VNG Magazine nummer 5, 19 maart 2021

Auteur: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Phil Nijhuis/ANP

Lager opgeleiden hebben minder vertrouwen in de politiek, bleek opnieuw uit onderzoek van RTV Noord, RTV Drenthe en Omrop Fryslân. Ook gemeenten moeten oog hebben voor deze groep, zegt hoogleraar bestuurskunde Caspar van den Berg van de Rijksuniversiteit Groningen/Campus Fryslân.
 

Caspar van den Berg

Wat zeggen deze conclusies?
‘Het is een interessant onderzoek van de drie noordelijke omroepen. Deze cijfers hebben alleen betrekking op Noord-Nederland, maar de conclusies komen overeen met vergelijkbaar onderzoek. Het is een genuanceerd probleem. De overheid en haar instituties worden voornamelijk bevolkt door hoger opgeleiden. Zij kijken op een andere manier naar onderwerpen dan lager opgeleiden. De Tweede Kamer is geen afspiegeling van de samenleving als het gaat om opleidingsniveau. Dat is niet zo gek: het werk is zo complex dat een academisch denkniveau van pas komt. En moet je zelf tot een bepaalde doelgroep behoren om een belang te dienen? Dat hoeft natuurlijk niet. Maar internationaal vergelijkend onderzoek laat zien dat hoogopgeleide volksvertegenwoordigers vaker wetten maken en steunen die meer in het voordeel van hoogopgeleiden zijn.’

Hoe zit dat bij gemeenten?
‘Het vertrouwen in gemeenten is iets hoger. Mensen identificeren zich meer met de gemeente. Zij gaan over onderwerpen die dichter bij de inwoner staan. Wel is het raadswerk van nu heel anders dan in de jaren negentig. Door decentralisaties is veel meer kennis nodig over financiën, de uitvoering en de inhoud van het beleid. Ik kan me voorstellen dat het raadswerk daardoor voor mensen met een lagere opleiding niet aantrekkelijker is geworden. Als daarmee de afspiegeling in de raden slechter wordt, dan is dat een verarming van de lokale democratie. Ik heb overigens nog geen systematisch bewijs gezien dat dat gebeurt, maar het betekent wel dat partijen voor de komende gemeenteraadsverkiezingen moeten meewegen dat ze én de benodigde expertise op de lijst hebben én aandacht besteden aan diversiteit en herkenbaarheid voor de burger.’

Wat kan een gemeente doen om het vertrouwen van lager opgeleiden te winnen?
‘Je moet weten wat er speelt in je gemeente. Dat kun je doen door de straat op te gaan, maar data en monitoring zijn ook van belang. Daar is een wezenlijk probleem ontstaan. De afgelopen jaren zijn heel veel beleidsterreinen gedecentraliseerd, maar de kennisinfrastructuur is niet voldoende meeveranderd. De kennisinstituten voor beleid, zoals het SCP, werken op het landelijk niveau. Hun werk is bedoeld voor de onderbouwing van beleid, maar als er meer decentrale keuzes gemaakt worden, heb je dat ook op decentraal niveau nodig. Anders weet je niet voldoende wat er specifiek in een bepaald gebied speelt.’