VNG Magazine nummer 6, 2 april 2021

Tekst: Marten Muskee | Beeld: Jiri Büller

Raadsleden hoeven zich niet geïntimideerd te voelen door de Omgevingswet. Ze kunnen er beter mee uit de voeten dan ze zelf denken, zegt Pascale Georgopoulou.
 

Pascale Georgopoulou

Georgopoulou, oud-griffier van de Amstelveense gemeenteraad, is verbonden aan het Programma Omgevingswet van de VNG. In de afgelopen vier jaar is ze al bij zo’n 180 gemeenteraden op bezoek geweest voor een presentatie over hun positie bij de Omgevingswet. Ze snapt dat raadsleden de invoering van de wet spannend vinden, het gaat immers om een belangrijk en niet eenvoudig dossier. Het raadswerk verandert er niet door. ‘Je behoudt je instrumenten als de moties en amendementen en de actieve informatieplicht. Als je die echter vroeger niet gebruikte, ga je ze nu ook niet gebruiken. Benut deze kans om te kijken naar je eigen functioneren. Hoe sta ik in het spel en hoe kan ik mijn raadswerk beter maken?’

De VNG bestempelt gemeenteraden als cruciale doelgroep voor de Omgevingswet. Georgopoulou spreekt van lekenbestuur dat over belangrijke dossiers gaat. De nieuwe wet komt daar nog eens bij. Bovendien bleek bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen veel opgebouwde kennis weg te sijpelen toen ervaren raadsleden niet meer terugkeerden. De kans bestaat dat dit straks weer gebeurt. ‘We blijven investeren in gemeenteraden. Ze kunnen zich bijvoorbeeld aanmelden voor een lokale informatieavond. Ook maken we handreikingen, podcasts, webcolleges en blogs.’

Een zelfverzekerde gemeenteraad weet waartoe die in het leven is geroepen

Worden gemeenteraden voldoende betrokken bij de Omgevingswet, of ligt de focus intern meer op de ambtelijke organisatie?  
‘Zelfs nu, met nog negen maanden te gaan tot de invoering, gebeurt het dat er een bijeenkomst is met een gemeenteraad voor een eerste introductie met de wet. In andere gemeenten zijn ze bijvoorbeeld via raadswerkwerkgroepen al langer bezig. In z'n algemeenheid spannen gemeenten zich zeker in om de raden te betrekken. Tegelijkertijd is dat spannend en ingewikkeld voor zowel de programmamanagers als de gemeenteraden zelf. Je moet het verhaal telkens opnieuw vertellen, zodat de context duidelijk wordt. Het kan allemaal wel wat beter. Wat mij opvalt, is dat de programmamanagers het moeilijk vinden om de taal van de raden te spreken. Ze vertellen vaak een algemeen verhaal over de Omgevingswet en hoe de organisatie daarmee bezig is. Het verhaal hoort te gaan over wat de gemeenteraad aan de nieuwe wet heeft. Sluit qua taalgebruik en problematiek wat beter aan op wat de gemeenteraad bezighoudt. Ik zie ook heel veel voorbeelden van ambtelijke organisaties die de raden stap voor stap meenemen via voorbereidende sessies.’

Zijn raadsleden een beetje voorbereid op nieuwe spelregels in de ruimtelijke ordening?
‘Ik leef erg mee met de doelgroep. Als voormalig griffier snap ik hoe het zit. Een raadslid ervaart altijd druk, heeft te veel op zijn bordje liggen en beschikt altijd over te weinig informatie. De nieuwe wet zet de raad in een andere positie, waarbij nog steeds keuzes te maken zijn. Het is belangrijk om dat te benadrukken. De Omgevingswet is gewoon gereedschap om aan de slag te gaan met de lokale opgaven. Raadsleden zijn drie jaar geleden niet op verkiezingscampagne gegaan om te vertellen dat ze de wet gaan invoeren. Die spraken over meer groen, meer woningen of meer bedrijvigheid. Ga terug naar de essentie: wat wil je bereiken voor je gemeenschap? De Omgevingswet helpt keuzes waar te maken.’

Doe liever twee dingen goed dan tien dingen half

Wie het raadswerk in de vingers heeft, komt er wel?
‘Raadsleden maken zich om druk om de drie G’s: geld, grip en gedoe. Bij geld draait het om de kostenvraag. Bij grip gaat het om het vasthouden aan de eigen ambities, de vraag wie waar over gaat, de relatie met het college en hoe om te gaan met marktpartijen. Gedoe ontstaat doordat je in dit kleine landje met de vele ruimteclaims niets kunt doen in de leefomgeving zonder dat iemand daar de impact van voelt. Voor- en tegenstanders kloppen bij de gemeenteraad aan voor hulp. Daar worden raadsleden zenuwachtig van. Maar die vragen gelden ook in het sociaal domein of bij de energietransitie. Wat is de rol en positie van de raad? Een zelfverzekerde gemeenteraad weet waartoe die in het leven is geroepen, aan welke knoppen je moet draaien en hoe soms nee te verkopen. Daarom vind ik die Omgevingswet zo interessant, die heeft raakvlakken met al die herkenbare zaken uit andere dossiers.’

