VNG Magazine nummer 10, 4 juni 2021
Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Shutterstock
De ‘diepste val van de economie ooit’ ligt nog maar een jaar achter ons, maar Mathijs Bouman is optimistisch over de herstelperiode die voor ons ligt. Voor gemeenten is het daarbij de taak de lokale bedrijven te helpen.
De economische verwachtingen zijn goed. Het Centraal Planbureau verwacht voor dit jaar een economische groei van 2 procent, bleek uit de jongste prognoses van het planbureau van afgelopen maart. De verwachte groei loopt volgend jaar op naar 3,5 procent.
Hoe anders was dat een jaar geleden. De coronacrisis leidde tot een enorme economische crash: het bruto binnenlands product (bbp) liet een krimp van 8,5 procent zien.
Maar het herstel in het derde kwartaal ‘heeft iedereen verrast’, zegt econoom en journalist Mathijs Bouman: het bbp stuiterde met een groei van 7,8 procent bijna terug naar het niveau van vóór corona. De economische noodmaatregelen van de overheid hielden bedrijven overeind, zegt Bouman, en hadden daarmee een gunstig effect op het vertrouwen in de economie. Bovendien werd deze crisis niet veroorzaakt door het economische stelsel zelf, maar door een externe factor.
Optimistisch
Bouman is 16 juni te gast op het VNG Jaarcongres. Hij zal daar ingaan op de economische verwachtingen en de rol van gemeenten bij het economisch herstel. En Bouman is optimistisch. ‘Zoals het er nu naar uitziet, is het economische leed geleden. Na de zomer volgt een periode van herstel, waarbij de groei flink boven het gemiddelde ligt.’
De overheid heeft een belangrijke rol gespeeld bij het voorkomen van ernstigere schade. De grootste bulk daarvan kwam voor rekening van het rijk: regelingen als de NOW en de TVL hielden bedrijven overeind, net als belastingmaatregelen. De regelingen die door gemeenten werden uitgevoerd, de Tozo en de TONK, speelden een bescheidener rol, zegt Bouman.
Nu de komende maanden iedereen die dat wil een vaccin krijgt en de pandemie naar verwachting de laatste fase ingaat, gaat Nederland weer langzaam van het coronaslot. De economische steunmaatregelen worden afgebouwd. Dat is het moment dat er een belangrijke rol voor gemeenten is weggelegd, zegt Bouman, omdat bedrijven dan weer op eigen kracht overeind moeten blijven. Die opstartfase in juni en juli is risicovol, omdat ze dan weer personeel moeten aannemen en producten moeten inkopen, zonder dat daar meteen omzet tegenover staat. ‘Dat kan dodelijk zijn voor bedrijven.’
‘De afgelopen periode hebben we bedrijven met heel generieke steun overeind gehouden: iedereen die een omzetdaling had vanwege corona kreeg steun. Daar is weinig lokale kennis voor nodig. Nu gaan we hopelijk naar een periode waarin bedrijven die het echt nodig hebben en het ook gaan redden, opstartsteun krijgen. Daarbij moet er gekozen worden: niet alle bedrijven hebben die steun nodig. Dat vereist veel kennis, en die zit regionaal. Dat is dus een rol voor gemeenten.’
De crisis kan een blessing in disguise zijn
Taskforce
De VNG heeft een taskforce in het leven geroepen die kijkt naar het economisch herstel na corona. Drie punten staan daarin centraal: het levendig houden van de stads- en dorpscentra, de regionale arbeidsmarkt en de krimpgebieden.
‘De crisis kan een blessing in disguise zijn’, zegt Bouman over het overschot aan winkelpanden. ‘Er zijn veel goede voorbeelden van plekken waar een wethouder voortvarend aan de slag is gegaan met het verkleinen van de centra en het creëren van meer woonruimte in winkelpanden in de periferie van het centrum. De crisis vraagt ook wel om dat te doen. De trend om online te gaan shoppen, is versterkt.’
Arbeidsmarkt
Ook op de arbeidsmarkt verwacht Bouman inzet van gemeenten. De krapte op de arbeidsmarkt houdt aan en dus is het zaak om werkgevers en werkzoekenden goed te matchen. ‘Dat moet regionaal gebeuren. Het roc en het lokale bedrijfsleven spelen daarbij een rol – net als het UWV en de gemeenten, want ook de bijstand moet daarbij betrokken worden. Er is enorm veel vraag naar deze begeleiding. Het is zoeken naar manieren om mensen de goede kant op te krijgen. Soms is daar ook een stok voor nodig.’
Handstad
Tot slot de regionalisering: welke gebieden jagen de economie aan? De G4-gemeenten zijn van oudsher economische brandpunten, maar die tijden zijn veranderd, zegt Bouman. ‘Het zijn niet per se de vier grote steden waar de economische groei vandaan komt. Ook Eindhoven en Zwolle spelen een belangrijke rol.’ Bouman spreekt van de ‘handstad’, als tegenhanger van de Randstad, met economische gebieden die als vingers over het land liggen. ‘Ik woon zelf in de Kop van Noord-Holland’, zegt Bouman. ‘Daar zit de wereldtop in zaadveredeling. De Eemsmond ontwikkelt zich sterk met datacenters en waterstof. En in Zeeland gebeurt veel met de windmolenparken die daar worden aangelegd. De vraag is vooral hoe je zorgt dat je de goede mensen daar krijgt. Je moet er dus als gemeente voor zorgen dat mensen na hun studie weer naar de regio terugkeren. Dan gaat het om leefbaarheid, maar ook dat er werk is voor de partner.’