VNG Magazine nummer 18, 20 november 2020

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Shutterstock

Voor het eerst in de geschiedenis presenteert de VNG een compleet wetsvoorstel voor een beter openbaar bestuur. De Wet op het decentraal bestuur kan na de kabinetsformatie snel worden ingevoerd.
 

Ministeries Den Haag

Het lijkt een veilige voorspelling dat de inrichting van het openbaar bestuur een belangrijk onderwerp wordt bij de kabinetsformatie, komend voorjaar. Vorige week stuurde minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken een rapport van de Stichting Decentraal Bestuur naar de Tweede Kamer, waarin wordt voorgesteld gemeenten meer te betrekken bij het overhevelen van taken van het Rijk naar het lokale niveau. Een van de adviezen is om koepelorganisaties als de VNG (gemeenten) en IPO (provincies) in de gelegenheid te stellen vooraf hun wensen op tafel te leggen voor een nieuw regeerakkoord. De partijen die bij een kabinetsformatie betrokken zijn, kunnen daar dan rekening mee houden.

Maar er is meer dan dit advies. Ambtenaren van BZK kauwen nu al op mogelijke voorstellen. Daar komt nog een ‘Wet op het decentraal bestuur’ bij. Een ‘proeve’ hiervan is opgesteld door de Groningse hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga. Op verzoek van de VNG, en met interesse gevolgd door het IPO en de Unie van Waterschappen, schreef hij een wetsvoorstel waarin is vastgelegd hoe het decentraal bestuur in de toekomst idealiter zou moeten opereren.

Terugfluiten
Achtergrond: er moet een einde komen aan de huidige ‘onordelijke verhoudingen en inconsistenties in het openbaar bestuur’. Met een stevige, regisserende rol van de minister van Binnenlandse Zaken. Zoals de minister van Financiën nu een college kan terugfluiten wanneer hij met zijn plannen buiten de financiële kaders treedt, zo moet de minister van BZK straks een streep kunnen trekken wanneer een collega iets wil waar gemeenten en provincies niet mee uit de voeten kunnen.

De drie grote decentralisaties zijn te lichtvaardig over de schutting naar de gemeenten gegooid: wel de taken, niet de middelen. Met als gevolg dat de helft van de gemeenten nu feitelijk failliet is, zegt Elzinga. ‘Daar moet in de toekomst beter over worden nagedacht.’ Dat kan niet beter dan het regelen in een wet.

Wat nodig is, is een minister die de regie in handen heeft

Elzinga: ‘De gedachte is dat we hiermee op het allerhoogste niveau gaan afspreken hoe we met elkaar omgaan, binnen het openbaar bestuur. We hebben in Nederland een goed bestuur, maar het kan nog beter.’

Te beginnen met het terugdringen van de macht van de vakdepartementen. Gechargeerd gezegd: die hebben geen idee hoe gemeenten en provincies werken. ‘Nu is het zo dat de cultuur op departementen de taakstelling van gemeenten en waterschappen bepaalt. Als je verkokerd vanuit een vakdepartement naar de samenleving kijkt, zonder er rekening mee te houden dat wat jij bedenkt ook uitgevoerd moet kunnen worden, dan krijg je het betere gooi-en-smijtwerk dat we bij de decentralisaties hebben gezien. Wat nodig is, is een minister van Binnenlandse Zaken die de regie in handen heeft.’ Zoals in andere landen gebruikelijk is. ‘Daar kan die minister tegen zijn collega’s zeggen: dat heb je leuk bedacht, maar dat gaan we zo niet doen.’

Duidelijk beleidskader
Om dit te organiseren, is een duidelijk door de regering vastgesteld beleidskader nodig, waarbinnen de vakministers en -staatssecretarissen kunnen bewegen. Elzinga: ‘Dat gebeurt nu ook bij het financieel beleid. De afgelopen jaren verwees het kabinet steeds naar de taakstelling die was afgesproken in het regeerakkoord. Zo kan het ook werken met beleid dat op lokaal niveau moet worden uitgevoerd. Was er een bestuurlijk beleidskader geweest, dan had Ollongren tegen Wiebes kunnen zeggen: zoals het nu gaat met de Regionale Energiestrategieën, gaat het niet goed, want we hebben afgesproken de gemeenteraden een stevige positie te geven. Het grote voordeel van een wettelijke regeling is, dat niet alleen de minister van BZK erbij betrokken is, maar het kabinet als geheel.’

Volgens Elzinga laat de VNG met het wetsvoorstel zien dat ze zich niet alleen ziet als een belangenbehartiger voor gemeenten, maar zich ook medeverantwoordelijk voelt voor het openbaar bestuur als geheel. ‘Dat is een goede ontwikkeling. Bij nieuwe taken zal de vraag moeten zijn: kunnen gemeenten dit aan, past dit wel bij gemeenten? De jeugdpsychiatrie bijvoorbeeld, is dat een gemeentelijke taak? Het is verstandig om daar tijdig goed over na te denken.’

Wordt de Code Interbestuurlijke Verhoudingen, waarin is afgesproken hoe de verschillende overheden met elkaar omgaan, hiermee overbodig? Nee, zegt Elzinga. ‘Op allerlei plekken zijn in het verleden afspraken gemaakt. De gedachte is om die allemaal even te laten voor wat ze zijn, de goede dingen eruit mee te nemen en ze nu op een wat steviger niveau te brengen.'

Het is uniek dat de VNG een compleet wetsvoorstel presenteert, inclusief een regeling voor conflictbeslechting, en dan ook nog ruim vóór een kabinetsformatie. De wet kan er daarom snel zijn, dat is volgens Elzinga vooral een kwestie van politieke wil. ‘Ik zou zeggen,  voorjaar 2022. Laten we afspreken dat de Wet op het decentraal bestuur voor de raadsverkiezingen van 16 maart 2022 in het Staatsblad staat.’

Bestuurdersdag

De proeve van wet wordt in diverse sessies besproken op de Bestuurdersdag van de VNG. Die vindt digitaal plaats op 27 november 2020.