Twee van de belangrijkste wereldwijde ontwikkelingen zijn de digitale en de groene transitie. Een essentiële opgave voor overheden is om deze transities meer met elkaar in verbinding te brengen.

‘Voor gemeenten is het zaak om in te zetten op samenwerking in de regio en het verhogen van het kennisniveau’, zo schreef de VNG al eerder in een analyse over dit onderwerp. In dat kader brengt de VNG 2 recente publicaties onder de aandacht: Stroom van Data van het Rathenau Instituut en het Strategisch Prognoseverslag 2022 van de Europese Commissie.

Rathenau Instituut: Stroom van data

Het Rathenau Instituut publiceerde het rapport ‘Stroom van data’ om bestuurders, politici en burgers te informeren over de governance van energiedata. Het gaat om afspraken, wetten en regels over het gebruik van energiedata voor de transitie naar een duurzaam energiesysteem. Zo kan de data uit slimme energiemeters van burgers gebruikt worden voor een efficiëntere verdeling van stroom binnen de grenzen van het fysieke elektriciteitsnet.

Definitie ‘rechtvaardig’ en ‘maatschappelijk verantwoord’

Volgens de onderzoekers is iedereen het erover eens dat de energietransitie op een rechtvaardige en maatschappelijk verantwoorde wijze moet verlopen. Maar er is nog niet uitgekristalliseerd wat ‘rechtvaardig’ en ‘maatschappelijk verantwoord’ in deze context betekenen. Voor de uiteindelijke definitie kunnen publieke waarden gebruikt worden, zoals inclusiviteit, betaalbaarheid en het tegengaan van ongelijkheid.

Energiedata voor maatschappelijk verantwoorde energietransitie

‘Hoe kunnen energiedata benut worden voor een maatschappelijk verantwoorde energietransitie?’, luidt de onderzoeksvraag van het rapport. Het antwoord valt in 3 delen uiteen.

  • Deel 1 geeft een overzicht van de ontwikkelingen in het energielandschap, de gevolgen daarvan voor het elektriciteitssysteem en de plaats voor digitale technologie in de energietransitie.
  • Deel 2 beschrijft hoe de overheid en de energiesector denken over de governance van energiedata, zoals het wetsvoorstel Energiewet.
  • In deel 3 onderzoeken ze 4 opkomende datagedreven energiepraktijken en de maatschappelijke kwesties die daarbij opkomen. Ook gaan ze na in hoeverre de initiatieven uit deel 2 deze kwesties al dan niet helpen besturen. Verder bekijken ze 2 initiatieven die de netbeheerders ontwikkelen voor het uitvoeren van hun (veranderende) systeemtaken.

Aanbevelingen

Uit het geheel worden 10 aanbevelingen gedestilleerd. De meeste aanbevelingen zijn vooral bedoeld voor ministeries en marktpartijen die een rol spelen in de energietransitie. Omdat de energietransitie uiteindelijk lokaal moet plaatsvinden, zijn de aanbevelingen niettemin interessant voor gemeenten. We zetten de 3 aanbevelingen die het belangrijkst zijn voor gemeenten op een rij:

Inclusie en transparantie

Ontwikkel de governance van energiedata vanuit het perspectief van een maatschappelijk verantwoorde energietransitie. Dit betekent dat bijvoorbeeld de publieke waarden inclusie en transparantie centraal staan.

Het is van belang dat partijen verhelderen hoe het gebruik van energiedata kan bijdragen aan de kabinetsdoelstellingen voor de energietransitie, binnen de grenzen van relevante publieke waarden. Data zijn immers een middel, en geen doel op zich. Het helpt daarom om in afspraken expliciet aan te geven in hoe het gebruik van data bijdraagt aan bijvoorbeeld een hogere mate van betaalbaarheid.

Monitoring

Zorg voor flexibiliteit en voortdurende monitoring van de data governance. De energietransitie gaat gepaard met veel technische, economische en juridische onzekerheden. Regels en afspraken over het gebruik van data bieden grip, maar dienen ook adaptief te zijn.

Duurzaamheid

Zorg bij publieke investeringen voor een transparante beoordeling van de levensduur van digitale technologie. De keuze voor het gebruik van specifieke apparatuur, software en algoritmen voor een intelligenter elektriciteitssysteem, kan nadelige gevolgen hebben voor mens en milieu. Zo kan apparatuur relatief erg snel verouderen, en toetsen bepaalde algoritmes niet op duurzaamheidsaspecten, waardoor vervanging noodzakelijk is en extra vervuiling op kan treden. Het duurzaamheidsprincipe speelt echter nog geen rol van betekenis voor de digitale infrastructuur die nodig is.

Conclusie

Kortom, het is nodig om eerst de publieke waarden vast te stellen, waarbij inwonersbetrokkenheid centraal staat. Denk daarna na over het stelsel van afspraken voor de inzet van energiedata en de daarvoor benodigde digitale infrastructuur.

Europese Commissie: Strategisch prognoseverslag 2022

Het Strategisch Prognoseverslag 2022 levert een toekomstgerichte analyse van de belangrijke rol van digitale technologieën en geopolitieke, economische en sociale trends op de raakvlakken tussen de groene en de digitale transities.

Belangrijkste technologisch De Europese Commissie (EC) beschrijft 5 technologische ontwikkelingen die naar verwachting zeer belangrijk zullen zijn. Voor gemeenten zijn de volgende 3 het meest relevant.

