VNG Magazine nummer 12, 30 augustus 2024

Tekst: Saskia Klaassen | Beeld: Arie Kievit

Werelderfgoed Kinderdijk wil met slim bezoekersmanagement het dorp en het omringende gebied ontzien én voorzieningen in stand houden. Het laatste stukje vervoer naar de negentien molens gebeurt daarom bij voorkeur met duurzaam vervoer over water.

Kinderdijk

Eén wegverbinding loopt naar werelderfgoed Kinderdijk, de Lekdijk. Een bochtige tweebaansweg, ingeklemd tussen laaggelegen dijkhuisjes en de rivier. De verkeersstromen van en naar het molengebied vormen voor wethouder Maarten van Helden (Doe Mee!) van Molenlanden ‘een belangrijke uitdaging’. De gemeente doet er alles aan om bezoekers – hoofdzakelijk buitenlandse toeristen – met de waterbus over de rivier te laten komen. 
Toch nemen veel mensen nog steeds de auto, de bus of de touringcar. 
Regelmatig laten automobilisten het speciaal voor hen ingerichte transferium in Alblasserdam links liggen en proberen alsnog vlak bij de iconische molens in de Molenstraat te parkeren. Tot grote ergernis van de bewoners, die hun auto nergens kwijt kunnen en klagen over de verkeersveiligheid. Met name in drukke weekenden, zoals rond de opening van de Keukenhof, wanneer buitenlandse toeristen een rondje trekpleisters doen, neemt de druk op het dorp toe. 
Ziedaar de opgave van landelijk gelegen toeristische trekpleisters als Kinderdijk, Giethoorn en de Zaanse Schans. Rekening houden met de behoeften van bezoekers, maar óók met die van bewoners, de natuur en het milieu is ‘balanceren tussen levendigheid en leefbaarheid’, zegt de wethouder. Voor het bewaken van dit evenwicht gebruikt Molenlanden de term ‘waardevol toerisme’. 
Ook de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur hanteerde de uitdrukking vijf jaar geleden bij zijn pleidooi voor meer overheidsbemoeienis bij het explosief toegenomen binnenlands toerisme. Een hoge toeristische druk heeft een ‘ecologische footprint’: afvalproblemen, waterschaarste, CO2-uitstoot en de verstoring van de natuurlijke habitat van planten en dieren. Een paradoxale situatie, omdat toeristen juist vanwege pure natuur voor een trekpleister kiezen, of vanwege de unieke aanblik van erfgoed.

Het is balanceren tussen levendigheid en leefbaarheid

Storytelling

Kinderdijk kreeg twee jaar geleden van de Katholieke Universiteit Leuven een pluim voor het bezoekersmanagement. Dat is ook meteen het meest lastige onderdeel van het beheer van het Unesco Werelderfgoed, zegt Peter-Jan van Steenbergen. Hij is directeur van de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk (SWEK) die het gebied en de molens beheert en de bezoekersstromen in goede banen leidt. ‘Veel mensen gaan op de bonnefooi naar Kinderdijk en zien ter plekke wel wat ze gaan doen.’
Tijdens een excursie van het VNG Jaarcongres, eind juni, zagen gemeentebestuurders met eigen ogen wat het betekent om werelderfgoed te beheren. Molenlanden en Alblasserdam werken daarbij samen met de provincie Zuid-Holland, het waterschap en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Werelderfgoed Kinderdijk richt zich tegenwoordig op een nieuwe doelgroep. Het verhaal van Kinderdijk over duizend jaar watermanagement staat in de storytelling op de voorgrond. ‘Het hele watermanagementsysteem is hier behouden gebleven en bovendien nog steeds werkend – vandaar het predicaat Unesco Werelderfgoed. We kunnen bezoekers alle tijdlagen laten ervaren, van polder- en boezemmolens tot stoom- en elektrische gemalen.’

