VNG Magazine nummer 5, 1 april 2022
Een uniecollege, waarin álle raadsleden zich vertegenwoordigd voelen, dus zonder de scheiding coalitie-oppositie. Het zou verfrissend kunnen werken en een impuls geven aan de kwaliteit van besturen, schrijft Martien Kromwijk.
Trek eens de vergelijking met het besturen van een sportclub, een kerk of een vereniging. Als je daar na de ledenvergadering met negen personen in het bestuur komt, dan zet je toch ook niet eerst drie mensen aan de kant als oppositie om daarna als coalitie met een meerderheid van zes het werk te gaan doen? Waarom doe je dat dan bij het besturen van je gemeenschap wél?
Ik heb dit voorstel voor een uniecollege in mijn gemeente ruim voor de verkiezingen gelanceerd. De reacties op straat waren zonder meer positief; die bij de politieke incrowd heel wat gereserveerder. Het valt niet mee om los te komen van ingesleten patronen. Toch hoop ik dat het er de komende weken van gaat komen.
Besluiten voorkoken in coalitieoverleg is niet meer logisch
Gezamenlijke wethouder
Hoe kan het werken? Stel na de verkiezingen eerst vast hoeveel wethouders een bij de gemeente passend bestuurlijk team gaan vormen. Vorm daarna vanuit de gemeenteraad net zoveel groepjes. Grote fracties kunnen dan wellicht solo een groepje vormen, of als grote groep twee wethouders leveren. De kleinere fracties zullen zich moeten groeperen, en het eens moeten worden wie hun gezamenlijke wethouder wordt.
Vervolgens is er ook geen aanleiding meer om een gedetailleerd collegeakkoord of raadsprogramma te maken. Dat is fijn, want de werkelijkheid wordt in die vier jaar toch altijd weer anders en onvoorzien. Enkele hoofdkeuzes kunnen volstaan. Bij de uitwerking en alle volgende besluiten kan iedereen voluit de eigen rol invullen: college, raad en alle fracties.
Besluiten voorkoken in coalitieoverleg is op deze manier niet meer logisch. Partijen moeten zich daarna meer uitspreken, en kunnen zich dus niet meer verschuilen achter ‘nu eenmaal gemaakte afspraken’.
En de ultieme machtsvorming van een minderheid (bijvoorbeeld rond koopzondagen) die een besluit tegen de eigenlijke meerderheid weet te forceren omdat anders de coalitie zou vallen, is er ook niet meer bij.
Beter gezamenlijk besturen, schouder aan schouder, zoals je ook bij je eigen vereniging zou doen
Democratische controle
En de democratische controle dan? Wel, die gaat er ook op vooruit. Want wat is democratische controle waard als coalitiepartijen geneigd zijn iets door de vingers te zien omdat anders de coalitie geschaad wordt of zou vallen? En als kritische opmerkingen van de oppositie op voorhand worden weggehoond of genegeerd?
Beter gezamenlijk besturen, schouder aan schouder, zoals je ook bij je eigen vereniging zou doen. Zonder verspilling van argumenten en creativiteit, omdat je niet wilt horen dat de oppositie soms ook iets slims inbrengt, en je zelf niet meer nadenkt omdat de coalitiediscipline geen ruimte laat.
Toegegeven, het is een optimistisch betoog. Maar het is ook wel een verfrissend vooruitzicht. Want het politieke gedoe, de spelletjes, de gesloten achterkamertjes, het ‘Den Haag spelen’, dat kunnen we toch wel missen. Dat verhoogt het aanzien van het bestuur niet en het staat de bereidheid eraan deel te nemen in de weg.
Niet dat vroeger alles beter was, maar ik herinner me nog dat er vroeger wel werd gesproken over een afspiegelingscollege. Dat was zo’n slechte gedachte nog niet.
Martien Kromwijk is voormalig wethouder in Bodegraven-Reeuwijk. Bij de afgelopen verkiezingen was hij lijsttrekker van Mijnklimaatpartij.
Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl