VNG Magazine nummer 10, 17 juni 2022

Tekst: Annemieke Diekman | Beeld: Shutterstock

Westfriese gemeenten hebben een lange historie als het gaat om internationale handel. Enkhuizen en Stede Broec profiteerden vanaf de vijftiende en zestiende eeuw al van de Europese haringvisserij en de export van agrarische producten. Anno 2022 zetten zaadveredelingsbedrijven en tuinbouwproducenten er de internationale toon.
 

Broekerhaven in Stede Broec

De ligging aan de toenmalige Zuiderzee maakte Enkhuizen maar ook Stede Broec, destijds Broec geheten, geschikt als vestigingsplaats voor een haven. Zo is al in 1449 de Broekerhaven in gebruik genomen, die vooral door schepen werd aangedaan die door de Sont voeren. De haven zorgde voor economische ontwikkeling en voor groei van de agrarische sector. Ook buurgemeente Enkhuizen kreeg een haven die van groot belang zou worden voor de haringvisserij en later de voor de handel met de Oost.

Haringstad Enkhuizen
Nederland speelde een heel belangrijke rol in de haringvisserij. Voor een belangrijk deel kwam dat door de voor die tijd geavanceerde vismethoden. Hierdoor werd Nederland de belangrijkste Europese haringleverancier. De Hollanders bedienden in de gloriedagen rond 1630, zo’n tachtig procent van de markt ofwel miljoenen consumenten.

De VOC-geschiedenis heeft een zwarte rand, daar ben ik eerlijk over

De grote bloei van Enkhuizen als ‘haringstad’ begon na 1573. In dat jaar noopten de oorlogshandelingen met de Spaanse bezetter aan de Noordzeekust de vissers hun haringschepen voor de veiligheid in Enkhuizen te lossen. Dat zorgde voor een grote economische bloeiperiode van de stad. Rond 1650 had meer dan de helft van de ruim zeshonderd haringschepen Enkhuizen als thuishaven. De gunstige ligging en de goede bereikbaarheid van het achterland betaalden zich uit. Door de visserij werden toeleveringsbedrijven aangetrokken, waardoor ook de koopvaardij en nijverheid in Enkhuizen konden groeien. ‘Het aantal inwoners nam toe tot 25.000, ruim een derde meer dan de huidige 18.500, vertelt burgemeester Eduard van Zuijlen. ‘De stad kende geen armoede en werkloosheid. Vanuit Enkhuizen ging de vis niet alleen naar Emden in Duitsland maar ook naar de noordelijke landen en Engeland.’

Voorsprong
De voorsprong die Enkhuizen in die tijd verwierf, stond de stad lang niet af. ‘De bovenste laag van de bevolking haakte aan bij de VOC’, aldus Van Zuijlen. Het was die groep inwoners, veelal kooplui en handelaren, die ervoor zorgde dat Enkhuizen ook binnen de VOC een belangrijke speler zou worden. Na de Kamers van Amsterdam en Zeeland had Enkhuizen met 540.000 gulden destijds de grootste inbreng in het aandelenkapitaal van de VOC. Onder de eerste paar honderd inschrijvers bevonden zich veel kleine ondernemers die het risico wel durfden te nemen. ‘De VOC-geschiedenis heeft een zwarte rand, daar ben ik eerlijk over,’ aldus de burgemeester. Dat is een heel andere kant van de internationale betrekkingen. Maar de blik naar buiten dateert dus al van de tijd van de haringvangst, die Enkhuizen voor het eerst internationaal op de kaart zette.’
Voor Stede Broec begon de ontwikkeling met de aanleg van de Broekerhaven. ‘De nieuwe haven was destijds van groot belang voor de gemeente,’ vertelt burgemeester Ronald Wortelboer. ‘De haven heeft de deur opengezet naar de handel en gezorgd voor economische groei in de agrarische gemeenschap.’
Vanuit de Broekerhaven vertrokken schepen met onder meer land- en tuinbouwproducten naar zowel binnenlandse als buitenlandse bestemmingen. ‘De producten werden gelost in de havens van overzeese gebieden in het Noorden, Duitsland en Engeland en van daaruit verder naar de stad en het achterland vervoerd.’ Nog altijd zijn het veelal agrarische producten die hun weg naar het buitenland vinden, alleen niet langer via de Broekerhaven.

