VNG Magazine nummer 6, 3 april 2020

Auteur: Leo Mudde | Beeld: Jiri Büller

In januari 2018 verliet Emile Roemer na elf jaar de Tweede Kamer. Het burgemeesterschap kwam al snel op zijn pad. Tot ieders verrassing. Ook van hemzelf.

Emile Roemer

‘Ik had geen idee wat ik wilde gaan doen toen ik uit de Tweede Kamer vertrok’, zegt Emile Roemer, alweer twee jaar waarnemend burgemeester van Heerlen. ‘Ik ging praten met onder anderen de commissarissen van de Koning, zij weten de wegen naar stichtingen en instellingen waar ik me nuttig zou kunnen maken. Tot mijn stomme verbazing zat ik nog geen vijf minuten in de kamer bij Theo Bovens in Maastricht toen hij zei: ik zoek een waarnemend burgemeester voor Heerlen, lijkt jou dat wat? Ja, dat leek mij wel wat. Zeker omdat het een waarnemerschap was, voor een paar maanden. Een mooie overzichtelijke periode om erachter te komen of een burgemeesterschap bij mij zou passen. Dat het inmiddels vier keer is verlengd, kon ik toen niet voorzien. En nu nog een keer, omdat door de coronacrisis de procedure tijdelijk is stopgezet.’

Burgemeesters krijgen het met deze crisis flink voor de kiezen. Vindt u het nog wel leuk?
‘Ja, het is een heel dankbare functie. Je kunt als burgemeester veel mensen bijeenbrengen en dingen voor elkaar krijgen. Waar nodig, ben je de smeerolie van de samenleving. Dat vind ik mooi. En zeker in deze tijd van corona. Aan de ene kant ben je er verantwoordelijk voor dat de continuïteit gewaarborgd is, ik ben ook plaatsvervangend voorzitter van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. Aan de andere kant wil je er als burgervader zijn voor je inwoners, voor de instellingen en de ondernemers die het nu erg lastig hebben.’

Doorgeslagen

U zegt 'burgervader', maar de burgemeester wordt steeds meer een sheriff, een crimefighter.
‘In deze crisistijd is het natuurlijk een ander verhaal. Je hebt te maken met het handhaven van de noodverordening. Daarbij merk ik dat bij ons in Heerlen vrijwel iedereen zich daar erg goed aan houdt en daar ben ik erg blij mee en trots op. Maar in z’n algemeenheid is het wel doorgeslagen. De burgemeester wordt, mede door gebrek aan capaciteit en middelen binnen de strafrechtketen, steeds meer gedwongen de orde via de bestuurlijke weg te handhaven. Dat is soms handig en goed, want dan kun je maatwerk leveren. Maar het is ook het gevolg van jarenlange bezuinigingen op de hele keten, op de capaciteit van het OM, de rechtbanken en de politie. Dan krijg je de discussie om van boa’s reserveagenten te maken; maar wel zonder het salaris, de bevoegdheden en de opleiding van een agent. Daar heb ik steeds meer moeite mee.’

Achter dat kortzichtig denken zit de ideologie van de kleine overheid

Hoe verklaart u die capaciteitsproblemen?
‘Veel heeft te maken met de periode van forse bezuinigingen. Niet alleen bij de politie, ook bij het Openbaar Ministerie, de rechtbanken, de sociale advocatuur. Dat heeft met visie te maken, of eigenlijk het gebrek daaraan. Want nu krijg je weer de roep om meer capaciteit. Daar komt bij dat hier in Limburg veel agenten binnenkort met pensioen gaan. Het kost een paar jaar om een agent op te leiden. Maar als ik hoor dat nu mensen afgewezen worden omdat de opleidingen vol zitten, denk ik: waar zijn we in vredesnaam mee bezig? Mensen die graag willen, krijgen nu nee te horen. Open dan in Heerlen weer de opleidingsschool die we vroeger ook hadden.
Achter dat kortzichtig denken zit de ideologie van de kleine overheid. Als je dat jarenlang roept, moet je niet gek kijken als alles waarvan wij vinden dat het van iedereen moet zijn, onder druk komt te staan.’

