De onderwerpen die we hier bespreken gaan over:
- Ontslagverlening
- Uitkering na verleend ontslag (Appa)
- Sollicitatieplicht
- Verhuiskosten bij ontslag
Een burgemeester kan op zijn verzoek ontslag worden verleend. De redenen daarvoor kunnen zijn:
- pensionering
- aanvaarding van een functie buiten de gemeente
- benoeming tot burgemeester in een andere gemeente
- de wens om niet herbenoemd te worden
- overige redenen (zoals arbeidsongeschiktheid)
Ontslagleeftijd 70 jaar
De ontslagleeftijd voor een burgemeester is 70 jaar.
In principe hoeft een burgemeester als hij de AOW-gerechtige leeftijd bereikt geen actie te ondernemen als hij wil doorwerken. Wel dient de burgemeester dit kenbaar te maken aan de raad en het college.
Ook is het aan te bevelen dat hij ruim voor het bereiken van de AOW-gerechtige leeftijd contact opneemt met het ABP. De pensioenopbouw gaat immers door. De burgemeester ontvangt wel AOW.
Meer informatie
Wet- en regelgeving via wetten.nl/zoeken
- Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers (artikel 136)
- Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers (artikel 3.2.19)
Burgemeesters krijgen een uitkering op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa).
Na het aftreden ontvangt de burgemeester, tenzij hij de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, een Appa-uitkering.
De reden van ontslag is niet relevant. Het maakt dus niet uit of een burgemeester ontslagen is op eigen verzoek, niet herbenoemd is of als gevolg van het opzeggen van het vertrouwen door de raad.
Hoogte van de uitkering
De hoogte van de Appa-uitkering bedraagt het eerste jaar 80% en daarna 70% van het laatstgenoten salaris vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering. De uitkering wordt aangepast aan de algemene salarisontwikkelingen voor de sector Rijk.
Duur van de uitkering
De uitkeringsduur is afhankelijk van de duur van het burgemeesterschap en het loopbaanprincipe en de leeftijd van de oud-burgemeester.
Appa-loopbaan | Uitkeringsduur |
< 3 maanden | 6 maanden |
3 maanden - < 2 jaar | 2 jaar |
≥ 2 jaar | de duur van de Appa-loopbaan, maar maximaal 3 jaar en 2 maanden |
Tot 2015: ≥ 10 jaar in een tijdsbestek van 12 jaar en minder dan 9 jaar en 7 maanden van pensioenleeftijd over 5 jaar | verlengde uitkering tot pensioenleeftijd (AOW) |
Vanaf 2016 ≥ 10 jaar in een tijdsbestek van 12 jaar en minder dan 5 jaar van pensioenleeftijd over 5 jaar (wetsvoorstel 33.946 - verkorting verlengde uitkering Appa) | verlengde uitkering tot pensioenleeftijd (AOW) |
Verlengde uitkering
Wanneer wordt voldaan aan de vereisten dat bij ontslag de burgemeester a) minder dan 9 jaar en 7 maanden verwijderd is van zijn pensioengerechtigde leeftijd over 5 jaar én b) op basis van het loopbaanprincipe een diensttijd van 10 jaar in een periode van 12 jaar kan worden vastgesteld, is sprake van de zogenaamde verlengde uitkering. Ook deze uitkering eindigt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
De oude verlengde uitkering geldt tot 31-12-2015.
Overgangsrecht verlengde uitkering
Voor de burgemeester die a) op 1 januari 2016 in functie was en die b) op het moment van aftreden voldoet aan de oorspronkelijke entreevoorwaarden en c) wordt herbenoemd in hetzelfde ambt bij hetzelfde bestuursorgaan na de eerstvolgende verkiezingen wordt de maximale uitkeringsduur van tien jaar eveneens gehandhaafd als de burgemeester na herbenoeming op enig moment aftreedt.
Loopbaanprincipe
Het loopbaanprincipe is bepalend voor de duur van de Appa-uitkering. De ‘dienstjaren’ van alle voorafgaand aan het ontslag vervulde politieke ambten tellen mee, tenzij de onderbrekingen daartussen zo groot zijn dat ze niet meer kunnen worden gezien als ‘nagenoeg aaneensluitend dienstjaren’. Of dat het geval is wordt bepaald aan de hand van een rekensom.
