VNG Magazine nummer 14, 23 september 2022
Tekst: Leo Mudde | Beeld: Judeaniro de Jongh
De populairste politicus van Bonaire stopt. Nina den Heyer mag veel successen claimen, maar nu loopt ze op tegen het grootste probleem: de schrijnende armoede. ‘Het duurt te lang. Ik kan buiten de politiek meer voor de mensen doen.’
Wanneer zij in het Bestuurskantoor in Kralendijk achter haar bureau zit, ziet Nina den Heyer op de muur tegenover haar een lijst van uitdagingen die ze in ieder geval als gedeputeerde voor elkaar wilde krijgen. Dubbele kinderbijslag voor kinderen met een beperking, een centrum voor slachtoffers van huiselijk geweld of mensenhandel, kinderopvang als basisvoorziening, een vorm van werkloosheidsuitkering, een nieuwe organisatie voor sociale hulpverlening, een moderne bibliotheek. You can do it mum, schreef haar dochter eronder.
Ze maakte het ambitieuze wensenlijstje toen zij in het voorjaar 2019 opnieuw gedeputeerde werd, de Caribische variant van de wethouder. Met enige trots constateert ze ruim drie jaar later dat vrijwel alles is afgevinkt, of in ieder geval in een gevorderd stadium zit. Geen slechte score, die nog indrukwekkender is als je rekening houdt met de grote afhankelijkheid van de rijksoverheid.
Op dat soort momenten besef je: shit, wij kunnen hier niks voor haar doen
Machteloosheid
Bij de eilandsraadsverkiezingen in 2019 was Den Heyer (lid van de sociaal-christelijke Movementu di Pueblo Boneriano, de MPB) veruit de populairste politicus. Toch stopt ze ermee, vier maanden voor de verkiezingen in maart. Niet uit frustratie – zie haar afgewerkte lijstje – maar wel omdat haar af en toe een gevoel van machteloosheid bekruipt dat ze aan één levensgroot probleem zo weinig kan doen: de armoede waaronder een groot deel van de bevolking gebukt gaat.
Ze geeft een recent voorbeeld: ‘Ik sprak een blinde vrouw van begin 40, volledig arbeidsongeschikt. Ze heeft een onderstandsuitkering (bijstand, red.) van 850 dollar per maand. Omdat wij geen sociale woningen beschikbaar hebben, moet ze particulier huren, 1.300 dollar. We zouden als openbaar lichaam bijvoorbeeld de helft van de huur kunnen betalen, maar we mogen niet aan inkomenspolitiek doen. Maar we zijn wél verantwoordelijk voor mensen met een beperking. Op dat soort momenten besef je: shit, wij kunnen hier niks voor haar doen.’
Niet leuk
Dan is het niet leuk om gedeputeerde te zijn, zegt ze. ‘De voornaamste reden dat ik stop is privé, voor de familie, maar het speelt zeker mee dat ik niet veel kan betekenen voor dit soort specifieke gevallen. Ik denk dat ik buiten de politiek meer voor mensen kan doen. Ik zit nu tien jaar in de politiek en heb het gevoel: het duurt allemaal te lang.’
Terwijl de verwachtingen zo hooggespannen waren in 2010, toen Bonaire net als Sint Eustatius en Saba een ‘bijzondere gemeente’ van Nederland werd. De eerste jaren werd gekozen voor ‘legislatieve rust’: even geen grote veranderingen in de wet- en regelgeving om de eilanden aan de nieuwe status te laten wennen. ‘Dat hebben de departementen verschillend geïnterpreteerd’, zegt Den Heyer. ‘Het ministerie van Onderwijs zei: het is belangrijk dat het niveau op de BES-eilanden één-op-één voldoet aan dat van Nederland en daar gaan we direct aan werken. Dat is ook gelukt. Maar het ministerie van Sociale Zaken hield strak vast aan die rustperiode. Het duurde tot 2016 voor er zoiets als kinderbijslag kwam en nu pas wordt gepraat over het introduceren van een soort WW. Als SZW de eerste jaren soepeler was omgegaan met die legislatieve rust, zouden de problemen nu minder erg zijn geweest, zeker wat betreft onze voorzieningen.’
Te bescheiden
De houding van de Bonairianen zelf was daar ook debet aan, erkent ze. ‘Er was hier een gebrek aan kennis, we keken nooit verder dan ons eigen eiland of hooguit naar Curaçao. Mensen wisten niet welke voorzieningen er allemaal bestonden in Nederland. We hebben nooit gestreden voor waar we eigenlijk recht op hadden, we hadden hier zoiets van: we moeten het doen met wat we hebben. Dat is veranderd. Wij waren te bescheiden, maar daarbij zeg ik meteen dat Nederland zich wel wat proactiever had mogen opstellen.’
Het ondernemerschap, vaak een uitweg uit de armoede, zit er bij de Bonairiaan niet van nature in, zegt Den Heyer. ‘Dat proberen we nu via het onderwijs en met de Kamer van Koophandel te veranderen. Maar dat kost tijd. Het is frappant dat de Bonairiaanse vrouw wel van alles doet. De mannen moesten vroeger altijd gaan werken op Curaçao, Aruba of Cuba, de vrouwen bleven dan achter en moesten het gezin onderhouden. Die hielden het hoofd boven water met zoiets als taarten bakken en pasteitjes verkopen.’