Buiten de Randstad hoor je vaak de klacht dat Den Haag de problemen die aan de randen van het land spelen, niet herkent. Is dat ook uw ervaring?
‘Het klopt dat er vanuit de Randstad te weinig aandacht is voor de randen van het land. Een oplossing voor de Randstad is vaak van een heel andere orde dan een oplossing voor de randen van het land. Dat de gemeente Den Haag haar daklozen op de trein naar Heerlen wil zetten om van een probleem af te zijn, dat kan bijvoorbeeld echt niet.
‘Een ander voorbeeld. Woningbouwcorporaties krijgen forse kortingen als ze netto meer woningen realiseren. Ik snap dat dat in de Randstad zo werkt, daar moet gebouwd worden. Hier ook, maar omdat wij een krimpregio zijn, moeten we voor elke woning die wordt gebouwd, er één slopen. Dus blijf je netto op nul en komen we niet in aanmerking voor welke financiële regeling dan ook. Daarnaast hebben de randen van het land vaak ook andere uitdagingen die in de Randstad niet spelen. Het is aan ons om daar steeds aandacht voor te vragen.’

Er zijn genoeg Kamerleden met een zachte g, waarom blijft de erkenning van deze regio en andere krimpregio’s dan uit?
‘Goeie vraag. Dus moeten we er nog harder voor vechten. Zuid-Limburg heeft een langdurig commitment van het Rijk nodig, zoals dat er ook is met Rotterdam om de problemen van Rotterdam-Zuid op te lossen. Dit gebied kampt nog steeds met de gevolgen van de sluiting van de mijnen, 45 jaar geleden. Toen verdwenen 80.000 banen, mensen die waren opgeleid voor werk onder de grond. Het werk dat ervoor terugkwam, waren kantoorbanen. We zien nog steeds armoede van generatie op generatie overgaan. En omdat we een krimpregio zijn, moeten we retailpanden, kantoren en woningen slopen en flinke investeringen doen in wijken en in het centrum. Die opgave kunnen we niet alleen voor elkaar krijgen. Het Rijk zou zich gedurende langere tijd moeten inspannen om samen met de regio de problematiek hier aan te pakken en de kansen die er liggen te benutten.’

Dat is wat anders dan zeggen: huppakee, streep erdoor, we schaffen het af

Het lijkt wel of veel gemeentebestuurders die in de Kamer of het kabinet belanden, vergeten waar ze vandaan komen. Of ze ineens tegenover de gemeenten gaan staan.
‘Dat wil ik zo niet zeggen, het heeft meer een ideologische achtergrond. De keuzes die zijn gemaakt, met het afstoten van taken, zijn gebaseerd op een bepaald gedachtegoed. Als de zorg over de schutting wordt gekiept zonder de bijbehorende middelen en daarbij de deur wagenwijd wordt opengezet voor de marktwerking, dan moet je niet gek kijken als het gierend uit de hand loopt. Dat kon je van mijlenver zien aankomen en dat heb ik in mijn vorige politieke leven ook vaak geroepen. Het komt arrogant over om te zeggen: I told you so, maar het is wel zo.’

Geschiedenis kennen

En dan kun je in de gemeente niet veel meer doen dan pleisters plakken…
‘Je kunt gelukkig meer dan dat, maar je moet creatief zijn, dingen anders gaan organiseren. We hebben hier pas het eerste Huis van het Recht geopend waar mensen met problemen de weg vinden naar hulpverlenende organisaties. Toen het kantongerecht verdween, had de president van de rechtbank in Maastricht al gezegd dat er iets voor terug moest komen. Dat hebben we nu samen opgepakt.
‘Weet je, om het heden te begrijpen moet je de geschiedenis kennen. Waarom zijn ooit verzorgingshuizen opgericht, rechtbanken georganiseerd en de bijstand ingevoerd? Dat was niet zomaar, dus haal het dan niet in je hoofd iets met een pennenstreek weg te kunnen halen. Er is niet goed over nagedacht waarom iets er ooit is gekomen, welk probleem we daarmee wilden oplossen. Als iets niet meer van deze tijd is, kijk dan of het beter en efficiënter kan worden georganiseerd. Dat is wat anders dan zeggen: huppakee, streep erdoor, we schaffen het af. Dat is te vaak wel gebeurd en gemeenten hebben daar nu last van.’

Wie is...

Emile Roemer is sinds maart 2018 waarnemend burgemeester van Heerlen. Daarvoor was de SP'er elf jaar lid van de Tweede Kamer. Ook was hij raadslid en wethouder in Boxmeer.