VNG Magazine nummer 1, 19 januari 2024

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Marcel van den Bergh

De toekomst van de vijftig Gelderse veerponten is ongewis nu de provincie van plan is om na 2027 de financiering te stoppen. De Tielse wethouder Frank Groen (Partij van de Burgers) trekt aan de bel.
 

Frank Groen

Wat is er aan de hand?
‘De provincie Gelderland heeft een aantal jaren geleden besloten te stoppen met het aanvullen van de pot van de Stichting Veren Gelderland, waar ik als wethouder bestuurslid van ben. Er is een jaarlijks exploitatietekort van 1,5 miljoen euro. Daarvan wordt één miljoen door de provincie gedekt, de rest door de gemeenten. Dat besluit kwam voor ons als een donderslag bij heldere hemel. Er kwam een andere gedeputeerde die zich meer bewust was van de importantie van de veren. Vanuit de VNG Gelderland hebben we begin vorig jaar een rapport opgesteld waarin staat wat er zou moeten gebeuren. Zo zou er jaarlijks een overleg tussen provincie, gemeenten en exploitanten moeten zijn om de situatie rond de veren te bespreken. Ook zou de provincie een nieuw fonds instellen om vernieuwing en verduurzaming van de veren te betalen. Daar hebben we allemaal onze handtekening onder gezet. Maar het nieuwe Gelderse college zegt nu dat het die afspraken niet ziet zitten en wil zijn handen ervan aftrekken. Nou, dan zijn we uitgepraat.’

Wat is het belang van die veerponten?
‘In Gelderland hebben we zo’n vijftig veren. Het gaat jaarlijks om 10 miljoen overzettingen, met een economisch belang van 100 miljoen euro. Bij ons in Tiel hebben we een fiets- en voetveer. Die wordt onder meer gebruikt door scholieren die van West Maas en Waal naar Tiel komen. Zonder pont moeten ze vijftien kilometer omfietsen, enkele reis, terwijl ze nu voor een appel en een ei de pont nemen. Dat willen we de kinderen niet aandoen. Het gaat ook om bereikbaarheid. Niet alle kernen hebben nog een bakker of een slager. De mobiliteit moet daarom goed zijn. Dat doen we met goede autowegen en provinciale wegen, maar ook met de pontjes. Daarnaast is er nog het belang voor recreatie en toerisme. En de veerboten hebben een grote cultuurhistorische waarde.’

Wat is uw oplossing?
‘Het begint met eigenaarschap. Als mensen zich verantwoordelijk voelen, dan kom je er samen uit. We stellen een verdeelsleutel voor: een derde voor de provincie, een derde voor de oevergemeenten en een derde voor de exploitant. Maar uiteindelijk moeten we uitvinden waar de tekorten vandaan komen en hoe we dat oplossen. Dat verschilt per veerpont. Soms gaat het om het verhogen van de tarieven, soms om andere vaartijden, dan weer om verduurzaming. Het gaat ons daarbij niet alleen om het geld, maar vooral om de betrokkenheid van de provincie om tot een oplossing te komen. Dat gesprek moeten we met elkaar voeren, en ik hoop dat de provincie weer aan boord komt.’