VNG Magazine nummer 13, 10 september 2021

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Caspar Huurdeman/ANP

Na een jarenlange daling stagneert de afname van het aantal verkeersdoden. Rijk, VNG en partners presenteerden een plan om het aantal slachtoffers verder te verminderen. Ook gemeenten moeten aan de bak.
 

Verkeersveiligheid

In 2020 lieten 610 verkeersdeelnemers het leven, becijferde het CBS. Dat zijn er weliswaar minder dan een jaar eerder, maar dat komt vooral doordat er door de lockdown fors minder verkeer was. Relatief gezien vielen er juist meer doden: op de dagen dat het het minst druk was op de weg, lag het aantal verkeersdoden juist hoger dan in dezelfde periode in 2019. Het aantal gewonden in het verkeer stijgt al jaren. 

Het kabinet presenteerde in 2018 het Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV), dat mede ondertekend is door de VNG en het Interprovinciaal Overleg (IPO). Het plan moest een nieuwe impuls geven aan het verbeteren van de verkeersveiligheid. Het doel is ambitieus, zegt Henk Schravemade: nul verkeersdoden in 2050. Schravemade is door de VNG aangesteld om als relatiemanager verkeersveiligheid gemeenten te helpen en te stimuleren om maatregelen te nemen.

Het verkeer is de laatste tien jaar veranderd. Zo is het aantal fietsers toegenomen en is er een grote variëteit ontstaan in soorten fietsen, met verschillende snelheden. De opkomst van de elektrische fiets heeft ertoe geleid dat ouderen mobieler zijn geworden. Elektrische auto’s zijn stiller en worden daardoor soms pas laat opgemerkt. En sociale media zorgen ook in het verkeer voor meer afleiding bij bestuurders.

Preventie
De meest gevaarlijke verkeerspunten zijn de afgelopen jaren wel aangepakt. Het wordt daardoor steeds moeilijker om maatregelen te nemen om het aantal slachtoffers verder te laten dalen. In het SPV is de strategie daarom veranderd, zegt Schravemade. Waar voorheen een weg werd aangepakt nádat er ongelukken gebeurden, is preventie nu de inzet. Gemeenten spelen hierin een belangrijke rol: de meeste slachtoffers vallen op wegen met 30, 50 of 60 kilometer per uur als maximumsnelheid. De lokale overheden zijn verantwoordelijk voor een groot gedeelte van dit wegennet.

Het risicogestuurd werken moet bij veel gemeenten nog landen

Schravemade trok de afgelopen maanden langs veel gemeenten om van gedachten te wisselen over het SPV. Want, zegt hij, voor gemeenten vraagt de omslag van een reactief naar een proactief verkeersbeleid een cultuuromslag. Het is zijn rol om te stimuleren dat gemeenten die omslag ook maken, door goede voorbeelden te delen en informatie uit te wisselen, bijvoorbeeld over de subsidies die gemeenten van het rijk kunnen krijgen. In tien jaar tijd is er jaarlijks 50 miljoen euro beschikbaar voor gemeenten om de verkeersveiligheid te vergroten. ‘Er is dus geld en ondersteuning’, zegt Schravemade.

De relatiemanager heeft de afgelopen maanden zo’n zeventig gesprekken gehad. Nog eens twintig zijn ingepland. Het doel is om op honderd uit te komen. Hij sprak met wethouders en verkeersambtenaren over het SPV. ‘Ik merk dat het risicogestuurd werken bij de meeste gemeenten nog wel moet landen. En met name kleinere gemeenten hebben een capaciteitsgebrek: die hebben maar een kleine afdeling verkeersveiligheid, met bij de kleinste gemeenten soms maar één medewerker die alles moet doen. Dat is een behoorlijk vraagstuk.’

Budget
Een ander vraagstuk is het budget. Verkeersmaatregelen kosten veel geld, gemeenten zitten financieel niet ruim in hun jas en hebben talloze andere opgaven. Probeer dan als wethouder hiervoor maar eens geld vrij te spelen bij de gemeenteraad. Schravemade trekt een vergelijking met de Deltawerken. ‘Wil je echt minder slachtoffers, dan moet je risicogestuurd gaan werken. Maar dat leidt tot een paradox: want als je het wegennet goed hebt ingericht, gaat er minder vaak wat mis. Dan is het moeilijk te bewijzen dat het geld goed is besteed.’

Webinar

 

Wat zijn de meest voorkomende uitdagingen voor gemeenten? In november behandelt Henk Schravemade in een webinar deze vraag. Klik hier voor meer informatie.
 