Tel daarbij de hoge prijzen in de supermarkten en de inflatie op, dan kleurt de sociale kaart van Bonaire nog zwarter. Een pot pindakaas kost meer dan 9 dollar, net als een kilo witte druiven. NRC schreef deze zomer dat het kopen op krediet bij supermarkten niet ongewoon is. Den Heyer: ‘Een voedzame maaltijd op tafel zetten wordt steeds moeilijker. Tijdens de coronaperiode werden vaste kosten van energie, water en internet gesubsidieerd. Maar ook bij ons stijgen de energiekosten nu als een gek. Ik denk dat Nederland hier wel actiever over kan meedenken.’
Ik zie al járen van goede intenties, het duurt gewoon te lang
Aan mooie woorden vanuit Den Haag geen gebrek, zegt ze cynisch. ‘Ik zie al járen van goede intenties. Je merkt wel dat er bij verschillende ministeries meer aandacht is voor de eilanden, maar het is nog niet vanzelfsprekend.’ In de Tweede Kamer is er de laatste jaren wel meer structurele belangstelling, constateert ze. ‘Er worden moties aangenomen, maar dat blijven toch wensen, het zijn geen verplichtingen. Het vervelende is dat het lijkt alsof we heel erg afhankelijk zijn van de bewindspersoon. Als die zich met de eilanden identificeert, dan pas komt er beweging. Dat is krom, het zou niet mogen uitmaken wie in een kabinet de eilanden in portefeuille heeft.’
En áls er dan al aandacht is voor de eilanden, dan gaat het vaak alleen over de mensen met een onderstandsuitkering, niet over de mensen die wel werken maar niettemin in armoede leven. Zo wordt in Den Haag al jaren gesproken over een ‘ijkpunt’ voor een sociaal minimum in Caribisch Nederland. De Bonairiaanse consumentenbond Unkobon heeft de Nederlandse staat voor de rechter gedaagd omdat die met twee maten zou meten en daarmee onrechtmatig bezig is: hij garandeert wel een bestaansminimum voor zijn Europese inwoners, maar niet voor die van Caribisch Nederland.
Den Heyer heeft begrip voor de stap van Unkobon, maar kiest als bestuurder van het openbaar lichaam toch liever voor de route van de dialoog. ‘Maar op een gegeven moment weet je niet meer hoe je de problemen nog moet aankaarten om Den Haag echt de ernst ervan te laten inzien.’ Waarom moet bijvoorbeeld het definiëren van een sociaal minimum zo lang duren, vraagt ze zich af. ‘Wie het weet, mag het zeggen. Natuurlijk speelt mee dat er een prijskaartje aan hangt. De eilanden zijn altijd geframed als rovershollen en bodemloze putten waar de Nederlandse belastingbetaler zijn geld in ziet verdwijnen. Ga dan maar eens zeggen dat je nu wél gaat investeren in de eilanden, dat ligt gevoelig.’
Zolang je honger hebt, ga je niet werken aan je eigen ontwikkeling
Kloof
Steeds meer Nederlanders vestigen zich op Bonaire. Er wordt veel geïnvesteerd in hotels en resorts, terwijl de Bonairianen moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen en de kloof tussen arm en rijk steeds groter wordt. Het is een beproefd recept voor sociale onrust.
Den Heyer: ‘Mensen hebben meer kennis. Dankzij internet volgen ze wat er in Nederland en op de andere eilanden gebeurt. En er komen hier steeds meer Europese Nederlanders die zich natuurlijk afvragen waarom hier dingen niet geregeld zijn zoals ze gewend zijn. De ogen van de Bonairianen gaan open. Ze zijn nu niet per se opstandiger dan tien jaar geleden, maar wel gefrustreerder.’
De gedeputeerde benadrukt dat er natuurlijk ook dingen goed zijn gegaan sinds 2010. ‘Het onderwijs, de kinderopvang. De zorg is verbeterd, de gebouwen zijn onder handen genomen. Maar als er niets wordt gedaan aan de primaire behoeften, dan heeft dit gevoelsmatig weinig effect. Zolang je honger hebt, ga je niet werken aan je eigen ontwikkeling. Dus ja, we zien vooruitgang, maar het krediet dat daarmee is opgebouwd wordt steeds minder.’
Gratis kinderopvang
Voor ze een punt achter haar politieke carrière zet, had Den Heyer in ieder geval nog één ding willen afvinken: ‘Gratis kinderopvang. Nederland heeft allerlei voorzieningen waar mensen gebruik van kunnen maken, zoals een kindgebonden budget of huurtoeslag. Dat hebben we hier nog niet en dat krijgen we waarschijnlijk ook niet in dezelfde vorm. Dus niet een kinderopvangvergoeding van 95 procent voor werkende ouders, zoals in Nederland, nee er zijn hier genoeg redenen om het voor 100 procent te vergoeden. Het gaat niet om een werkgelegenheidsargument, bij ons is het een ontwikkelingsverhaal, kinderen moeten zich gezond kunnen ontwikkelen, een gezonde maaltijd krijgen op de opvang, een bad kunnen nemen, de taal horen. Kinderen stappen hier de basisschool binnen met een taalachterstand omdat ze thuis nooit Nederlands hebben gehoord. Nu moeten ouders kiezen: geven ze vijf dollar uit aan kinderopvang of aan een brood. We weten allemaal hoe die keuze uitvalt. Met als gevolg dat een kind alleen thuis zit, of met een ouder broertje of zusje als oppas – wat weer andere problemen veroorzaakt.’
Wie is...
Nina den Heyer is sinds 2019 gedeputeerde van Bonaire; zij was dat ook in de periode 2016-2017. Ze stopt als gedeputeerde per 1 december 2022, dan wordt zij diensthoofd van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in Caribisch Nederland.