Hoofdregel: de onderbreking mag niet groter zijn dan 1/6e deel van de som van de totale diensttijd. De diensttijd voorafgaande aan een ‘te grote’ onderbreking telt niet mee.
De politieke ambten die bij de berekening van het loopbaanprincipe worden betrokken zijn alle politieke ambten waarvoor bij ontslag aanspraak bestaat op een Appa-uitkering, zoals: minister, staatssecretaris, lid van de Tweede Kamer, commissaris van de Koningin, gedeputeerde, burgemeester, wethouder, dijkgraaf, hoogheemraad/lid dagelijks bestuur van een waterschap.
Lidmaatschappen van de Eerste Kamer, provinciale staten, de gemeenteraad of het algemeen bestuur van een waterschap tellen niet mee, omdat voor deze ambten bij ontslag geen aanspraak bestaat op een Appa-uitkering.
Geen uitkering
Een burgemeesters heeft in alle gevallen recht op een Appa-ontslaguitkering, tenzij hij daar zelf vanaf ziet. Burgemeesters vallen niet onder de Werkloosheidswet en kunnen daar dus ook geen aanspraak op maken.
Meer informatie
Wet- en regelgeving via wetten.nl/zoeken
- Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) (artikel 131, 132, 133)
Iedere burgemeester heeft bij aftreden een sollicitatieplicht tot de pensioengerechtigde leeftijd.
De sollicitatieplicht kent twee aspecten:
- de plicht om passend werk te zoeken en te aanvaarden
- de begeleiding door een re-integratiebedrijf en eventuele planmatige begeleiding en ondersteuning (outplacement)
Het doel van de sollicitatieplicht en de planmatige begeleiding is tweeledig:
- een oud-ambtsdrager weer terugbrengen naar het arbeidsproces
- de uitkeringslasten voor de gemeenten/de overheid terugdringen
Er zijn geen uitzonderingen op de plicht om passend werk te zoeken en te aanvaarden. Wel vervalt de sollicitatieplicht als de oud-burgemeester:
- blijvend arbeidsongeschikt is
- hetzelfde, een ander politieke ambt (bewindspersoon, Tweede Kamerlid, commissaris van de Koning, burgemeester, dijkgraaf, wethouder, gedeputeerde, hoogheemraad) of ander soort werk aanvaardt en daaruit een nieuw inkomen ontvangt dat ten minste 70% bedraagt van het laatstverdiende inkomen
Externe uitvoering
De sollicitatieplicht, de uitvoering daarvan en de sancties bij niet of onvoldoende nakoming van de verplichtingen zijn neergelegd in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en het Besluit sollicitatieplicht Appa voor gewezen politieke ambtsdragers.
De regelgeving gaat uit van externe uitvoering van de planmatige begeleiding. Het college is verplicht om voor de uitvoering van de sollicitatieplicht een overeenkomst te sluiten met een re-integratiebedrijf. Het re-integratiebedrijf werkt op basis van mandaat van het college.
Sollicitatieplan
Het re-integratiebedrijf stelt in overleg met de oud-burgemeester een plan op die hem of haar zo spoedig mogelijk moet toe leiden naar nieuw passend werk. In dit plan worden afspraken gemaakt over de wijze waarop eventuele begeleiding plaatsvindt, welke sollicitatieactiviteiten er plaats zullen vinden, eventuele cursussen of opleidingen die gevolgd gaan worden en andere met de sollicitatieplicht samenhangende zaken.
Dit plan wordt voorgelegd aan een de (Appa-)uitvoeringsorganisatie van de gemeente die het namens het college vaststelt.
Uitvoering
De uitvoeringsorganisatie bewaakt de voortgang van de sollicitatieactiviteiten. Periodiek vindt een evaluatie plaats. De kosten van de externe begeleiding komen voor rekening van de gemeente.
Een oud-burgemeester kan ook kiezen voor begeleiding door een re-integratiebureau van eigen voorkeur. In dat geval draagt de gemeente tot maximaal 20% van de laatstgenoten bezoldiging (jaarsalaris, vakantie-uitkering, eindejaarsuitkering) bij aan de kosten.
