VNG Magazine nummer 19, 2 december 2022

Tekst: Simone Onrust | Beeld: Pim Mul

Als we in de toekomst verzekerd willen blijven van voldoende energie, kunnen we niet zonder kernenergie. Daarom is het belangrijk dat in elke energieregio nu al wordt nagedacht over de mogelijkheden voor een kleine kerncentrale, stelt raadslid Simone Onrust.
 

Betoog

De oorlog in Oekraïne en stijgende gasprijzen hebben pijnlijk duidelijk gemaakt dat het belangrijk is om vaart te maken met de energietransitie. Dit vraagt om een duidelijke koerswijziging. Vorig jaar hebben alle RES-regio’s een inschatting gemaakt van de hoeveelheid duurzame energie die in elke regio kan worden opgewekt. In deze verkenning was alléén plaats voor zonnevelden en windturbines. Het bleek een enorme opgave om voldoende geschikte locaties te vinden en daarnaast ook nog ruimte te bieden aan andere belangrijke opgaven die ruimtelijke inpassing vragen. Dit terwijl de huidige opgave nog maar een fractie is van de totale elektriciteitsbehoefte van Nederland in 2050, waarin ook rekening moet worden gehouden met de plannen voor elektrificatie van de warmtevoorziening.

Herijking
Voor de op ons afkomende energieopgave moeten we een andere strategie te volgen zonder uitsluiting van technieken.
De landelijke overheid heeft inmiddels de eerste voorzichtige stappen gezet voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Dit is mooi, maar voor de lange termijn niet afdoende. Het is daarom verstandig om bij de herijking van de regionale plannen voor het opwekken van duurzame energie ook de mogelijkheden van kernenergie in de regio te verkennen.

Er is minder ruimte nodig om elektriciteit op te wekken

Uiteraard is niet elke regio geschikt voor de bouw van traditionele kerncentrales. Deze kunnen het beste aan de kust worden gebouwd vanwege de grote behoefte aan koelwater. Dit argument gaat echter in veel mindere mate op voor de Small Modular Reactor (SMR). Deze kleine kerncentrales hebben veel minder koelwater nodig, waardoor ze op veel meer plekken gebouwd kunnen worden. Deze kleinere omvang zorgt er bovendien voor dat de productie van een SMR grotendeels in een fabriek plaatsvindt aan de hand van een gestandaardiseerd ontwerp. Dit maakt de bouw van een SMR veel sneller en goedkoper.

Van alle vormen van duurzame energieopwekking heeft kernenergie verreweg het hoogste rendement. Er is daardoor veel minder ruimte nodig om elektriciteit op te wekken. De elektriciteitsproductie van de kerncentrale in Borssele is bijvoorbeeld vergelijkbaar met de opbrengst van 160 windturbines of 600 hectare zonneveld. En hoewel een SMR door de kleinere omvang minder elektriciteit produceert dan een traditionele kerncentrale, geldt nog steeds dat deze techniek door efficiënt gebruik van ruimte en grondstoffen de minste impact heeft op natuur en leefomgeving. Doordat de restwarmte van een SMR gebruikt kan worden voor de regionale warmtevoorziening, neemt bovendien de totale Nederlandse elektriciteitsbehoefte af. Er hoeft dus uiteindelijk minder elektriciteit te worden opgewekt.

De aarzeling komt veelal voort uit angst voor onveiligheid

Aarzeling
Waarom wordt er in regionaal verband dan nog steeds niet gesproken over de mogelijkheden van SMR’s? Deze aarzeling komt veelal voort uit angst voor onveiligheid, die met wetenschappelijk argumenten vrij makkelijk te weerleggen is. Daarnaast wordt vaak genoemd dat het te lang duurt voordat deze techniek daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. De ontwikkelingen gaan echter razendsnel. Wereldwijd zijn er verschillende ontwerpen beschikbaar, waarvan verschillende projecten al in de vergunningsfase zitten. Het is dan ook de verwachting dat de eerste SMR’s in 2030 operationeel kunnen zijn.

Nieuwe technieken hebben altijd een aanlooptijd voordat deze op grote schaal worden gerealiseerd. Maar dit is juist reden om de gesprekken zo snel mogelijk op te starten. We kunnen het ons niet permitteren om de mogelijkheden van de SMR aan de regionale tafels te negeren. Daarvoor is de opgave veel te groot.

Simone Onrust is VVD-raadslid in Woerden.

Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl