VNG Magazine nummer 9, 3 juni 2022

VNG Logo

Ik groeide op met twee grote inspirerende verhalen van hoop en solidariteit. Allereerst het christensociale idee van intergenerationele solidariteit, waarbij belastingen van de werkzame generatie de pensioenen, huisvesting en de zorg van de oudere generaties veiligstelde. Ook rentmeesterschap, het idee waarbij je de aarde beter achterlaat dan je hem aantreft, was inspirerend. Ten tweede het sociaaldemocratische verhaal van eerlijk delen. Van verheffing van mensen die het economisch minder hadden. Door goede scholing, sociale woningbouw en flinke investeringen in kunst en cultuur kreeg iedereen het economische en sociale gereedschap om als volwaardig burger deel te nemen aan de samenleving.
Maar in de jaren tachtig droop het gif van het egoïsme onze samenleving in. Alles en iedereen moet constant met elkaar in competitie zijn. We moeten een wereld van winnaars worden. Verliezers hebben het allemaal aan zichzelf te wijten. Het bevrijdende liberalisme maakte plaats voor de giftige neoliberale ideologie. Langzaam maar zeker werd alles afgebroken wat van ons samen was. Onderlinge verbanden en solidariteit verdwenen. De industrie trok weg. Er ontstond grote werkloosheid, een verarmde middenklasse en economische ongelijkheid omdat de steeds hogere productiviteit en winsten niet werden omgezet in betere lonen en publieke investeringen in zorg, onderwijs en wetenschap, maar in dividenden en bonussen van aandeelhouders en CEO’s.
Tegelijkertijd werden de verzorgingsstaat en de sociale woningbouw de keel afgeknepen. Anders krijg je toch alleen maar buurten met ‘uitkeringstrekkers’. Solidariteit maakte plaats voor ‘zelfredzaamheid’. Jonge mensen werden niet langer opgetild via toegankelijk onderwijs. Voor hoogwaardig onderwijs moet je flink betalen en dus geld lenen. Vaste banen maakten plaats voor ‘flexibiliteit’.

Verliezers hebben het allemaal aan zichzelf te wijten

Door precaire arbeidscontracten en torenhoge schulden wordt het steeds moeilijker een woning te huren of te kopen in stedelijke gebieden. Steden worden omgebouwd tot toeristische attracties, want dat levert geld op. Huizen worden gebouwd voor ‘expats’ – de ‘goede immigranten’ – die op kosten van meestal armere staten een hoge opleiding hebben gevolgd en nu in ons land komen werken. In onze dorpen en steden worden de sociale voorzieningen, zoals de jeugdzorg, hulp aan dak- en thuislozen en hulp aan mensen in geestelijke nood, ook afgebouwd.
Nu is de laatste fase aangebroken van het ondermijnen van onze sociale beschaving. Mensen die het economisch zwaar hebben, worden nu aangewezen als de oorzaak voor de problemen op de arbeids- en woningmarkt. Zeker als ze behoren tot de groep ‘slechte immigranten’, ‘gelukszoekers’ en ‘profiteurs’. We tillen niet meer op. We trappen mensen naar beneden.

André Krouwel is oprichter van Kieskompas en werkt als politicoloog aan de Vrije Universiteit: andre.krouwel@vu.nl, @AndreKrouwel