Het pensioen voor wethouders is geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Ook bewindspersonen, leden van de Tweede Kamer, gedeputeerden en leden van het dagelijks bestuur van een waterschap (behalve de dijkgraaf) bouwen op grond van die wet pensioen op.

De Appa-pensioenpremie wordt op het salaris van de wethouder ingehouden. Deze wordt gestort in de kas van de gemeente en niet bij een pensioenfonds.

Gemeenten hebben op grond van het Besluit begroting en verantwoording (Bbv) de taak een voorziening te vormen. Daarmee is zichtbaar voor welk bedrag oud- en zittende wethouders pensioen hebben opgebouwd.

Pensioenvoorzieningen

De pensioenen van de wethouders worden bij de betreffende gemeente opgebouwd. De actuariële bedragen voor de pensioenvoorzieningen hoeven niet in de gemeentekas beschikbaar te zijn.

De gemeente moet er wel rekening mee houden dat een vertrekkende wethouder kan verzoeken om de waarde van zijn pensioen over te dragen aan een ander pensioenfonds omdat hij of zij bij een nieuwe werkgever is begonnen, de zgn. waardeoverdracht. Dit kan ook een waardeoverdracht zijn naar een andere gemeente waar hij tot wethouder is benoemd.

Pensioenopbouw

De Appa-pensioenopbouw tijdens het wethouderschap en tijdens de eerste 3 jaar en 2 maanden van de Appa-ontslaguitkering is gelijk aan de opbouw bij het ABP. De pensioenopbouw wordt gehalveerd tijdens de eventueel resterende uitkeringsduur. De opbouw wordt naar rato verminderd wanneer de Appa-uitkering wordt gekort door nieuwe inkomsten.

De pensioenopbouw stopt als de oud-wethouder door de verrekening geen uitkering meer ontvangt. Bij een nieuwe benoeming na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd gaat de betaling van een Appa-pensioen gewoon door. Over het salaris uit de nieuwe benoeming wordt geen pensioen meer opgebouwd.

In het Pensioenregister kan een (oud-) wethouder zien hoeveel Appa-pensioen hij heeft opgebouwd.

Wijzigingen in het Appa-pensioen

In principe worden wijzigingen in het Pensioenreglement van het ABP ook aangebracht in de Appa.

Wijzigingen in de Appa betekenen vaak een wetswijziging. Deze moeten met tweederde meerderheid worden aangenomen door de Tweede Kamer omdat deze ook voor de leden van de Tweede Kamer zelf geldt.

Wijzigingen kunnen dan vaak pas later ingaan. Indien wenselijk en mogelijk hebben deze wetsvoorstellen daarom terugwerkende kracht.

Nabestaandenpensioen

De partner van een oud-wethouder (gehuwd of samenwonend) heeft recht op een overlijdensuitkering, als de oud-wethouder op het moment van overlijden een Appa- ontslaguitkering ontving.

Nabestaanden van Appa-pensioenontvangende oud-wethouders hebben onder dezelfde voorwaarden recht op een nabestaandenuitkering.

Meer informatie

Wet- en regelgeving via wetten.nl/zoeken

  • Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa)
    (Vijfde afdeling)