VNG Magazine nummer 12, 1 september 2023

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Shutterstock

Voor het eerst in vier jaar is er weer een fysieke Voor de Jeugd Dag, waar professionals en gemeenten hun ervaringen met jeugdbeleid delen. VNG Magazine stak z’n licht vast op in Ede en Zoetermeer.

Jeugd

De Voor de Jeugd Dag, een jaarlijks terugkerend initiatief van de VNG en het ministerie van VWS, is na drie digitale edities weer een fysiek evenement, dit keer op het Hembrugterrein in Zaandam. Het thema is dit jaar ‘Voor elkaar zorgen’.

Volgens de organisatie is dat niet verrassend: ‘De coronacrisis heeft extra duidelijk gemaakt dat we niet zonder elkaars aanwezigheid, hulp en zorg kunnen. Zeker niet bij het opvoeden en opgroeien. De school en de opvang, familie en vrienden, de sportclub, de speeltuin en het jongerencentrum zijn belangrijke schakels in het leven van kinderen en jongeren. Ze dragen bij aan het normale opgroeien. Ze helpen om de hobbels van het alledaagse leven te nemen en niet te bezwijken onder prestatiedruk.’

Als voorschot op de dag belicht VNG Magazine twee gemeenten die in Zaandam ook aanwezig zullen zijn om hun ervaringen te delen met andere gemeenten en professionals, Ede en Zoetermeer. 

Civil society
It takes a village to raise a child. Deze uitspraak uit de Afrikaanse cultuur houdt in dat iedereen in het dorp zijn verantwoordelijkheid, oftewel leiderschap, neemt over de kinderen die er rondlopen. Het wordt vaak gebruikt en ligt ook aan de basis van de door de Utrechtse pedagoog Micha de Winter ontwikkelde pedagogische civil society. In De Winters woorden staat het begrip voor ‘de gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen’. Precies dat proberen ze in Ede te doen.

José van der Linden is coördinator van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in Ede en de trekker van de Edese variant van die pedagogische civil society. ‘Wij promoten en faciliteren een prettig opvoed- en opgroeiklimaat in de wijk’, zegt ze. ‘We proberen te stimuleren dat men zich in de wijk met elkaar druk maakt over de jeugd en de wijk, en er ook voor elkaar is als dat nodig is.’ Bijvoorbeeld met een ‘opvoedparty’. Van der Linden: ‘Bij mensen thuis praat je met elkaar over opvoeden. Dat is echt iets van de inwoners. Zo willen we bereiken dat mensen er niet meer alleen voor staan, maar dat opgroeien en opvoeden ook iets gemeenschappelijks kan zijn. Zorgen voor elkaar, dat is het eigenlijk.’

Zoekende
Het is een proces, zegt Van der Linden. ‘Voor ons en voor de inwoners. Die pedagogische civil society heb je niet zomaar even geïmplementeerd. Wij zijn ook nog zoekende naar onze rol. Het is echt een kwestie van drie stappen vooruit, twee achteruit. De opdracht van de gemeente aan het CJG was ook: jullie zijn de aanjagers, ga het maar uitvinden. Daar zijn we nog steeds mee bezig.’

De gemeenteraad en het college hebben met die opdracht hun nek uitgestoken, zegt Van der Linden. ‘Dit proces levert geen meetbare resultaten op. Dat is voor de gemeente ook nieuw, ze kan nergens op afrekenen. We zijn een cultuur aan het veranderen.’

Het proces moet de professionals uiteindelijk overbodig maken. ‘Eigenlijk moet er een moment komen dat je zegt: we bemoeien ons er niet meer mee, want een civil society is van de inwoners. Als professional moet je ook durven loslaten. Professionals zijn zich misbaar aan het maken, en dat is best spannend.’

Impact in de wijk
Zoetermeer is een van de vijf gemeenten die met het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en adviesbureau Impactpunt het traject ‘Impact in de wijk’ zijn ingeslagen. De achterliggende vraag is: hoe zorg je als gemeente samen met ouders, professionals en andere partners uit de buurt dat kinderen en jongeren kansrijk, gezond en veilig opgroeien?

Inspiratiebron was de Rotterdamse methode Wijkprogrammering. Daarin maken de netwerkpartners per wijk op basis van allerlei data een analyse. Vervolgens wordt met een factorenmodel (een overzicht van de factoren die een rol spelen bij het kansrijk, veilig en gezond opgroeien van kinderen en jongeren) bepaald welke resultaten er bereikt moeten worden en welke acties nodig zijn om die te behalen. 
Volgens Herma Ooms van het NJi is dit een proces van lange adem: ‘De wethouder moet erachter staan, er moet draagvlak zijn. Je moet zichtbaar zijn in de wijk en zo met elkaar werken aan duurzame resultaten. Het mag ook geen hobby zijn van twee of drie mensen in de gemeente. Het is belangrijk dat het ook binnen de ambtelijke organisatie en het bestuur breed gedragen wordt. Leren en verbeteren staan centraal. We zijn ook aan de slag gegaan als een “lerende club”.’

We zijn een cultuur aan het veranderen


Bianca Das is netwerkregisseur Jeugd bij de gemeente Zoetermeer. Ze is enthousiast over de aanpak. ‘We gaan echt anders kijken naar hoe we met onze jeugd verder willen en hoe we kinderen veilig en kansrijk kunnen laten opgroeien.’ 

Het grote verschil met wat tot voor kort gebruikelijk was, is volgens Das dat de keuze voor een bepaalde interventie pas de laatste stap is. ‘Tot nu dachten we: dit is het probleem, dit is de interventie die erbij past en daar gaan we het mee doen. We waren te weinig bezig met vragen als “beklijft het?” en “levert het echt een resultaat op waarvan een buurt of een wijk voelt of merkt dat het beter wordt?” Die werkwijze draaien we nu om.’

Voor de Jeugd Dag

De Voor de Jeugd Dag vindt op maandag 11 september plaats in Zaandam. Meer informatie:
voordejeugddag.nl