Drie jaar lang was Ingrid Hoogstrate directeur van VNG Naleving. Op 1 september van dit jaar ging ze aan de slag als directeur Inclusieve Samenleving van de VNG. Een mooi moment om nog één keer achterom te kijken.
 

Ingrid Hoogstrate

Never a dull moment. Dat vat haar periode bij VNG Naleving goed samen. VNG Naleving ondersteunt gemeenten bij het vormgeven van toezicht, handhaving en naleving in het sociaal domein. Hoogstrate bouwde aan een verdere professionalisering van de organisatie in de schaduw van onder meer de kinderopvangtoeslagenaffaire, gerechtelijke uitspraken over het gebruik van data, de boodschappenaffaire en veel media-aandacht voor zorgfraude. 

Wat is je het meest opgevallen de afgelopen jaren?

Hoe moeilijk het is om een grootschalige verandering te bewerkstelligen. Bijvoorbeeld om iets te verbeteren in de uitvoering op zo’n manier dat iedereen dit oppikt. Kijk alleen maar naar de nasleep van de kinderopvangtoeslagenaffaire. Naast het nadenken over de vraag hoe het zo fout kon gaan, moet je het oplossen. Gemeenten spelen een grote rol bij het herstel van deze affaire. En ik besef hoe lastig dit is. Maar wat ik zie is dat we te veel blijven hangen in het systeem, in hoe we zaken altijd hebben aangepakt. 

En als je dit vertaalt naar het domein van werk en inkomen?

In de jaren ’90 kwam de focus in het domein van werk en inkomen te liggen op doelmatigheid en handhaving. De processen die toen zijn ingevoerd, bestaan in grote lijnen nog steeds. Maar als je iets al 20 of 30 jaar op een bepaalde manier doet, denk je niet meer voldoende na over het systeem. We maken gebruik van gegevens van onze ketenpartners, vragen veel informatie op bij inwoners of stellen een nader onderzoek in op basis van deze informatie. Terwijl we niet nader hebben vastgelegd hoe, waarvoor en wanneer we bepaalde gegevens (mogen) gebruiken en hier ook transparant over zijn. 

Zo floot de Centrale Raad van Beroep eind 2020 een gemeente terug die bij een onderzoek gebruik had gemaakt van een risicoprofiel. Deze gemeente kon echter niet duidelijk maken op basis waarvan ze had besloten de persoon in kwestie te onderzoeken. Gelukkig zie ik veel gemeenten hier nu een slag in maken. Ze denken meer na over waarom ze iets doen, waarom ze bepaalde data gebruiken en de transparantie van het proces. 

Hoe zit dat met toezicht en handhaving in relatie tot zorgfraude?

Ook hier blijkt wat mij betreft dat verandering lastig is. Alle gemeenten zouden zorgfraude moeten bestrijden, maar toch zijn er nog gemeenten die dit niet doen. Vanwege de focus op andere thema’s is er dan onvoldoende bestuurlijke aandacht. Terwijl het uiteindelijk alleen maar geld oplevert en je bijdraagt aan het maatschappelijk nut. 

Eigenlijk de omgekeerde wereld in vergelijking met werk en inkomen. Toch zijn hier flinke stappen gezet. Toen ik in 2019 begon zaten zowel VNG Naleving als gemeenten in de fase van pionieren. We vroegen ons af hoe we grip konden krijgen op zorgaanbieders. Samen met gemeenten en deskundigen zijn we gaan nadenken over de nodige stappen om malafide zorgaanbieders te weren en te bestrijden. Dat heeft geleid tot een aantal bruikbare producten voor gemeenten. 

Op welke manier heeft VNG Naleving zich als organisatie ontwikkeld de afgelopen jaren?

Het was echt een club mensen met het motto ‘niet lullen, maar poetsen’. Maar ook een club die openstond voor verandering. Ik zag het als een soort startup, waar zaken die meer structuur geven aan een organisatie nog niet goed geregeld waren. Inmiddels zijn er meer mensen die gevoel hebben met de wet en het concept. Dat versterkt de dienstverlening. Ook investeren we veel in de kwaliteit en ontwikkeling van onze medewerkers.

En last but not least, in plaats van verschillende subsidiestromen hebben we nu stabiele financiering via de Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU). Daar ben ik echt trots op. Gemeenten investeren nu echt zelf in toezicht en handhaving. Dat laat zien dat ze het belangrijk vinden en dat VNG Naleving toegevoegde waarde heeft.  

Zijn er nog meer dingen waar je trots op bent? 

Dat we de genoemde organisatieverbeteringen echt samen voor elkaar hebben gekregen. Ook ben ik blij met de stappen die we in de aanpak van zorgfraude hebben gezet. Een mooie basis voor de – noodzakelijke – volgende stap. Verder hebben we een belangrijk thema als arbeidsmigranten aan ons portfolio toegevoegd. 

En als ik terugdenk aan het begin van de coronatijd, dan denk ik aan ons team kinderopvang. Scholen en kinderopvanglocaties moesten sluiten. Onder hoge druk heeft dit team er samen met gemeenten en andere betrokken partijen voor gezorgd dat er noodopvang beschikbaar was voor kinderen van ouders in cruciale beroepen. Een prestatie van formaat.  

Heb je nog een boodschap voor gemeenten?

Toezicht dreigt in alle drukte vaak onterecht onder op de stapel te verdwijnen. Maar toezicht is écht een kerntaak van gemeenten. Neem de Wmo en Jeugdwet. Het gaat om overheidstaken die je laat uitvoeren door de markt. Je moet dan wel weten dat dit goed gebeurt, op een manier die recht doet aan de inwoners. Aan de voorkant, bij je beleid, bij je inkoop, moet je al nadenken hoe je dat gaat doen. Het is bijna onbestaanbaar dat je dat niet doet. 

Handhaving is een sluitstuk in het proces. Dat zit natuurlijk veel meer in de uitvoering. Daar hebben de meeste gemeenten wel oog voor. Maar met de uitdagingen rond gegevensuitwisseling en het negatieve imago staat ook handhaving onder druk. Gelukkig denken we steeds meer na over goede preventie. Een verandering die ik van harte toejuich. 

Hoe kan VNG Naleving gemeenten hierbij helpen?

Preventie zal ook het mantra zijn in de dienstverlening van VNG Naleving. Natuurlijk moet je altijd zorgen dat je fraude kunt aanpakken, maar preventie is de nieuwe richting. In dat licht moet VNG Naleving zich verbinden aan de grote ontwikkelingen. Denk aan de Hervormingsagenda Jeugd met de nieuwe inkoopstandaarden en aan de aanpassingen aan de Participatiewet. Daar liggen kansen om ons verhaal van naleving en preventie stevig aan te koppelen. 

En hoe zien de komende jaren er voor jezelf uit?

De grootste uitdaging is om het vertrouwen van inwoners in de overheid te herstellen. Het feit dat de uitvoering op verschillende terreinen niet goed loopt, zegt ook iets over bestuur en beleid. Zoals ik al zei blijven we vaak hangen in het systeem. Ik mis dan een goede analyse van het probleem.

Je ziet dat op allerlei terreinen: de kinderopvangtoeslagenaffaire, de aardbevingsschade, de energiemaatregelen, het sociaal domein. En dan loop je het risico om – vanuit een goede intentie – met de verkeerde oplossing te komen. Aan de VNG de taak om te helpen dit met een samenhangend geheel van goede lobby, goed beleid en goede uitvoeringsondersteuning aan gemeenten beter te maken. Nee, ook de komende jaren never a dull moment.