VNG Magazine nummer 4, 18 maart 2022

Tekst: Annemieke Diekman | Beeld: Jiri Büller

Zeven jaar na de invoering van de decentralisaties staan kwetsbare inwoners aan de kant, constateert het SCP. Directeur Kim Putters doet een beroep op de nieuwe colleges en gemeenteraden: stuur direct bij, want over twee jaar lukt dat niet meer.
 

Kim Putters

Kim Putters is bezig aan zijn laatste maanden als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), een kennisinstituut van de rijksoverheid. Na negen jaar zit zijn maximale bestuurstermijn erop, maar eigenlijk is hij nog niet klaar. Zijn hart ligt bij maatschappelijke thema’s als kansen­ongelijkheid, sociale cohesie en polarisatie. In een van de laatste onderzoeksrapporten onder zijn bewind, Uitdagingen in het sociaal domein; nieuwe gemeentebesturen aan zet, zoekt het SCP duidelijk toenadering tot gemeenten. 

In de reflectie van het SCP op het regeerakkoord vraagt u opnieuw om meer expliciete aandacht voor sociale cohesie en solidariteit in de maatschappij. Frustreert het u dat die samenhang eerder kleiner dan groter lijkt te worden?  
‘Het SCP onderzoekt langlopende ontwikkelingen in de samenleving. Op het vlak van solidariteit en polarisatie zien we geen grote nieuwe ontwikkelingen. Wel zie je sommige scheidslijnen scherper worden. Mede als gevolg van de coronacrisis is de ongelijkheid tussen mensen en ook de hulpvraag in het sociaal domein toegenomen. Dat kan op termijn leiden tot meer polarisatie. Frustratie heb ik niet zo snel, maar het is belangrijk dat een realistische aanpak van de problemen wat hoger op de politieke agenda komt te staan dan in de achterliggende periode.’ 

Het nieuwe SCP-rapport schetst een niet al te rooskleurig beeld van het decentralisatieproces binnen het sociaal domein. Zijn de decentralisaties mislukt? 
‘Wij maken ons zorgen, maar ik wil toch eerst benoemen dat er ook veel goed gaat. Er krijgen nu 2,1 miljoen mensen in Nederland linksom of rechtsom uit allerlei regelingen hulp waar ze tevreden over zijn. Wat zeven jaar na invoering van de decentralisaties wel blijkt, is dat de mensen in de meest kwetsbare posities, met vaak een ingewikkelde meervoudige hulpvraag, aan de kant blijven staan. Terwijl dit juist de mensen zijn die het hardst hulp nodig hebben.’ 

U kunt niet uitsluiten dat de decentralisatie deels wordt teruggedraaid? 
‘Al in de vorige formatie heb ik de vraag op tafel gelegd waar het heen beweegt met de decentralisatie. Is dit het eindpunt en hoeveel ruimte is er dan financieel en beleidsmatig voor gemeenten? Als dit het is, moeten we scherper krijgen welke taken nu mede­bewind zijn en welke autonomie. Zonder stip aan de horizon blijft het onduidelijk en trek je het decentralisatieproces niet vlot. Ook in het nieuwe regeer­akkoord heb ik hier geen antwoord op kunnen vinden. Zijn we waar we moeten zijn, gaan we richting Scandinavisch model – georganiseerd in county’s maar vergelijkbaar – met nog een wat sterkere autonomie in het regelen van dit alles óf maakt de landelijke politiek op onderdelen een beweging terug? Zo staat het niet in het regeer­akkoord, dus ik heb niet per se redenen om aan te nemen dat dit zo is, maar het blijft hangen.’

De mensen in de meest kwetsbare posities blijven aan de kant staan

Hoe kunnen gemeenten zelf het vastgelopen proces weer op gang krijgen?
‘En paar dingen moeten bij gemeenten, maar ook bij het rijk, scherper op het netvlies komen. We delen een basis met elkaar, we hebben sociale grondrechten, mensenrechten, een aantal afspraken over sociale bescherming. De vraag is waar die basis nu voor staat. Door welke bodem mogen mensen niet zakken als het gaat om bestaanszekerheid, zorg en ondersteuning? Gemeenten moeten dit zich ook afvragen. Ze moeten gerichte keuzes maken en bepalen aan welke groepen in kwetsbare posities ze prioriteit willen geven. Wat is nu de sociale basis, waar zitten de mensen in de kwetsbare situaties en wat hebben die minimaal nodig? Als je voor deze groep kiest, is er wellicht niet altijd budget om de andere groepen helemaal tegemoet te komen, maar dan wordt wel duidelijk wat je als gemeente onder een sociale samenleving verstaat. Het rijk is dan verantwoordelijk voor een realistisch budget voor de reële hulpvraag.’