Rapportage aan college
De uitvoeringsorganisatie bewaakt de voortgang van de sollicitatieactiviteiten. Periodiek vindt een evaluatie plaats. De kosten van de externe begeleiding komen voor rekening van de gemeente.
Een oud-burgemeester kan ook kiezen voor begeleiding door een re-integratiebureau van eigen voorkeur. In dat geval draagt de gemeente tot maximaal 20% van de laatstgenoten bezoldiging (jaarsalaris, vakantie-uitkering, eindejaarsuitkering) bij aan de kosten.
Verrekening nieuwe inkomsten met Appa-uitkering
Nieuwe of hogere inkomsten worden op de Appa-uitkering in mindering gebracht.
Wanneer een burgemeester voor zijn burgemeesterschap andere inkomsten had en deze geheel of gedeeltelijk heeft aangehouden, dan worden deze inkomsten niet verrekend met de Appa-uitkering. Het gedeelte dat men méér gaat verdienen uit deze (neven)functies - na aftreden - wordt wel verrekend. Ook inkomsten die tijdens het burgemeesterschap werden ontvangen en een jaar of langer voor ontslag werden vervuld worden buiten beschouwing gelaten en niet verrekend.
Wanneer een ex-burgemeester na aftreden een nieuw politiek ambt gaat vervullen en van daaruit inkomsten krijgt (en later weer een Appa-uitkering krijgt) worden verrekend met de eerdere uitkering. Onder inkomsten valt ook de vergoeding voor werkzaamheden die een oud-burgemeester ontvangt wanneer hij na zijn aftreden volksvertegenwoordiger – bijvoorbeeld raads- en of statenlid- wordt.
Sanctiebepalingen sollicitatiebesluit Appa
De Appa biedt de basis voor het opleggen van sancties wanneer een oud-burgemeester zijn of haar verplichtingen niet of niet behoorlijk nakomt. Dit kan voorkomen als bijvoorbeeld de oud-burgemeester niet voldoet aan een oproep om inlichtingen en/of informatie te verstrekken ten aanzien van zijn re-integratie of sollicitaties.
De sancties variëren van gedeeltelijk tot volledige inhouding van de Appa-uitkering. In het Besluit sollicitatieplicht Appa zijn de aanleidingen voor het opleggen van een sanctie en de hoogte van de sancties vastgelegd. De hoogte van de korting bedraagt minimaal € 25,- en maximaal 100% van de Appa-uitkering.
Bezwaar en beroep
Een oud-burgemeester kan op grond van de Algemene wet bestuursrecht bij het college van burgemeester en wethouders bezwaar maken tegen besluiten die in het kader van de uitvoering van de sollicitatieplicht en planmatige begeleiding worden genomen. Eventueel kan daarna beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.
Meer informatie
Wet- en regelgeving via wetten.nl/zoeken
- Sollicitatiebesluit voor gewezen politieke ambtsdragers
Externe uitvoering / artikel 3.1, 3.2
Sollicitatieplan / artikel 2.1, 2.3
Sanctiebepalingen sollicitatiebesluit Appa / artikel 4.2
Rapportage aan college / artikel 2.4 - Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
Verrekening nieuwe inkomsten met Appa-uitkering / artikel 134
Een burgemeester die niet wordt herbenoemd, met pensioen gaat of een andere vorm van eervol ontslag wordt verleend op grond waarvan recht ontstaat op een Appa-uitkering, heeft recht op een verhuiskostenvergoeding.
De verhuizing moet uiterlijk binnen één jaar na het eervol ontslag of de niet-herbenoeming plaatsgevonden hebben. Het recht is alleen van toepassing wanneer er geen aanspraak bestaat op een andere verhuiskostenvergoeding.
De hoogte van de vergoeding is gelijk aan de vergoeding bij verhuizing na benoeming. Voor vergoeding komen alleen de kosten in aanmerking die samenhangen met de verhuizing. Ook deze regels zijn gelijk aan de regels voor verhuizing bij benoeming.
Meer informatie
Wet- en regelgeving via wetten.nl/zoeken
- Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers (artikel 3.2.7)