Agrarische sector
Hoe is het anno 2022 nu met die blik naar buiten en de handelsgeest gesteld? Zowel in Enkhuizen als in Stede Broec is het dus nog altijd de agrarische sector die internationaal actief is. In Enkhuizen zijn dat met name de grote toonaangevende zaadveredelingsbedrijven. ‘Dit zijn veelal familiebedrijven die al eind negentiende eeuw, begin twintigste eeuw zijn opgericht’, zegt Van Zuijlen. ‘Deze van oorsprong traditionele agrarische ondernemingen hebben zich in een aantal gevallen ontwikkeld tot hightech zaadveredelingsbedrijven. Zo is er een bedrijf dat zich bijvoorbeeld bezighoudt met het verfijnen en perfectioneren van zaad voor tomaten, zodat alle fases van de groei van de tomaat veiliggesteld kunnen worden. Heel intrigerend.’
Van Zuijlen vindt het ook mooi om te zien hoe deze economische activiteit zich concentreert in Westfriesland. ‘Wereldwijd vind je nergens een sterkere bundeling van zaadverdelingsbedrijven.’ De aanwezigheid van de internationaal opererende bedrijven heeft volgens hem bovendien gezorgd voor verschillende spin-offs en extra economische activiteit.

De bollen vliegen de hele wereld over

Bollenteelt
‘Nog altijd zijn het de land- en tuinbouwproducten die hier de boventoon voeren,’ vervolgt burgemeester Wortelboer van Stede Broec. ‘Er is hier veel bollenteelt, maar ook gespecialiseerde tuinbouwproducten en bloemkool en uien vinden hun weg naar het buitenland.’
Niet al die bedrijven liggen binnen de gemeentegrens van Stede Broec, maar de burgemeester refereert graag aan de gemeenschappelijke Westfriese achtergrond. ‘Net als in Enkhuizen zijn hier veel bedrijven al decennialang in de familie. Mooi om te zien hoe zij zich manifesteren als Westfriese ondernemingen in het buitenland. Ze opereren wereldwijd, de bollen vliegen de hele wereld over, van de Verenigde Staten tot Azië.’
Wortelboer: ‘Sommige van de bedrijven houden de hele productieketen zelf in handen, andere richten zich op een specifiek onderdeel van de keten en besteden de rest uit. Ook zie je ondernemingen die opschuiven binnen de keten, van bollenteler naar producent van verpakkingen en logistieke oplossingen.’
De burgemeester is enthousiast over de innovatieve kracht van de bedrijven. ‘Het is al lang niet meer zo dat ze alleen maar bollen of andere tuinbouwproducten kweken. Er vindt veel nieuwe productontwikkeling plaats en er worden innovatieve technieken ontwikkeld om de teelt verder te verbeteren en bijvoorbeeld de individuele groeifases van de bloembol te voorspellen.’ De internationale markt vraagt daarnaast om duurzaamheidsinitiatieven, bijvoorbeeld op het vlak van verpakking en vervoer. ‘Ook daar wordt goed op ingespeeld door de agrarische en aanpalende bedrijven in West Friesland.’

Handelsgeest
Naast de vele agrarische bedrijven hebben beide gemeenten ook nog enkele internationaal georiënteerde ondernemingen binnen de gemeentegrenzen die in andere sectoren werkzaam zijn. Al die Westfriese bedrijven die hun blik op de wereld hebben gericht, geven volgens beide burgemeesters voldoende blijk van de handelsgeest van weleer.