Daarbij zou meer opgavegericht dan domeingericht gewerkt moeten worden? 
‘Een van onze hoofdboodschappen is: probeer vanuit de problemen van mensen te redeneren. Pak ze integraal aan en laat de wet daarbij niet leidend zijn. Wij beginnen vaak bij het systeem en niet bij de mensen. Tot nu toe wordt bij opgaven in het sociaal domein primair gekeken naar het budget, wie de verantwoordelijkheid daarvoor heeft en hoe het kan worden verdeeld. Het kan ook anders, maar daar is creativiteit voor nodig en betrokkenheid van andere partijen.’ 

Staan vastgeroeste patronen en verkokering een integrale aanpak toe?  
‘Het zal niet vanzelf gaan. Toch zijn er ook hoopvolle signalen vanuit gemeenten, waar domeinoverstijgend werken wel lukt. Gemeenten die bijvoorbeeld de schuldhulpverlening bij het armoedebeleid betrekken. Het feit dat we terug kunnen blikken op de afgelopen zeven jaar, betekent ook dat we lessen kunnen leren.’ 

Is het nu of nooit?
‘Dit is wel het moment om het anders te gaan doen. De vraag is: ga je als nieuw gemeentebestuur straks zitten op rekkelijk of op precies? Het zou zo mooi zijn als bestuur en raad aan het begin van de nieuwe raadsperiode naar elkaar uitspreken dat ze niet alleen strikt de wet uitvoeren, maar er omheen kijken naar wat mensen nodig hebben. Als dat niet direct aan het begin gebeurt, zal het voor de gemeenteraad lastiger worden om over anderhalf, twee jaar nog bij te sturen op plannen, waarvan blijkt dat er te weinig over de schotten heen is gekeken. Het komende halfjaar wordt cruciaal om dit debat te voeren. Het SCP probeert dit bij gemeenten aan te zwengelen. Zeker bij nieuwe raadsleden en wethouders is er besef nodig dat je als gemeente deze ruimte kunt creëren. Het sociaal domein is meer dan een paar wetten, het gaat erom dat mensen over de volle breedte kunnen meedoen in de samenleving.’

Gemeenten moeten gericht kiezen welke groepen ze prioriteit geven

Het raakt u dat sommige kwetsbare groepen, zoals mensen met een beperking, buiten de boot dreigen te vallen? 
‘Als je het hebt over een sociale basis in dit land, gaat het ook over hoe we omgaan met mensen met een beperking. Na de invoering van de Participatiewet zijn mensen met een arbeidsbeperking in eerste instantie minder vaak aan het werk gekomen in plaats van meer. Als ze al werk vonden, was dit vaak tijdelijk en tegen minder goede arbeidsvoorwaarden. De coronacrisis zette dit nog meer op scherp. Mensen met een tijdelijk contract kwamen als eersten aan de kant te staan. Dat raakt mij heel erg. Vandaar mijn oproep aan gemeenten om uit te zoeken welke mensen erbuiten vallen en voor wie het gevaar bestaat dat ze nooit meer op de arbeidsmarkt terugkeren. Dit is een vraagstuk waarvan ik echt hoop dat gemeenteraden er in alle openheid naar willen kijken, zonder daar direct een schuldvraag bij neer te leggen.’

Kunnen gemeenten ook bij het SCP terecht voor kennis? 
‘Wij bepleiten al veel langer een betere kennisinfrastructuur voor het sociaal domein. De kennis die er is, moet ook beschikbaar komen voor gemeenten, zodat die alle grote voorliggende vraagstukken beter kunnen behappen. Daarbij steek ik ook de hand in eigen boezem. Wij hebben als kennisinstituut daarin ook verantwoordelijkheid. Onze ambitie is om te kijken hoe het SCP vaker eigen onderzoek kan vertalen naar wat bruikbaar is voor gemeenten. We zien dit rapport ook als de start van een dialoog met de VNG voor de komende jaren rond een aantal belangrijke thema’s.’

Wie is...

Kim Putters is directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau en hoogleraar Beleid en Sturing van de Zorg in de Veranderende Verzorgingsstaat aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij was gemeenteraadslid voor de PvdA in Hardinxveld-Giessendam en lid van de Eerste Kamer.