VNG Magazine nummer 14, 25 september 2020

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Shutterstock

In juni droeg wethouder Kavita Parbhudayal (VVD) van Den Haag het Wmo Voorspelmodel over aan de VNG. Die gaat nu zorgen voor een uitrol over alle gemeenten. Een cadeautje van de gemeente Den Haag, zou je het kunnen noemen.
 

Den Haag Stationsbuurt

Het zal ongeveer tweeënhalf jaar geleden zijn geweest dat de ambtenaren in het stadhuis van Den Haag wisten: het gaat niet goed met de uitvoering van de Wmo, de Wet maatschappelijke ondersteuning. De vergrijzing zou leiden tot een toenemende vraag naar zorg, tegelijkertijd namen de beschikbare budgetten af. Er was maar één optie: de schaarse middelen die er zijn, moesten duurzaam en zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Op de korte, maar ook op de middellange en lange termijn.
Zo herinnert Gerben Hagenaars, directeur Wmo en Jeugdbeleid bij de gemeente Den Haag, zich de geboorte van het Wmo Voorspelmodel, een stuk gereedschap waarmee gemeenten bestaande data kunnen gebruiken om tot op wijkniveau voor een periode van vijf jaar te voorspellen hoeveel mensen gebruik gaan maken van de Wmo en hoeveel geld daarmee is gemoeid. 

Grote sessie

Een kleine projectgroep ging hiermee aan de slag en na anderhalf jaar was het rijp genoeg om te presenteren aan andere gemeenten. In september 2019 werd, in samenwerking met de VNG, een grote sessie georganiseerd waar een kleine tachtig gemeenten bij aanwezig waren. ‘Het was gratis’, zegt Hagenaars. ‘Ze mochten allemaal komen, het enige wat ze mee moesten nemen waren hun data. Die konden ter plekke in het model worden ingevoerd, onder het motto: hoe meer data, hoe beter het model wordt en hoe groter de voorspellingskracht.’
Volgens Hagenaars stonden Den Haag vanaf het begin drie dingen voor ogen bij de ontwikkeling van het Voorspelmodel: ‘Hoe kunnen we de zorgvraag en de budgetbehoefte op de lange termijn beter inschatten, hoe kunnen we de middelen zo eerlijk mogelijk over de stad verdelen, dus de zorgvraag per stadsdeel inschatten, en hoe kunnen we onze wijkteams zo effectief en slim mogelijk inzetten? We wisten dat datagedreven besluitvorming steeds belangrijker wordt. Daar wilden wij bij de Wmo ook wat mee. Dan kun je daar een heel ingewikkelde organisatiestructuur voor optuigen, je kunt ook gewoon beginnen en ermee gaan spelen. Dat hebben wij gedaan.’

We hebben het gedaan vanuit een welbegrepen eigenbelang

En heeft het al iets concreets opgeleverd? Hagenaars: ‘Vooropgesteld: het model bespaart niet, het helpt keuzes te maken. Wij hebben nu al veel nauwkeuriger beslissingen kunnen nemen over wijkbudgetten, bijvoorbeeld. We hebben in de Wmo een forse besparingsopgave. Die kunnen we nu iets preciezer invullen. Maar het is nog niet af. Nu helpt het vooral bij de zorgkostenbeheersing. Het zou mooi zijn als we het in een volgende fase ook kunnen gebruiken voor de planning van een efficiënte en effectieve inzet van onze mensen.’
Een gemeente die veel tijd en menskracht steekt in de ontwikkeling van een model en dat vervolgens, met een strik erom, aanbiedt aan de rest van Nederland – dergelijke cadeautjes worden niet dagelijks uitgedeeld. ‘We hebben het gedaan vanuit een welbegrepen eigenbelang’, zegt Hagenaars eerlijk. ‘We zagen al snel dat het ook voor Den Haag van belang was als het model zou worden gevoed met landelijke data, dat maakte het ook voor de stad veel krachtiger.’ 

Robuust

Het model is nu robuust genoeg om uit te rollen. Vanaf het moment dat wethouder Kavita Parbhudayal het overdroeg aan de VNG, ligt daar de verantwoordelijkheid voor het onderhoud en de updates. De VNG gaat het nu met minimaal vijf ‘koplopergemeenten’ doorontwikkelen en in de praktijk helpen implementeren. Daarna komt het beschikbaar voor alle geïnteresseerde gemeenten.
Projectleider Janneke Lummen van de VNG: ‘We gaan het gefaseerd oppakken. Begin 2021 is het model naar verwachting geïmplementeerd bij de koplopergemeenten, onze ambitie is dat het in 2022 voor alle gemeenten beschikbaar is.’
Kunnen we nog meer van dit soort cadeautjes verwachten? Het succes van het Wmo Voorspelmodel smaakt naar meer, zegt Hagenaars. ‘Wij gaan nu aan de slag met een voorspelmodel voor de jeugdhulp. En we trekken weer op met de VNG om te kijken of we ook dit landelijk en robuust kunnen maken.’
Of dat op termijn ook weer door de VNG wordt overgenomen, is nog niet duidelijk. Lummen: ‘Niet alle ideeën leiden tot opschaling voor alle gemeenten. Het moet passend zijn bij de behoefte en de verwachte ontwikkelingen en soms bestaan er al goede alternatieven. Het Wmo Voorspelmodel is een mooi voorbeeld van een project dat aansluit bij de behoefte van veel gemeenten. Zoals Gerben zegt: het helpt gemeenten meer onderbouwde keuzes te maken bij de opgaven waar ze voor staan. En dat is zeer welkom.’