De wettelijke basis voor de rechtspositie van wethouders is de Gemeentewet. De bezoldiging die de wethouder ontvangt is uitgewerkt in het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers. Dat geldt ook voor de onkosten en andere financiële voorzieningen verbonden aan het ambt.
Ook is bepaald dat buiten hetgeen bij of krachtens wet is toegekend de wethouder ten laste van de gemeente geen andere inkomsten in welke vorm dan ook ontvangt.
Rechtspositiebesluit
Het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers is een algemene maatregel van bestuur. Hierin zijn de basisregels opgenomen voor:
- de bezoldiging van de wethouder
- de onkostenvergoeding
- de secundaire voorzieningen
Wijzigingen worden gepubliceerd in de Staatscourant.
Vergoedingsbedragen
De vergoedingsbedragen voor de onkostenvergoeding en secundaire voorzieningen worden meestal jaarlijks gewijzigd. De hoogte van deze vergoedingen is opgenomen in de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers. Het betreft de vergoedingen voor:
- verhuis- en pensionkosten
- woon-werkverkeer
- vergoeding van reiskosten
Ook voor wijzigingen in de regeling geldt dat deze worden gepubliceerd in de Staatscourant. Het ministerie van Binnenlandse Zaken zendt bij wijzigingen in de rechtspositie een circulaire aan gemeenten.
De uitkering voor oud-wethouders is geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Het ouderdomspensioen wordt voor wethouders lokaal opgebouwd op de gemeentelijke begroting.
Meer informatie
- Model Regeling rechtspositie burgemeester en wethouder (ledenbrief en bijlagen, februari 2024)
- Wet- en regelgeving via wetten.nl/zoeken