Schagen

Schagen is een van de gemeenten die door Schravemade zijn bezocht. Verkeerswethouder Hans Heddes (PvdA) schetst de situatie ter plekke. De gemeente is allereerst vrij toeristisch, met veel relatief oudere fietsers die tegenwoordig steeds vaker elektrisch rijden. Tegelijk is de landelijke gemeente een van de grootste bollengebieden ter wereld. De fietsers – naast de toeristen ook veel scholieren die vanuit de 25 kernen naar de middelbare school in Schagen gaan – moeten de smalle plattelandsweggetjes delen met steeds grotere landbouwvoertuigen. ‘Die weggetjes zijn in de vorige eeuw aangelegd en kunnen we nu niet breder maken. Er zijn geen grote ongelukken gebeurd, maar het houdt ons wel bezig.’

Naast het aanpakken van het wegennet, waar in de dorpskernen steeds meer dertigkilometerzones worden ingericht, richt Schagen zich daarom op het gedrag van de verkeersdeelnemers. Samen met land- en tuinbouworganisatie LTO is een campagne opgezet om tractorbestuurders te wijzen op hun verkeersgedrag. En in plaats van het bestraffen van hardrijders, zet de gemeente in op het belonen van bestuurders die zich wél aan de maximumsnelheid houden. Langs een dertigkilometerweg in het dorp Sint Maarten, waar structureel te hard gereden wordt, werd afgelopen juli een spaarpaal geplaatst, met steun van de provincie. Voor iedere auto die zich aan de snelheid hield, stortte de gemeente een euro in de pot. Het geld gaat naar het dorp. Het leverde het dorp 2.200 euro op, zegt Heddes. ‘Positief belonen is veel leuker, en het werkt.’

Sliedrecht

Sliedrecht heeft andere problemen, zegt wethouder Ton Spek (CDA). De stad ligt ingeklemd tussen de Merwede in het zuiden en de A15 in het noorden, met maar vier toegangswegen naar het dorp zelf. Langs de rivier ligt een gebied met zware industrie en het vrachtverkeer naar de snelweg moet dwars door het dorp. ‘Het is te druk’, zegt Spek. Ook hij wil minder verkeer in de binnenstad. Sliedrecht kent een langjarig verkeers- en mobiliteitsplan, maar Spek vraagt zich af of dit werkt ‘Dat plan is heel erg auto-minded en de recente ambities voor een extra ontsluiting zijn niet meegenomen.’ Misschien dat een extra ontsluiting werkt, maar aanmoedigen om de fiets te pakken is net zo belangrijk.

De waterbus over de Merwede naar het nabijgelegen Dordrecht zou een goed alternatief kunnen zijn voor het vervoer. Maar de boot wordt weinig gebruikt door forenzen, omdat die in Sliedrecht nog ver moeten fietsen om bij de kantoren te komen. Een extra fietspad helpt daarbij.

De wethouder kijkt tegelijk breder. In Sliedrecht wordt een warmtenet aangelegd. ‘De komende tien jaar gaan de belangrijkste wegen van het dorp daarom op de schop, van oost naar west.’ Het zou mooi zijn, zegt hij, als dan tegelijkertijd het wegennet ook veiliger gemaakt kan worden. Wat hem betreft, zouden hier ook SPV-gelden voor aangewend moeten worden.

Hilversum

Ook Hilversum bekijkt hoe het SPV nu een plek kan krijgen in het verkeersplan. De gemeente zette al in op preventie, net als in Schagen door verkeersdeelnemers op hun gedrag te wijzen, zegt wethouder Annette Wolthers (D66). Het is niet dat de stad nu evident onveilig is, zegt ze, ‘maar het kan altijd veiliger’. 

Verkeersveiligheid is in Hilversum een van de speerpunten van het integraal veiligheidsbeleid en een belangrijk onderdeel van het mobiliteitsplan van de stad. ‘De beleving is dat het op veel plekken in Hilversum veiliger kan.’ Jaarlijks pakt de gemeente de tien punten aan die op dat moment door de inwoners als meest onveilig worden beschouwd, of waarvan uit objectieve gegevens blijkt dat ze niet veilig zijn: rotondes, fietspaden, zebrapaden en nu ook de centrumring. Dit jaar wordt daar 1,5 miljoen euro voor uitgetrokken. Het rijk subsidieert de helft uit de 50 miljoen die jaarlijks beschikbaar is voor het SPV; de provincie legt nog eens 584.000 euro bij. 

Maar daarbij speelt het gedrag dus een belangrijke rol. Neem de centrumring, waar het volgens de wethouder voor sommige motorrijders ‘een sport is om vol gas te gaan’. Wolthers: ‘Daarom hebben we jaarlijks een campagne die twee weken duurt. Met bestickering op de weg, billboards en displays en handhaving door de politie wijzen we automobilisten erop dat de snelheid omlaag moet. Deze campagnes hebben een preventieve werking.’

Het veranderende verkeer staat ook centraal in het nieuwe mobiliteitsplan van Hilversum. ‘De technologische ontwikkelingen hebben consequenties voor het vervoer en de inrichting van het wegennet. De infrastructuur in Hilversum is zoals die is: niet ideaal. Als je naar de radio luistert, kun je de dj’s horen klagen over de bereikbaarheid van de studio’s. We hebben geen goede reputatie op dat gebied.’