpen nog en vertelden daar verhalen bij.’

Eigen visie
De Jong: ‘Ik realiseerde me toen ook dat iedereen een eigen visie heeft op wat hij ziet. Dat geldt ook voor archeologen. Als ik als archeoloog een opgraving uitvoer, dan is mijn verhaal anders dan dat van een collega, terwijl we uitgaan van dezelfde soort vondsten. De herinneringen van deze inwoners geven waarde en betekenis aan de spullen die wij op de vuilnisbelt vonden. Dát is de sociale waarde van erfgoed. Ik had vuilnisstortplaatsen niet op de archeologische waardekaart staan, maar daar ben ik door dit project wel anders over gaan denken.’
De vondsten hebben een blijvende waarde gekregen: er is een memoryspel van gemaakt en de Heemkundekring gebruikt ze in september bij de viering van tachtig jaar vrijheid in een tentoonstelling over de bevrijding van de regio. Deze expositie komt in een leegstaand winkelpand waar weer een heel ander publiek op afkomt.

Prehistorie
Participatie is het sleutelwoord van Vindplaats Zenit in Almere Buiten, een archeologische vindplaats van zo’n tienduizend jaar geleden. In de bodem vonden archeologen sporen van prehistorische bewoning: vuurstenen, notendoppen, pijlpunten. Omdat op deze vindplaats niet mag worden gebouwd, is daar een ontmoetingsplaats voor en door de buurt gemaakt waar inwoners kennismaken met de geschiedenis, zegt archeoloog Dahhan. Bewoners hebben de vindplaats geadopteerd en doen daar vrijwilligerswerk. Er zijn een moestuin, een prehistorisch dorp met vuurplaats en twee prehistorische hutten.
Dahhan: ‘Het is heel mooi om ook inwoners met een migratieachtergrond mee te laten draaien als partner op deze vindplaats. Je ziet daardoor verbinding ontstaan tussen bewoners, hun cultuur en denkwijze.’
Het is voor een gemeente als Almere, waar 40 procent van de bevolking een andere etnische achtergrond heeft, belangrijk dat erfgoedparticipatie gaat groeien en dat ook de stem van deze mensen wordt gehoord, zegt de archeoloog. ‘Je kunt over participatie praten, maar het gaat vooral over doen. Om iedereen te bereiken, kun je workshops geven of educatieve programma’s opzetten. Maar het gaat ook over goed en toegankelijk communiceren. Gebruik hier de lokale media voor en laat iets vertalen in meerdere talen. Bevorder ook vrijwilligerswerk onder mensen met een andere etnische achtergrond zodat ze worden meegenomen in het verhaal van erfgoed. Netwerken van etnische gemeenschapsorganisaties zijn ook belangrijk, maak daar programma’s voor zodat ook zij betrokken raken. Ontwikkel inclusief beleid en zorg dat dit actief wordt toegepast en geëvalueerd. Het kost tijd, het kost geld, maar ook dit is democratie.’

De verhalenbundel Helmond in 100 stukskes, vuilnis met verhalen, is te verkrijgen via heemkundekringhelmont.nl/boeken.