Voor de waarneming van het burgemeestersambt wordt een onderscheid gemaakt tussen de functie van burgemeester als lid van het college en als voorzitter van de raad.

De waarneming als voorzitter van het college gebeurt normaal door de locoburgemeester; het voorzitterschap van de raad wordt altijd waargenomen door een raadslid.

Soms kan het gemeentebelang het noodzakelijk maken dat de waarneming plaatsvindt door een oud-burgemeester, een oud-wethouder, oud-gedeputeerde of oud-Kamerlid en soms door een zittende burgemeester van een andere gemeente.

Deze waarnemers worden aangewezen door de commissaris van de Koning. Hij of zij hoort daarover vooraf de gemeenteraad.

Waarneming door de locoburgemeester

In principe wordt de burgemeester met uitzondering van zijn taak als raadsvoorzitter, vervangen door de locoburgemeester.

Zodra de vervanging onafgebroken 30 dagen heeft geduurd, ontvangt een (deeltijd-)wethouder met terugwerkende kracht en voor de rest van de waarneming de voltijdsbezoldiging. Zijn bezoldiging wordt dus aangevuld tot het niveau van de bezoldiging van de burgemeester.

Waarneming door een oud-burgemeester, oud-wethouder, oud-gedeputeerde of oud-Kamerlid

Een commissaris van de Koning zoekt – externe- waarnemers vaak onder burgemeesters die bijvoorbeeld wegens gemeentelijke herindeling zijn ontslagen, maar kijkt vaak ook in de kring van oud-wethouders, oud-gedeputeerden en oud-Kamerleden.

Waarnemend burgemeesters ontvangen de reguliere burgemeestersbezoldiging. Na afloop van de waarneming ontvangt hij op grond van de Appa ten laste van het Rijk een Appa-uitkering die qua duur gelijk is aan de duur van de waarneming.

Over de inkomsten uit de waarneming wordt pensioen opgebouwd, tenzij de benoeming ingaat na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Wanneer de waarnemer tijdens de waarneming de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, wordt hij niet ontslagen.

De waarnemend burgemeester is volwaardig burgemeester en heeft zolang de waarneming duurt recht op de meeste voorzieningen gelijk aan de kroonbenoemde burgemeester.

De waarnemend burgemeester heeft geen verplichting om zich te vestigen in de gemeente. Daardoor vervalt het recht op een vergoeding voor dubbele woonlasten. Dit omdat een waarnemend burgemeester in beginsel tijdelijk het ambt vervuld. Hij of zij kan wel aanspraak maken op de vergoeding voor tijdelijke huisvesting. 

De waarnemend burgemeester heeft geen plicht tot het verrekenen van (neven)inkomsten.

Wet- en regelgeving

 via wetten.nl/zoeken

  • Gemeentewet (artikel 78)
  • Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers (artikel 3.2.14)
  • Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) (artikel 137a)

Waarneming door een burgemeester van een andere gemeente

Wanneer een burgemeester ook belast wordt met de waarneming van het ambt in een andere gemeente, dan wordt gedurende die tijd zijn bezoldiging berekend door die beide gemeenten als één gemeente te zien. De inwonertallen worden bij elkaar opgeteld.

Zijn bezoldiging wordt dan vastgesteld op de grootteklasse behorend bij het gezamenlijke inwoneraantal.

De beide gemeenten dragen naar rato van het inwonertal de kosten. De minister kan daarover desgevraagd anders beslissen.