De gemeenteraad krijgt allerlei nieuwe bevoegdheden en kan zich bemoeien met de uitvoering. Dan moet je wel goed de vinger aan de pols houden.
‘Raadsleden kunnen de nieuwe wet stapsgewijs behappen. Maak het niet onoverzichtelijker en groter dan het is. Doe liever twee dingen goed dan tien dingen half. Focus je als raad op wat je het belangrijkst vindt, prioriteer en maak een eigen agenda. Als je de omgevingsvisie en participatie bovenaan zet, focus daar dan ook op en niet op het digitaal stelsel of iets anders van dat grote pakket. Pak andere kwesties in tweede of derde instantie op. Bovendien zijn er zaken die voor 1 januari  2022 klaar moeten zijn en zaken waar we tot 2029 de tijd voor hebben. Na dit jaar begint het pas. Zorg er dus voor dat je een goed overdrachtsdossier maakt voor de nieuwe raadsleden over alles wat je hebt opgebouwd. Raad, college en de ambtelijke organisatie kunnen samen een agenda opstellen over wie zich waarop concentreert. Zo kom je tot handige afspraken intern. Daarmee help je elkaar.’

Participatie en democratie vormen geen tegenstelling

Participatie is belangrijk in de Omgevingswet. Wie is aan zet? De gekozen raad of de inwoner?
‘In mijn presentaties gebruik ik vaak de stelling dat de raad automatisch akkoord gaat als in een straal van tien kilometer iedereen het 100 procent eens is met een initiatief. Maar het is nog nooit gebeurd dat iemand die stelling onderschreef. Bij participatie gaat het om het ophalen van de belangen van inwoners. Die belangen weegt de raad af, samen met inhoudelijke en financiële kaders. Belangen kunnen buurt- en wijkoverstijgend zijn. Participatie en democratie vormen geen tegenstelling. Participatie haalt belangen op, de democratie weegt de belangen af. Ik verwacht dat gemeenten straks meer maatwerk leveren. Soms kan een initiatief wel, soms niet. Dat betekent dat je rond de argumentatie en weging veel transparanter hoort te zijn. Je komt er niet meer mee weg door met het coalitieakkoord te wapperen. Dat is een veel leukere en aantrekkelijker democratie dan die van de helft plus één. De wet vormt de vertaalslag van maatschappelijke veranderingen, niet andersom. De algemene trend toont een terugtredende overheid en meer zelfredzame burger. Dat betekent meer dialoog en zoeken naar ruimte om er samen uit te komen.’

Het kan lastig zijn: een wijk die geen windmolens wil tegenover een raadslid dat herkozen wil worden.
‘Uiteindelijk is de raad kaderstellend, die bepaalt in de omgevingsvisie de doelen. Vervolgens regelt het omgevingsplan wat precies waar mogelijk is. De spelregels zijn dan al bepaald via participatie. Bij elke casus of initiatief kijk je vervolgens wat er in de visie staat en wat de regels zijn. Ik snap dat het ingewikkeld is als er vijftig inwoners tegenover je staan, maar dat betekent niet dat de participatie niet goed is verlopen. Veel inwoners hebben op dat moment een andere mening. Dat is dan maar zo. We moeten wel een betrouwbare overheid zijn. Met de omgevingsvisie laat de gemeente zien wat de doelen zijn. De overheid kan niet in haar eentje duizend woningen realiseren, daar zijn andere partijen voor nodig. Die worden via de omgevingsvisie, zie het als een soort propositie, uitgenodigd om mee te doen. Kom je vervolgens in de loop der tijd tot het inzicht dat je zaken mist of mordicus ergens tegen bent, dan kun je de visie iets bijstellen. Maar als je dat elke week doet, krijg je nooit de benodigde partners om de lokale opgaven in te vullen.’

Wie is...

Pascale Georgopoulou is projectleider invoeringsondersteuning bij het Programma Invoering Omgevingswet van de VNG. Eerder was ze raadsgriffier in Amstelveen en lid van de VNG-commissie Dienstverlening en Informatiebeleid.

Omgevingswet voor raadsleden

Meer informatie over de gevolgen van de Omgevingswet voor raadsleden.