VNG Magazine nummer 6, 3 april 2020
Auteur: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Arie Kievit/HH
De 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s spelen een sleutelrol bij het bestrijden van de coronacrisis. ‘Alle aandacht gaat hier nu naar uit’, zegt voorzitter Hubert Bruls van de veiligheidsregio Gelderland-Zuid en burgemeester van Nijmegen.
Nederland is opgedeeld in 25 veiligheidsregio’s. Ze worden voorgezeten door de burgemeesters van de grootste gemeente in het gebied. Bij rampen en crises die gemeentegrenzen overschrijden, zogeheten GRIP 4-situaties, nemen de regio’s de regie over de openbare orde en veiligheid over. De voorzitter is dan de belangrijkste bestuurder in de regio, bij gewone rampen doorgaans voor een periode van een paar uur. Sinds de uitbraak van het coronavirus COVID-19 is in heel Nederland gelijktijdig GRIP 4 van kracht. Dat is voor het eerst, en het is ook voor het eerst dat die situatie al weken duurt.
‘De situatie is buitengewoon complex’, zegt noodrechtspecialist Adriaan Wierenga van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid, onderdeel van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij wordt dagelijks tientallen keren om advies gevraagd door gemeenten, veiligheidsregio’s en hulpdiensten. In deze crisis vervullen de regiovoorzitters twee taken. Naast de reguliere crisisbestrijding zijn ze, op basis van de Wet publieke gezondheid, ook verantwoordelijk voor de bestrijding van infectieziekten. Wierenga: ‘Ze moeten nu maatregelen uitvoeren in de infectieziektebestrijding. Dat hebben we niet eerder zo gezien.’
In die laatste rol heeft het ministerie van VWS het voortouw. Zo kon het gebeuren dat de inmiddels afgetreden minister Bruno Bruins voor Medische Zorg op 12 maart de voorzitters de eerste opdracht gaf om noodverordeningen op te stellen. Daarin moest geregeld worden dat evenementen met meer dan honderd bezoekers werden afgelast, en dat musea, concertzalen, theaters en sportaccommodaties werden gesloten. Later volgden meer aanwijzingen, met steeds strengere maatregelen, en nieuwe noodverordeningen van de veiligheidsregio’s. ‘We zijn op dit moment eigenlijk allemaal zorgmedewerkers,’ zegt Hubert Bruls. Hij is burgemeester van Nijmegen, voorzitter van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en voorzitter van het Veiligheidsberaad. Dat is het overleg van alle 25 voorzitters.
We zijn nu eigenlijk allemaal zorgmedewerkers
Brabantse aanpak
De drie regio’s in Noord-Brabant werken nauw samen. In die provincie werd het virus eind februari voor het eerst in Nederland vastgesteld, bij een patiënt in Tilburg. De samenwerking is neergelegd bij een nieuw opgezet Interregionaal beleidsteam (IRBT), zegt burgemeester Jack Mikkers van ’s-Hertogenbosch. Hij is voorzitter van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, met daarin zeventien gemeenten. ‘De samenwerking zijn we meteen gestart na de uitbraak in Tilburg’, zegt Mikkers. ‘We wilden ons niet laten belemmeren door de grenzen van de veiligheidsregio’s. Dat is niet goed voor het draagvlak onder de bevolking. Daarom hebben we gekozen voor een Brabantse aanpak.’
Mikkers coördineert de Brabantse aanpak, in nauw overleg met zijn collega’s John Jorritsma van Eindhoven en Theo Weterings van Tilburg, de voorzitters van de andere Brabantse veiligheidsregio’s. Het IRBT komt twee keer per week samen.
In die eerste dagen na de uitbraak in Tilburg werd er vanuit de rest van Nederland met belangstelling naar Brabant gekeken. ‘We hadden een voorsprong,’ zegt Mikkers. Ruim een week later werd het beleid voor heel Nederland vastgesteld, op basis van de inzichten uit Brabant. ‘Dat gaf ons wel comfort. Zo hebben we geen maatregelen die elders in Nederland niet gelden.’
De corona-uitbraak raakt ook de crisisbestrijder, zegt Bruls. ‘Normaal kun je als crisisbestrijder een veilige afstand bewaren. Maar het bijzondere van dit virus is dat iedereen er last van kan krijgen. We kwamen erachter dat de bunker van waaruit we normaal werken, te klein is om anderhalve meter afstand te bewaren. We vergaderen daarom nu in de raadzaal van Nijmegen.’
Belangrijkste bestuurder
Als voorzitter van de veiligheidsregio is Bruls nu de belangrijkste bestuurder in Gelderland-Zuid. Dat heeft voordelen. ‘We zijn gewend voortdurend te polderen. Nu hebben we strakkere bevelslijnen. Dat geeft meer duidelijkheid. Hiervoor hebben we jaren geoefend, met het idee dat we dit nooit zouden moeten toepassen. Binnen een dag zaten we in de goede modus.’
Het gekke is, zegt Bruls, dat de situatie een beetje genormaliseerd is. ‘Het wordt even niet meer normaal, maar dat went heel snel. Drie weken geleden was dit voor iedereen nieuw. Maar we hebben in no time een crisisorganisatie opgetuigd. En alle regio’s hebben in no time dezelfde noodverordeningen vastgesteld.’
Alhoewel er nu dus sprake is van een landelijke crisis, ligt de uitvoering lokaal. Het kabinet heeft er niet voor gekozen een landelijke noodtoestand uit te roepen. Verstandig, vindt noodrechtspecialist Wierenga. ‘De veiligheidsregio’s hebben de expertise en hebben korte banden met de hulpdiensten in de regio.’
Bruls: ‘De regio’s zijn hierop ingericht. VWS heeft geen ervaring met crisismanagement. Maar ik opereer in ondergeschiktheid aan de rijksoverheid.’