VNG Magazine nummer 10, 17 juni 2022
Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Benno Ellerbroek
De oorlog in Oekraïne is nog in volle gang, maar over de wederopbouw van het land wordt al nagedacht, ook door Nederlandse gemeenten. Een één-op-één stedenband kan helpen, maar samenwerking in een breder inzetbare pool van deskundigen, is effectiever.
Toen de Oekraïense president Volodymyr Zelensky eind maart de Tweede Kamer toesprak via een videoverbinding, keek Sam Elfvering samen met zijn collega’s mee vanuit het gebouw van de Tweede Kamer. Elfvering, medewerker van de D66-fractie in de Tweede Kamer, hoorde daar de oproep van de oorlogspresident aan Nederlandse gemeenten om gemeenten in Oekraïne te adopteren, en zo te helpen als de oorlog voorbij is.
Elfvering is ook raadslid in Ede en voegde daar de daad bij het woord. Deze week stemde de Edese raad over een motie van zijn hand, waarin de oproep wordt gedaan om een stedenband op te richten met een gemeente in het Oost-Europese land. ‘We hadden eerder een stedenband met Chrudim in Tsjechië,’ vertelt het raadslid. ‘Die kwam er vlak na het vallen van de Muur.’ Net als veel andere gemeenten begin jaren ’90 die banden aanknoopten met gemeenten in Oost-Europa, wilde Ede Chrudim helpen met de opbouw van de lokale democratie. In 2013 werd de officiële band tussen beide gemeenten beëindigd, omdat de doelen waren bereikt.
Democratisering
Met een nieuwe jumelage met een Oekraïense gemeente zou Ede wel weer een bijdrage kunnen leveren aan zowel de heropbouw als het democratiseringsproces in Oost-Europa. Een inhoudelijke match is er al: Oekraïne geldt als de graanschuur van de wereld, Ede ligt in de hoogontwikkelde agrarische regio Foodvalley. ‘We willen graag bijdragen aan de wederopbouw en de banden met de regio aanhalen’, zegt Elfvering. De gevolgen van de oorlog zijn ook in Ede zichtbaar, constateert het raadslid. Binnen de gemeentegrenzen ligt de legerplaats Harskamp, waar na de Russische inval plek werd gemaakt voor bijna duizend vluchtelingen. Het terrein is nog tot minstens eind augustus beschikbaar, al werd de opvangcapaciteit recent verlaagd tot 560 personen.
Ook in Doetinchem wordt op initiatief van de gemeenteraad nagedacht over een stedenband. PvdA-raadslid Maarten op de Weegh hoorde Zelensky ook oproepen tot het adopteren van steden in zijn land. ‘Daarna bleef het een beetje stil in Nederland, vond ik.’
We willen graag bijdragen aan de wederopbouw
Net als Ede heeft Doetinchem ervaring met stedenbanden. Dat begon na de Watersnoodramp in 1953. Doetinchem knoopte banden aan met Middelharnis, om die gemeente te helpen bij het herstel na de overstroming. En begin jaren ’90 startte Doetinchem een samenwerking met La Libertad in Nicaragua. Daar was net een einde gekomen aan de burgeroorlog. ‘We hechten waarde aan dit soort samenwerkingsverbanden.’ De oorlog leeft ook in de Achterhoek, zegt Op de Weegh. ‘In de regio worden veel Oekraïners opgevangen in gastgezinnen.’
De Doetinchemse raad riep minister Wopke Hoekstra van Buitenlandse Zaken op een coördinerende rol te spelen bij het stroomlijnen van de nieuwe zusterbanden met Oekraïne. Op de Weegh: ‘Wij kunnen wel met een dartpijl op een kaart gaan mikken om een gemeente uit te kiezen, maar dat heeft weinig effect.’
Impact
Maassluis heeft sinds 2001 een stedenband met Berehove. De stad, met ruim 26.000 inwoners, ligt in het westen van Oekraïne, vlak bij de grens met Hongarije, en is dus ver verwijderd van het oorlogsfront. Materiële schade is er niet. Maar de impact van de oorlog is niet minder groot, zegt burgemeester Edo Haan van Maassluis. De regio vangt veel vluchtelingen op die het oorlogsgebied zijn ontvlucht.
Haan heeft geregeld contact met zijn Oekraïense ambtgenoot, de laatste tijd via Facebook Messenger omdat de telefoonlijnen instabiel zijn. Vanuit Maassluis gaat er geregeld een busje met hulpgoederen, ingezameld door de inwoners, richting Berehove. Haan: ‘Kort na de Russische inval vroeg de burgemeester om beddengoed, om alle vluchtelingen te kunnen huisvesten. Dat vrachtautootje ging toch weer die kant op, dus dat hebben we ingezameld.’
Onlangs organiseerde Maassluis een benefietconcert, waarbij de opbrengst – zo’n 10.000 euro – ook werd gebruikt voor steun aan Berehove. ‘En we hebben contact met de Oekraïense ambassade over wat we nog meer kunnen doen. Het netwerk breidt zich uit.’
Hulpinitiatieven
In internationaal verband wordt al nagedacht over de wederopbouw. Er is een belangrijke rol weggelegd voor de Europese Unie, de G7, de Verenigde Naties en de Wereldbank, schreef minister Hoekstra vorige maand aan de Tweede Kamer, onder meer voor financiële steun. Maar het zijn niet alleen de grote multilaterale organisaties die aan zet zijn. ‘Deze oorlog laat zien hoe belangrijk hulpinitiatieven van medeoverheden, maatschappelijke organisaties en particulieren en bedrijven zijn voor Oekraïne.’
