Monitoring is een doorlopend proces in alle fasen. In de eerste fase heeft u indicatoren vastgesteld. Het is van belang voortdurend terug te koppelen welke gewenste en ongewenste effecten beleid heeft, in hoeverre doelen behaald worden en of en zo ja op welke punten beleid moet worden bijgesteld.

Monitoring kost tijd en inzet. Het is belangrijk dat er voldoende tijd, ruimte en capaciteit is die gebruikt kan worden voor het monitoren. Het helpt om hier bij het opstellen van beleid en het inrichten van projecten en teams al capaciteit voor vrij te maken.

Om het effect van maatregelen te meten kunt u gebruik maken van (een combinatie van) kwantitatieve en kwalitatieve monitoring. U kunt een scan doen met de tools om de gezonde leefomgeving te meten, zoals genoemd in hoofdstuk 3.1.3 en bijlage 2. Door dezelfde tools opnieuw te gebruiken kunt u verschillen meten tussen de beginsituatie en nieuwe situatie met de geïmplementeerde maatregelen. Deze tools bieden een objectief beeld van de leefomgeving.

De gezonde leefomgeving is echter een breed thema en zijn er meer effecten dan die met een kwantitatieve analyse te meten zijn. Denk hierbij aan de (ervaren) gezondheid van inwoners, waarvan een directe relatie met de leefomgeving lastig te meten is. Daarom kunt u als gemeente ook gebruik maken van kwalitatief onderzoek en citizen science. Ga met inwoners van een gebied waarin maatregelen zijn geïmplementeerd in gesprek over de ingevoerde maatregelen en de effecten die dit heeft op de leefomgeving en gezondheid van inwoners. Ga in gesprek over wat wel en niet werkt en welke verbeterpunten er zijn. Het is bovendien ook een manier om inwoners te betrekken bij het werken aan de gezonde leefomgeving, wat ook weer kan bijdragen aan een gezondere leefomgeving.

Om een zo compleet mogelijke monitoring te doen, kunt u als gemeente de kwantitatieve en kwalitatieve data koppelen, om zo een breed beeld van de gezonde leefomgeving te krijgen.

Bij deze fase hoort de stap ‘terugkoppeling’ uit de beleidscyclus van de Omgevingswet. In de terugkoppeling vinden monitoring en evaluatie plaats. De Omgevingswet voorziet in een systematiek voor monitoring en evaluatie van de effecten van het omgevingsbeleid op de leefomgeving. Op basis hiervan kan het beleid zo nodig worden bijgestuurd. Via monitoring brengt de overheid de kwaliteit van de leefomgeving in beeld. Dit biedt input voor de evaluatie, waaruit moet blijken of er een eventuele bijstelling van beleidsdoelen en/of aanpassing van de inzet van instrumenten nodig is.