Piekmomenten

Gasten kopen bij voorkeur thuis een ticket en bereiden de route naar het werelderfgoed grondig voor. Of anders worden ze in het ‘entreegebied’ bij het transferium en de camperparkeerplaats verleid om een kaartje te kopen voor de verschillende bezoeklocaties en de rondvaart met de elektrische boot. Met verschillende bezoeklocaties en het all-in-ticket verloopt de spreiding van bezoekers beter en kunnen gasten langer in het gebied worden vastgehouden.
Tegelijkertijd weet Van Steenbergen dat Kinderdijk openbaar toegankelijk is. Wie alleen even een instagramfoto maakt of Kinderdijk voorbijschiet als ‘doorfietser’, staat volledig in z’n recht. 
Feit is dat een toerist die langer blijft de omgeving minder belast, zegt wethouder Van Helden. Daarom koestert Molenlanden de toeristen die kiezen voor een langer verblijf. ‘De gemeente kent meer parels, zoals de vestingstad Nieuwpoort, 26 andere molens en het unieke rietland van het omringende Natura 2000-gebied’.
Vorig jaar verwelkomde Kinderdijk 330.000 betalende bezoekers, een derde van de totale toeristenstroom. Volgens de directeur is het huidig aantal bezoekers goed behapbaar.  ‘Maar we willen het aandeel betalende bezoekers omhoogbrengen’.

In één waterbus kunnen evenveel passagiers als in drie touringcars

Touroperators

Op het gebied van duurzaamheid zijn er nog wel punten die om verbetering vragen. De riviercruises bijvoorbeeld, die langs de oever van de Lek aanmeren en nog geen gebruik kunnen maken van walstroom. In totaal gaat het om zo’n negenhonderd schepen. Gemeente en SWEK zijn in gesprek met de sector: welke kansen zijn er om te verduurzamen en wat kan de gemeente daarbij betekenen?
Een Amsterdamse oplossing vinden wethouder en directeur niet aantrekkelijk. Daar wordt het aantal vergunningen om aan te meren per 2028 gehalveerd. ‘Wij doen het liever in goed overleg met de sector’. 
Ook met die touroperators zal beter moeten worden afgestemd. In het dorp zelf komen ze niet meer, er is een speciale parkeerplaats op anderhalve kilometer van het werelderfgoed. Maar liever ziet Van Steenbergen dat de passagiers uit de touringcarbussen met de waterbus komen. ‘In één waterbus kunnen evenveel passagiers als in drie touringcars.’ Dat betekent niet alleen iets voor de leefbaarheid op de dijk tussen Alblasserdam en Molenlanden, maar ook voor de regio: ook uit Rotterdam en Dordrecht komen veel touringcars. ‘Denk aan de passagiers van zeecruises die nu aanmeren in Rotterdam en dan met de bus Kinderdijk bezoeken. Dat levert ook veel uitstoot en verkeersoverlast op in het centrum van Rotterdam.’

Bakker

Overigens geeft het werelderfgoed niet alleen overlast voor de bewoners van Kinderdijk, benadrukt directeur Van Steenbergen. Het entreegeld stroomt direct terug naar het onderhoud van de molens en de verduur­zaming van de molenwoningen, waarvan een aantal nog steeds bewoond wordt. Dat is anders dan bij bijvoorbeeld de Zaanse Schans, waarvoor hij eerst het beheer deed. Deze trekpleister ontvangt jaarlijks drie miljoen toeristen, het drievoudige van Kinderdijk. ‘Het aantal stakeholders was hier een stuk groter, waardoor de voordelen minder terechtkwamen bij de mensen die bezig waren met het culturele erfgoed.’ 
Extra entree heffen, zoals nu in Venetië gebeurt om de bezoekersstroom in te dammen, vindt Van Helden geen optie. 'Dan zet je een hek om het gebied heen, terwijl dit voor de bewoners letterlijk de achtertuin is waarin ze wandelen, fietsen en recreëren.'
Ook wijst hij erop dat het werelderfgoed de inwoners van Kinderdijk best veel oplevert. De halte van de waterbus was er anders nooit gekomen. ‘De maatschappelijke baten overstijgen wat ons betreft nog steeds de lasten.’ Onlangs stopte de laatste bakker in het dorp ermee. Dankzij de constante stroom vakantiegangers kan de bakkerij, vooral gerund door vrijwilligers uit het dorp, overleven. ‘Zonder het toerisme was dat waarschijnlijk niet gebeurd.’