VNG Magazine nummer 19, 2 december 2022

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Shutterstock

Waar rook is, zijn burgers. Veel Nederlanders hebben last van de rook van houtkachels. De Universiteit Utrecht ging samen met doodgewone burgers aan de slag om onderzoek te doen: burgerwetenschap legt de échte vragen van de samenleving bloot.
 

Houtstook

Houtstook en gemeenten, het is een moeizame relatie. Negentig gemeenten hebben het Schone Lucht Akkoord ondertekend en daarmee ingestemd met maatregelen om de overlast door houtkachels substantieel te verminderen. Meer dan 250 gemeenten deden dat dus níet. Raadsleden en wethouders willen hun vingers niet aan het onderwerp branden, want kiezers stoken graag een vuurtje in hun kachel. 
Over de gezondheidseffecten van houtrook circuleren verontrustende cijfers. Zo zouden er jaarlijks 3000 mensen in Nederland vroegtijdig overlijden aan de fijnstofuitstoot van houtkachels, klaagt een miljoen Nederlanders over ernstige gezondheidsklachten, en enkele uren stoken zou al tot gezondheidsschade lijden. En van de 1,2 miljoen Nederlanders met een longziekte, zeggen er 750.000 regelmatig benauwd te zijn door houtrook. Die kunnen, volgens het Longfonds, nauwelijks hun huis uit en hebben bijna geen sociaal leven meer: ‘Mensen zijn niet in staat om zichzelf te onttrekken aan de ongezonde effecten van particuliere houtstook in hun omgeving. Daarom ligt er een taak voor de gemeente om serieus aandacht te geven aan dit probleem.’ 

Burgerwetenschap

Probleem is dat gemeenten voor hun houtrookbeleid moeten koersen op generieke gegevens. Specifiek Nederlandse informatie is er amper, laat staan informatie van de eigen stad of wijk. Bovendien tasten ze in het duister over wat voor hun inwoners zélf de belangrijkste vragen zijn waarop ze antwoorden willen.
Daarom is er nu CHARRED, een burgerwetenschapsproject (citizen science) van de Universiteit Utrecht. Die doet samen met burgers onderzoek naar vragen over houtverbranding die voor hén van belang zijn. Ook RIVM, TNO en de GGD Amsterdam doen mee. CHARRED (Citizens for Health And Research REgarding wooDsmoke) is onderdeel van het Europese project CitieS-Health, bedoeld om de zorgen van burgers centraal te stellen bij epidemiologisch onderzoek. 
Drijvende kracht achter het Utrechtse onderzoek is Fleur Froeling. Zij doet al jaren onderzoek naar de gezondheidseffecten van houtrook en hoopt er over een jaar op te promoveren. In het kort zet ze uiteen hoe ze met haar onderzoeksgroep te werk is gegaan. 
‘We hebben in een online enquête aan de Nederlandse bevolking gevraagd wat voor hen de belangrijkste thema’s zijn’, zegt Froeling. ‘Mensen bleken vooral geïnteresseerd in gezondheidsonderzoek, meer specifiek de kortetermijneffecten van houtstook op de gezondheid. Daar zijn we mee aan de slag gegaan. Vervolgens is er een panelstudie uitgevoerd. De deelnemers moesten dagelijks de werking van hun longen meten en dagboekjes invullen en een keer per week speekselmonsters verzamelen.’ 

Ruiken

Het waren ook burgers die straten en buurten noemden waar de overlast flink was. ‘Als onderzoeksteam zijn we op een normale dinsdagavond naar die locaties gegaan om te ruiken of er inderdaad veel houtkachels werden gestookt. Om voor het onderzoek interessant te zijn, moesten op die avond in een kleine regio minstens 25 kachels branden. Wat opviel, was dat op de locaties die de mensen hadden gekozen je inderdaad veel houtkachels kon ruiken. Daardoor konden we heel gericht gaan meten. Als wetenschapper zou je die locaties zelf nooit vinden, de betrokkenheid van de burgers was echt een meerwaarde.’ Uiteindelijk is gekozen voor vier onderzoekslocaties, in De Meern, IJburg (Amsterdam), Zutphen en Bergen (Noord-Holland).

De betrokkenheid van de burgers was echt een meerwaarde

De wetenschap wordt, sinds de klimaat-, corona- en stikstofcrisis, door veel mensen niet meer vertrouwd en weggezet als onderdeel van een wereldcomplot. Froeling ziet dat ook, en noemt het herwinnen van het vertrouwen in de wetenschap de grote winst van burgerwetenschap. ‘Door samen stap voor stap de fasen te doorlopen, creëer je wederzijds begrip. Wij staan dichter bij de burgers, zij staan dichter bij de wetenschap. Dan zie je ook begrip ontstaan dat een onderzoek soms lang kan duren, of dat niet alles kan worden onderzocht. En misschien levert het helemaal niets op, dat weten de burgers ook. Waar we zeker níet mee aan kunnen komen is de conclusie dat meer onderzoek nodig is.’
Een van de voorlopige uitkomsten is dat blootstelling aan houtrook ook op buurtniveau inderdaad tot gezondheidseffecten kan leiden. Dat is interessant voor gemeenten, denkt Froeling, omdat zij zich tot nu vooral op algemene data moeten baseren die weinig zeggen over de lokale situatie.
En wat kunnen gemeenten leren van de methode van de burgerwetenschap? ‘Eigenlijk is het heel simpel: ga het gesprek aan met je inwoners. Zij weten welke overlast wordt ervaren en waar die vandaan komt. Contact zoeken is een heel belangrijke eerste stap. Inwoners voelen zich dan in ieder geval gehoord, vervolgens kun je samen komen tot oplossingen om de situatie te verbeteren.’
Froeling hoopt dat dit onderzoek, met nieuwe informatie, het onderwerp weer op scherp kan zetten. ‘Dat gemeenten zich gaan afvragen: moeten we toch niet weer eens iets gaan doen? Ik vermoed dat er nu, met de huidige energieprijzen, meer wordt gestookt dan toen wij het onderzoek deden. Dat betekent ook dat er meer effecten voor de gezondheid zijn.’