Digitalisering van energie

Digitale technologieën kunnen de nodige gegevens opleveren om vraag en aanbod van energie op kleinere schaal en bijna realtime op elkaar af te stemmen. Die afstemming is waardevol omdat er momenteel op sommige plekken hoge vraag is naar energie, maar weinig aanbod, en op andere plekken lage vraag, maar veel aanbod. Ook de prognose van de energieproductie en -vraag kan door deze digitale technologieën en gegevens worden verbeterd.

Groener vervoer

Dankzij een nieuwe generatie batterijen en digitale technologieën, zoals het Internet of Things, wordt een grote verschuiving naar duurzamere mobiliteit mogelijk. Door alle vormen van (openbaar) vervoer op één platform aan te bieden aan gebruikers, kunnen zij heel overzichtelijk hun beste reiskeuze maken – of dat nou een fiets, tram, trein, bus of (elektrische) auto is. Vanuit de data van de reizigers kan vervolgens een efficiëntiewinst worden gehaald die het collectieve energieverbruik verlaagt.

Vergroening gebouwen met digitalisering

Gegevens en technologieën als informatiemodellering kunnen zorgen voor betere langetermijnkeuzes in de ontwerpfase en meer energie-efficiëntie in de sector. Beschikbaarheid van geanonimiseerde gegevens en slimme apparaten maar ook consumentengedrag zullen gerichte investeringen in renovaties mogelijk maken.

Actiegebieden

In het strategisch prognoseverslag staan 10 actiegebieden die voor betere kansen en minder risico’s zorgen bij de interactie tussen de groene en de digitale transitie. We noemen de meest relevante punten voor gemeenten.

De Europese Commissie is voornemens via nieuwe financiële kaders publieke en private investeringen in groene technologie en infrastructuur te stimuleren.

Ook zal de commissie werken aan een regelgevingskader dat:

Verder moet productontwikkeling gebaseerd zijn op het ‘reduce, repair, reuse and recycle’-principe. De commissie wil een strategische benadering van internationale standaardisatieactiviteiten in internationale gremia ontwikkelen. Deze standaarden moeten vervolgens gemonitord kunnen worden, bijvoorbeeld met behulp van een digitaal paspoort dat de maatschappelijke en milieu-impact van (componenten van) producten volgt.

De missie 100 klimaat neutrale steden in 2030

De Europese Commissie zet in haar meerjarig beleid in op een aantal sturingsinstrumenten via wetgeving (Green Deal en Digital Decade), financiering en standaarden. Daarnaast zijn er nog een aantal strategieën om tot veranderingen te komen, zoals de theorie van Mariana Mazzucato over missie gedreven innovatie.

In oktober 2021 zijn voor Europa 5 ‘Grand Challenges’ vastgesteld waarop missies zijn bepaald. De missies moeten een versnelling gaan aanbrengen in de systemische transformatie die nodig is om de digitale en groene transformaties het hoofd te bieden. De aanpak forceert steden en regio’s om boven de domeinen (sociaal, ruimtelijk, digitaal) uit te stijgen en concreet tot verandering te komen op basis van ambitieuze maar haalbare doelstellingen die worden vastgelegd in een climate contract.

In Nederland

Eén van deze grand challenges is de ‘100 klimaatneutrale en slimme steden in 2030’ waarvoor 12 Nederlandse gemeenten zich hebben ingeschreven. Van de 100 steden zijn er 7 uit Nederland die meedoen: Groningen, Utrecht, Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Eindhoven en Helmond. 

Het doel is om regio’s maatschappelijk en economisch te versterken tegen de gevolgen van klimaatverandering. Het biedt gemeenten praktische handvatten en instrumenten om klimaat neutraal te worden op basis van de kennis van koplopers gemeenten in Nederland en Europa. In het laatste kwartaal van 2022 zullen deze koplopers een ‘climate contract’ ondertekenen (niet bindend) met de Europese Commissie om de ambities van 2030 te realiseren.

Ondersteuningsplatform

Inmiddels is de VNG, samen met BZK, RVO, BZ, IenW en EZK, gevraagd door de 12 gemeenten om tot een meerjarig landelijk ondersteuningsplatform te komen. Het gaat om ondersteuning op het gebied van kennis (concept, financiering, climate contract), opschaling, en regionale samenwerking. Om klimaatneutraal te worden spelen kleinere gemeenten in de regio en de provincies een cruciale rol (op thema’s als circulariteit, voeding, energie e.a.). Vanuit onze interbestuurlijke samenwerking met het IPO via de Dutch Societal Innovation Hub (DSIH) helpen we dit versterken.

Lokaal effect

De missie is om het Europees beleid naar de gemeentelijke organisatie te vertalen, want uiteindelijk heeft Europees beleid altijd lokaal effect. De signalering door de EC van groener vervoer en de vergroening van gebouwen met digitalisering betekent dat gemeenten kunnen voorsorteren op subsidies in dit kader.

De centrale rol van ‘normstelling’ betekent dat gemeenten zich kunnen voorbereiden op het behartigen van hun belangen bij standaardisatie. Hetzelfde geldt ten slotte voor een vernieuwd ‘toekomstbestendig en flexibel EU-regelgevingskader’, ook daar kunnen gemeenten hun lobby op inrichten. De VNG zal dit uiteraard blijven volgen en ondersteunen.

Rapporten