VNG Magazine nummer 5, 1 april 2022

Tekst: Leo Mudde en Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Peter Hilz/ANP | Grafieken: Monique Westenbroek

Wie afgaat op het nieuws, kan denken dat politici elkaar alleen maar zwartmaken. De samenleving verruwt en de politiek gaat daarin mee, zo lijkt het. Maar klopt dat beeld? VNG Magazine vroeg het aan burgemeesters in hun rol als voorzitter van de gemeenteraad.
 

Omgangsvormen

De burgemeesters die reageerden op een online enquête naar de omgangsvormen in gemeenteraden, hebben niet allemaal dezelfde ervaring. Iets meer dan de helft (55 procent) zegt niets te hebben gemerkt van verslechterende omgangsvormen in de afgelopen jaren. Daar staat 40 procent tegenover die wél een ruwer lokaal politiek klimaat ervaart. Het vaker op de persoon spelen, in plaats van op de inhoud, wordt het vaakst genoemd als belangrijkste uitingsvorm. Als andere vormen van verruwing noemen de raadsvoorzitters scherper taalgebruik, het publiceren van teksten die tegen het randje van smaad schuren, elkaar vals beschuldigen of uitspraken van anderen uit de context halen. Eén burgemeester maakt van haar of zijn hart geen moordkuil en schrijft: ‘Ik merk het aan van alles, wij zijn nogal een rolmodel voor verstoorde verhoudingen.’
Als belangrijkste oorzaak wordt de verharding in de samenleving het vaakst genoemd. Ook de coronacrisis, toen er geen fysiek onderling contact mogelijk was, heeft de verhoudingen geen goed gedaan. Drie burgemeesters wijzen met de vinger naar de Tweede Kamer: het gedrag van de geachte afgevaardigden daar wordt in de raadzaal gekopieerd. Maar ook sociale media, de ‘druk uit de samenleving’ en te weinig (debat)vaardigheden worden genoemd als mogelijke oorzaken.

Als je de cultuur echt wilt veranderen, moet je elkaar corrigeren

Erg

Vinden de burgemeesters het erg, die verstoorde verhoudingen? Best wel, van de groep die te maken heeft met verruwing in de omgangsvormen zegt 70 procent dit toch wel erg tot heel erg te vinden. In ieder geval erg genoeg om tijdens vergaderingen in te grijpen. Van alle burgemeesters – dus ook die vinden dat de omgangsvormen niet minder worden – roept ongeveer de helft raadsleden staande de vergadering tot orde. Een minderheid (20 procent) kiest ervoor hen buiten de vergadering, na afloop of tijdens een schorsing, aan te spreken. Eén burgemeester zegt: ‘Ik los het op met humor.’ 
De burgemeesters mogen dan als voorzitter uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor een ordelijk verloop van de vergaderingen, ze zien het graag zelf als een collectieve verantwoordelijkheid. Zes van de tien vinden dat raadsleden zelf elkaar vaker zouden moeten corrigeren. Het gebeurt al wel, signaleren zij, maar niet genoeg. Slechts iets meer dan 20 procent vindt dat raadsleden elkaar in voldoende mate aanspreken op elkaars gedrag. ‘Er wordt veel naar de voorzitter gekeken’, zegt burgemeester Marina Starmans van Dongen, ‘maar raadsleden kunnen elkaar onderling ook aanspreken.’
Ook burgemeester Marcel Thijsen van Tynaarlo vindt dat raadsleden elkaar niet genoeg aanspreken op hun gedrag: ‘Je krijgt een cultuur alleen anders als je dat met elkaar doet.’ Hij spreekt raadsleden in het debat wel kort aan als ze volgens hem over de schreef gaan: ‘Zo doen we dat niet’. Thijsen: ‘Dat doe ik op dat moment vooral om het niet te laten escaleren, maar het debat moet vervolgens niet gaan over de omgangsvormen. Daarom houd ik het kort.’ Extra uitleg volgt dan na het debat. ‘Vaak nodig ik het raadslid dan uit om dat gesprek extra gewicht te geven.’
‘Maar als het echt nodig is’, zegt Thijsen, ‘ben ik vaak de enige die er wat van zegt. De rest geeft dan misschien wel non-verbaal aan dat er iets niet goed is, maar ze kunnen ook zelf zeggen dat iets echt niet kan. Je moet als voorzitter van de raad ook zorgen dat je niet alleen staat in een kwestie. In dat soort situaties zijn er veel emoties in het spel. Achteraf, als de strijd geluwd is, is er altijd steun, maar als je de cultuur echt wilt veranderen, moet je er met elkaar in de raad op letten en elkaar corrigeren.’

Vlagen

Thijsen hoort bij de kleine meerderheid van de burgemeesters die heeft geantwoord dat het debat nu niet ruwer wordt gevoerd dan eerder. Het gaat met vlagen, zegt de burgemeester, met een lange ervaring in het lokaal bestuur. ‘Ik ben in 1994 in de politiek begonnen. Toen werd er ook al op de persoon gespeeld. Daarna is het even weggeëbd. Het komt ook door wie er in de raad zit, zegt Thijsen. ‘Iedereen zegt altijd dat hij of zij hard is op de inhoud, en zacht op de persoon. Maar in het heetst van de strijd wordt dat weleens vergeten.’
Thijsen gaat met de nieuwe raad een gesprek over de omgangsvormen agenderen, en in het presidium is het onderwerp ook al ‘vier of vijf keer’ besproken.
Dat presidium, het gezelschap van fractievoorzitters, is met meest voor de hand liggende gremium om de omgangsvormen te bespreken. Het wordt het vaakst genoemd als plek waar wordt onderzocht hoe de verhoudingen kunnen worden verbeterd. Tweede is de periodieke heidag, gevolgd door het initiëren van een debat over omgangsvormen. 
Eén burgemeester verzucht alles al te hebben geprobeerd. Maar die bestuurt dan ook een raad met een lange geschiedenis van verstoorde verhoudingen waarin het beschadigen van anderen geen uitzondering is. Gelukkig lijkt dat een uitzondering.

Grafiek 1
Merkt u dat de omgangsvormen in de gemeenteraad zijn verruwd de afgelopen jaren?

VNG Magazine nr. 5 -2022 grafiek 1
















Grafiek 2
U bent als burgemeester voorzitter van de  gemeenteraad. Moet u het debat vaker normeren dan vier jaar geleden?

VNG Magazine nr. 5 -2022 grafiek 2


















Grafiek 3
Spreken raadsleden elkaar aan op hun gedrag?

VNG Magazine nr. 5 -2022 grafiek 3