Daarbij is een belangrijke rol voor het getroffen land zelf weggelegd, aldus de minister. Oekraïne moet aangeven waar behoefte aan is, en coördineren wie wat doet. ‘We moeten voorkomen dat duplicatie leidt tot verspilling van middelen die hard nodig zijn voor wederopbouw.’ De minister kijkt daarvoor ook naar gemeenten en de VNG; het ministerie en de VNG overleggen momenteel om binnen het bestaande hulpprogramma de gemeentelijke inzet voor heropbouw mogelijk te maken.
Kort na de Russische inval vroeg de burgemeester om beddengoed
De VNG heeft ervaring met wederopbouwtrajecten, zegt plaatsvervangend directeur Arthur Wiggers van VNG International. Zo kwam de vereniging in actie op Sint Maarten, dat in 2017 zwaar werd getroffen door orkaan Irma. Eerder was VNG International actief na rampen in Indonesië, Sri Lanka en Haïti.
Daarnaast is Oekraïne voor de VNG niet onbekend: de contacten met zustervereniging Association of Ukrainian Cities (AUC) zijn goed, en VNG International voert al jaren projecten uit in het land, onder meer gericht op het versterken van de democratie en het lokaal bestuur. Zo waren er recent bijvoorbeeld projecten in Marioepol, de havenstad die na aanhoudende Russische bombardementen nu volledig in puin ligt.
Solidariteit
De VNG moedigt gemeenten aan om zich in te zetten voor Oekraïne, zegt Wiggers. ‘Het is hartstikke belangrijk dat er solidariteit of steun wordt uitgesproken voor Oekraïne.’ Maar het is de vraag of een één-op-één band met een Oekraïense gemeente daarvoor de meest effectieve weg is. Wiggers: ‘De schade is gigantisch. Het gaat je macht ver te boven als je dat als individuele gemeente wilt gaan herstellen. Het adopteren van een gemeente klinkt sympathiek, maar de vraag is hoe je dat aanpakt. De verwachtingen over en weer kunnen snel uiteenlopen.’
Verstandiger is het, zegt Wiggers, om als netwerk te gaan werken in een pool om zo verschillende expertises samen te brengen. De VNG wil dat aan Nederlandse zijde organiseren, met de AUC aan Oekraïense kant. Op die manier kun je gerichter deskundigheid inzetten en slimmer hulp bieden. Ook de hulp aan Sint Maarten verliep op die manier, en dat ging volgens hem goed. ‘Iedereen ziet op televisie de beelden van de kapotgeschoten flats en van andere vernietigingen. Er moet heel veel worden geïnvesteerd om dat fysiek weer op te bouwen. Daar is internationale coördinatie voor nodig. Maar er moet ook worden nagedacht over stedenbouwkundige plannen. Kunnen er dingen verbeterd worden?’ Zo zou er bijvoorbeeld gekeken kunnen worden naar maatregelen om eventuele ongelijkheid tussen wijken en steden weg te nemen, maar ook over de locatie van voorzieningen. Nederlandse gemeenten kunnen daarbij toegevoegde waarde leveren.
Enorme motivatie
Een ander belangrijk vraagstuk is de betrokkenheid van inwoners, zegt Wiggers. ‘In Oekraïne blijkt dat er bij hen een enorme motivatie is om hun land vrij te houden en om de democratische waarden hoog te houden. Die energie is straks ook heel hard nodig.’
Zo’n pool van deskundigheden is dus van belang om ervoor te zorgen dat de juiste hulp op het juiste moment op de juiste plek belandt. Wiggers: ‘Dat moet op een georganiseerde wijze. We moeten niet met zijn allen over elkaar heen buitelen en elkaar voor de voeten lopen.’ VNG International voert op dit moment gesprekken met onder meer de AUC, de Nederlandse ambassadeur in Kiev en de Oekraïense ambassade in Nederland, en met Oekraïense experts over de aard van de behoeften.
Van belang is dat de basisvoorzieningen in het oorlogsgebied snel weer op orde zijn: elektriciteit en drinkwater zijn cruciaal, net als de infrastructuur voor economische activiteiten. Ook waarschuwt Wiggers ervoor dat er bij de heropbouw sociale spanningen kunnen ontstaan in de Oekraïense samenleving: voor de een duurt het allemaal te lang, een ander vreest dat hulp ten goede gaat komen aan mensen die ‘fout’ waren in de oorlog.
Het voortouw ligt hierbij bij Oekraïne zelf, zegt ook Wiggers. De landelijke overheid en de decentrale overheden moeten toegerust en ondersteund worden bij de heropbouwwerkzaamheden, maar hulpverlenende landen moeten de regie niet overnemen. Wiggers: ‘Oekraïne moet zelf in the lead blijven.’
VNG Fonds
Op verzoek van de Oekraïense vereniging van gemeenten AUC is het VNG Fonds voor Noodhulp, Wederopbouw en Vredesbevordering opengesteld. Gemeenten kunnen via het fonds een financiële bijdrage leveren aan de wederopbouw van Oekraïne. 20 procent van de inkomsten wordt gebruikt voor noodhulp, de rest gaat naar de wederopbouw. Meer informatie: vngfonds.nl.