VNG Magazine nummer 13, 10 september 2021

Een stabiele coalitie formeren wordt steeds ingewikkelder in Nederland. Zelf was ik ooit formateur in Almere, waar politieke versplintering en polarisatie de samenwerking tussen partijen al bemoeilijkten. De steeds toenemende electorale onzekerheid en geringe kiezersloyaliteit doen lijstrekkers en onderhandelaars vrezen dat coalitiedeelname, en de daarbij behorende moeilijke keuzes, tot verliezen gaan leiden in de volgende verkiezing.

Ook zien we steeds vaker dat partijen elkaar voorafgaand aan verkiezingen uitsluiten. Soms op basis van inhoud, maar vaak ook omdat persoonlijke verhoudingen zijn verstoord. Dat compliceert coalitievorming nog meer. In veel gemeenten zien we ook steeds radicalere partijen op de flanken en frequente afsplitsingen door interne conflicten.

Het Nederlandse politieke stelsel is uitermate geschikt voor representatie van alle groepen, belangen en opinies, maar onze consensusdemocratie kan alleen bestuurlijke stabiliteit leveren als de politieke elite – op nationaal, regionaal en lokaal niveau – zich verantwoordelijk en coöperatief opstelt.

Het is gezond voor een democratie als de verdeeldheid in de samenleving ook zichtbaar wordt in het openbaar bestuur, maar als dat leidt tot grote versplintering waarbij kleine en extremistische partijen een groot afpersingspotentieel ontwikkelen, dan is het democratisch juist ongezond. Tegelijkertijd moeten we erkennen dat Nederland niet langer grote gematigde partijen heeft, zoals voorheen het CDA en de PvdA, die de spil vormden van coalities.

De versplintering verdwijnt niet op korte termijn

Hoe nu verder? Vaak hoor je de roep om kiesdrempels of een minimaal aantal zetels voordat je als fractie wordt erkend, maar dat zijn eigenlijk antidemocratische oplossingen. We moeten simpelweg af van het idee dat een kabinet of een college van B en W uit partijen moet bestaan die samen een meerderheid in het parlement of de raad hebben. Er is juist veel te zeggen voor minderheidskabinetten en minderheidscoalities. Dan maakt de huidige halfslachtige dualisering plaats voor echte duale debatten omdat het stadsbestuur dan bij alle belangrijke besluiten andere partijen moet overtuigen.

Het is een misverstand dat minderheidscoalities geen vaste afspraken zouden kunnen maken met andere partijen die een deel van het beleid op onderdelen ‘gedogen’. Natuurlijk bestaat het gevaar dat je een tweedeling krijgt tussen bestuurderspartijen en gedoogpartijen, maar het voordeel is dat partijen die geen wethouders kunnen of willen leveren toch ook meebesturen en verantwoordelijkheid dragen. Je zou bij debatten de leiders van gedoogpartijen gewoon achter de tafel van B en W kunnen zetten om dat specifieke besluit te verdedigen, samen met de wethouder.

De versplintering en polarisatie verdwijnen niet op korte termijn, dus innovatieve en meer duale coalitievorming is noodzakelijk.

André Krouwel is oprichter van Kieskompas en werkt als politicoloog aan de Vrije Universiteit: andre.krouwel@vu.nl, @AndreKrouwel