Het Right to Challenge (RtC) staat voor ‘het Recht om Uit te dagen’. De kern van de aanpak is dat een groep (georganiseerde) bewoners taken van gemeenten kunnen overnemen als zij denken dat het anders, beter, slimmer en/of goedkoper kan.
De relatie tussen overheid en bewoners verandert met het RtC in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer.
Oorsprong
De oorsprong van het Right to Challenge ligt in Engeland. Het is een onderdeel van de Localism Act uit 2011, een Act die tot doel heeft ‘buurtrechten’ een plek te geven binnen de publieke sector.
Via een juridisch georiënteerde aanpak krijgen bewonersinitiatieven de mogelijkheid om een bod uit te brengen met als doel het overnemen van een gemeentelijke taak. De concurrenten zijn vaak commerciële partijen. De lokale overheid besluit welke partij de taak krijgt.
Wat zijn de lessen uit Engeland?
De lessen uit Engeland zijn dat een andere manier van kijken en waarderen van maatschappelijk initiatief, en een goede ondersteuning, belangrijke voorwaarden voor succes zijn.
In de praktijk is het Right to Challenge in Engeland weinig toegepast. De concurrentie met commerciële partijen blijkt lastig. Bewonersinitiatieven moesten ingewikkelde trajecten volgen. Ze staan op kennisachterstand en hebben weinig ondersteuning. De overheid voelt zich vooral aangevallen.
Wat het opgeleverd heeft, is dat gemeenten nu eerder in gesprek gaan met bewonersgroepen. Engelse bewonersorganisaties pleiten nu voor een andere aanpak. Ook het Britse Lagerhuis wil inmiddels een andere invulling van dit recht.