VNG Magazine nummer 12, 30 augustus 2024

Martijn van der Steen, klein formaat foto

Een bekend gezegde luidt dat je het dak moet repareren als het droog is. Maar, met de meeste gezegden is het zo dat de vanzelfsprekendheid ervan precies is wat ze zo veelzeggend maakt: je weet het wel, maar je doet het niet. Het dak repareer je vaak pas als het lekt. Dat merk je als het regent. En het te laat is.
Het lekkende dak is een metafoor voor een groep voor wie het letterlijk totaal niet van toepassing is: de daklozen in uw gemeenschap. En dat zijn er veel. Een deel bevindt zich op straat: in parkjes, op bankjes, onder viaducten. Vaak zijn ze onzichtbaar elders, bijvoorbeeld vrouwen met kinderen ergens op een bank of in een veel te duur pension met schimmel op de muur. En alles wat daar tussenin zit. 
Ik ken uw gemeente niet, maar het zou mij verbazen als uw capaciteit voor opvang gelijkstaat aan de omvang van de dakloosheid. Dat is in de zomermaanden niet zo zichtbaar. Maar na de zomer is dakloosheid weer een acuut probleem. Met gedoe over het openstellen van de nachtopvang en problemen met de toegang tot beperkte plaatsen. Dan komen de verhalen van mensen die door het leven op straat ernstige aandoeningen ontwikkelen waardoor ze in de zware ziekenhuiszorg belanden. Wie twijfelt, moet de verhalen van bijvoorbeeld Michelle van Tongerloo nalezen, of het werk van Tim ’S Jongers volgen.

En dan ontdekken dat er geen plek is om ingestort te zijn, want de gemeente heeft bordjes met ‘verboden te slapen’ bij de bankjes opgehangen

Dakloosheid is een fenomeen met twee even ongelofelijke verhalen. Er is het verhaal van de weg naar dakloosheid. Dat is niet het verhaal van domme keuzes, maar van pech, harde tegenslag, ziekmakende stress en onvermijdelijke instorting. En dan ontdekken dat er geen plek is om ingestort te zijn, want de gemeente heeft bordjes met ‘verboden te slapen’ bij de bankjes opgehangen. 
Dat is op zichzelf al erg genoeg, totdat we daar het beleidsverhaal naast leggen. Dat is een verhaal van talrijke hulpverleners, van bezuinigingen, gedoe over indicaties en van domme keuzes in het overheidsbeleid. Precies datgene wat daklozen wordt verweten doen we vanuit de overheid op dagelijkse basis. De goedkope oplossing in de eerste lijn kan niet/mag niet/past niet/hoort niet, vanuit een zelfverzonnen en op daklozen geprojecteerd ideaal van zelfredzaamheid. Dat escaleert totdat daklozen dure specialistische oplossingen nodig hebben. Omdat we in de vroege fase weigeren om te doen wat nodig is, als de bedragen laag zijn, moeten we later dingen doen die peperduur zijn. Dakloosheid is een peperduur probleem: niet omdat die arme daklozen zoveel kosten, maar omdat we het onder een ideologisch valse vlag van zelfredzaamheid en New Public Management op de meest ineffectieve en inefficiënte manier aanpakken. Dat is dus dom. Niet van de dakloze, maar van ons. 
Het goede nieuws is dat het weer mooi is en het nog wel even droog blijft. Tijd om het dak te repareren dus. Voordat het te laat is. 

Martijn van der Steen is co-decaan van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) en bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, steen@nsob.nl