VNG Magazine nummer 16, 23 oktober 2020

Marleen Stikker

Het is maandagochtend. Je springt uit bed, maar al snel zou je weer terug willen kruipen, want alles zit vandaag tegen. Een koffietje zetten gaat niet, want je wifi ligt eruit. Je kunt je tanden niet poetsen omdat je de firmware van je tandenborstel moet updaten. Tot overmaat van ramp wil je deelauto niet starten omdat die zich niet op de juiste geolocatie bevindt.
Het klinkt als een dystopische maandagochtend in de verre toekomst. Maar het zijn echte, hedendaagse voorbeelden van problemen met ‘slimme tech’, verzameld door het vermakelijke Twitteraccount ‘Internet of Shit’. 

Technologie wordt vaak ontworpen vanuit veronderstelde mogelijkheden, waardoor we spreken over Key Enabling Technologies (KET’s). Maar slimme tech kan net zo goed disabling zijn: door alles met het internet te verbinden, worden systemen ook kwetsbaar. Broodroosters, deurbellen, keukenkranen, fietsen, auto’s, hele huizen; dorpen en steden verslimmen in rap tempo. De vraag is: waarom? Waarom moet alles maar online? Het antwoord is vaak: omdat het kán.

Door technologie als uitgangspunt te nemen, creëren we niet per se een betere wereld

Maar niet alles wat kan, hoeft. En in al die technologie zitten belangen besloten, en dat zorgt voor nieuwe afhankelijkheden. Door kritieke processen te digitaliseren en datagestuurd beleid centraal te stellen neemt de kans op technologisch falen toe. Politici hebben onvoldoende zicht op deze kwetsbaarheden. Het is zelfs de vraag of burgemeesters de sleutels van hun gemeenten nog wel in handen hebben. Door technologie als uitgangspunt te nemen, creëren we niet per se een betere wereld. Wat ontbreekt, is een ontwerpproces waarin maatschappelijke waarden centraal staan.

ClickNL ontwikkelde een toolbox voor het ontwerpen van technologie met een publiek doel: de Key Enabling Methodologies (KEM’s). Methodes voor ‘missiegedreven innovatie’ dus, om zo te komen tot technologie die de mens dient. Op kems.clicknl.nl is uitgebreide documentatie over de KEM’s te vinden, ingedeeld in categorieën als Visie en verbeelding, Participatie en co-creatie, Gedrag en empowerment, Institutionele verandering. Alles speelt op elkaar in, en technologie wordt zo in een breder perspectief geplaatst.

Gemeenten en andere overheden hebben al moeite de ontwikkelingen op technologisch gebied bij te benen, en nu komt er nóg een nieuw perspectief bij. Gelukkig zijn de KEM’s geen vloek maar een zegen. Wie in de ontwerpfase bijvoorbeeld zorgt voor een participatief proces, zal merken dat innovaties beter landen bij een breder publiek. Het borgen van de KEM’s in het ontwerpproces kan dus het ontbrekende puzzelstukje zijn dat de verbinding legt tussen de gewenste samenleving en de technologie die we ontwerpen.  Zo krijgen we de regie over onze maandagochtend weer terug.

Marleen Stikker is directeur van Waag en oprichter van De Digitale Stad
@marleenstikker