VNG Magazine nummer 14, 25 september 2020

Tekst: Bert Nijveld | Beeld: Shutterstock

De Quick Scan Lokale Democratie helpt in kaart te brengen hoe raad en college samenwerken. ‘We hebben het altijd óver elkaar, maar nooit mét elkaar over elkaar’, zegt raadsgriffier Arnout van Kooij van IJsselstein.

Teamwork

‘Democratie is niet makkelijk. Het contact tussen inwoners en beleidsmakers, de raad en het college – het gaat niet vanzelf. Zeker niet in dit digitale tijdperk. Wat bij mij heel duidelijk op het netvlies is gekomen, is dat democratie veel aandacht vergt en onderhoud behoeft.’
Als raadslid namens de lokale partij Inwonersbelangen in Woerden is Hendrie van Assem al 26 jaar actief in de gemeentepolitiek. Een oud-gediende dus. Toch kan hij zich nog steeds verwonderen over het gebrek aan begrip voor elkaars positie. ‘Het doel is een participatiesamenleving te creëren, maar iedereen heeft daar zo z’n eigen beelden bij. Ik word regelmatig aangesproken door inwoners die zich beklagen over de bureaucratie. Aan de ene kant zijn er de mensen die zich onvoldoende betrokken voelen bij de beleidsvorming, aan de andere kant zijn er die zich wel gehoord voelen maar vervolgens niet terugzien dat iets met hun inbreng wordt gedaan. Uiteindelijk gaat het om de uitvoering. Daar ligt nog wel een kloof.’
Samen met het college besloot de Woerdense gemeenteraad de Quick Scan Lokale Democratie uit te voeren. Deze biedt zicht op het democratisch functioneren van de gemeente en wordt aangeboden door Democratie in Actie, een samenwerkingsverband van het ministerie van BZK en VNG. Halverwege dit traject sloeg echter het coronavirus toe. Toch zijn volgens Van Assem al wel enkele voorzichtige conclusies te trekken. ‘Je ziet dat er heel veel trajecten zijn, van heel klein tot ingrijpende bestemmingsplannen, waarin inwoners kunnen participeren. Inspraak kan worden geïnitieerd door het college, de raad of door ambtenaren. Zo ontstaat een woud aan participatietrajecten waarop weinig zicht bestaat. Voor ons als raad is dat aanleiding om een jaarlijks overzicht te vragen van al die verschillende trajecten. We willen meer regie kunnen voeren.’

We willen meer regie kunnen voeren

Delen met anderen

Arnout van Kooij is griffier van de IJsselsteinse gemeenteraad. Zijn kennismaking met Democratie in Actie dateert van het moment dat hij samen met burgemeester en gemeentesecretaris een training volgde die was gericht op de versterking van die lokale ‘driehoek’. ‘Wij hebben de overtuiging dat elk bestuur, elke raad en elk individu zich moet blijven ontwikkelen. En wat je leert, moet je delen met anderen. Het heeft ons ervan overtuigd dat we op de goede weg waren door elkaar iedere week te treffen en elkaar zonder aanzien des persoons aan te spreken op elkaars functioneren. Waar loop je tegenaan in je rol en je verantwoordelijkheden en wat heb je van elkaar nodig om iets te verbeteren?’
Deze kennismaking resulteerde in deelname aan de Quick Scan Lokale Democratie. ‘We hebben het altijd wel óver elkaar, maar nooit mét elkaar over elkaar. Er leeft een breed beeld van wat de raad van het college vindt en het college van de raad, en wat wij allemaal vinden van de ambtenaren en de inwoners. Dan is het wel interessant om al die meningen te toetsen aan de werkelijkheid en vervolgens na te denken over wat je kunt doen met de verkregen inzichten. In je rol als volksvertegenwoordiger blijft het altijd de vraag of je voldoende informatie hebt van de mensen die je vertegenwoordigt en vice versa. De quick scan levert ook referentiemateriaal op met andere gemeenten, je krijgt een beeld van waar je nu eigenlijk staat. Vanuit dat inzicht zijn we met dit traject gestart. Alleen, toen kwam corona ertussen.’ 

Systeemtaal

Hoewel de scan dus nog niet is afgerond, heeft deze al wel tot concrete acties geleid. Van Kooij: ‘Met name de open vragen en de antwoorden daarop gaven ons inzicht in de wensen die vanuit de verschillende geledingen bestaan. Dit hebben we vertaald naar een actielijst: hier moeten we wat mee.’
De acties die zijn opgetuigd laten zich samenvatten als beter laten zien wat je doet, beter luisteren naar de stad en de éénloketgedachte vormgeven. Een e-mailadres is geopend waar burgers hun vragen kunnen stellen die direct worden beantwoord. ‘Inwoners hebben ons ook echt gedwongen uit de systeemtaal te blijven. Als ambtenaar en bestuurder kunnen wij elkaar goed verstaan, maar een ander weet vaak niet waar je het over hebt. Dat is echt een quick win geweest. Het klinkt heel simpel, maar juist die kleine dingen zorgen ervoor dat we elkaar beter begrijpen en kunnen aanspreken.’
Vooral de griffier wordt gezien als trekker van een quick scan-traject. ‘Die rol had ik niet verwacht. Door als het oliemannetje te blijven pushen, partijen samen te brengen en druk te houden, is het goed gelukt. Het besef dat we er samen voor staan, moet ertoe leiden dat we als gemeente nog beter gaan functioneren.’

Altijd zijn er wel mensen die zeggen dat de gemeente niet luistert

Bodegraven-Reeuwijk deed in 2017 mee aan de Democratic Challenge, de voorloper van Democratie in Actie. Bedoeling was de betrokkenheid van inwoners te bevorderen. ‘Participatie is een belangrijk thema’, zegt raadsgriffier Hans Rijs. ‘Zijn er naast de geijkte inspraakmomenten nog andere manieren om die betrokkenheid te vergroten? Uit die brainstormsessies kwamen de leukste ideeën naar voren. Het meest tastbare dat we er aan hebben overgehouden, is ons digitaal burgerpanel met meer dan duizend deelnemers.’  
Bodegraven-Reeuwijk wil het democratisch gehalte binnen de gemeente blijvend versterken. Het wetsvoorstel Versterking participatie op decentraal niveau sluit aan bij die wens. Rijs: ‘In plaats van een inspraakverordening moeten we een participatieverordening opstellen. Met ondersteuning van Democratie in Actie gaan we samen met negen andere gemeenten zo’n verordening schrijven. In die zin kun je spreken van een testlab. Met z’n allen onderzoeken wat het precies gaat inhouden.’ 

Luisteren

Zelf heeft de griffier de gedachte dat de gemeente het goed doet op participatiegebied. ‘Het gaat niet slecht, maar het kan altijd beter. Altijd zijn er wel mensen die zeggen dat de gemeente niet luistert. Je kunt zelf wel iets vinden, maar inwoners ervaren het kennelijk anders. Luisteren en doen zijn twee verschillende dingen. In die zin verwacht ik dat een participatieverordening een toegevoegde waarde kan hebben. Je moet echt de discussie aangaan hoe je mensen bij een beleidstraject betrekt zodat het ook werkelijk gedragen beleid wordt. Ik hoop dat insprekers in de gemeenteraad straks niet alleen komen om te zeggen dat ze ergens tegen zijn, maar ook omdat ze het ergens mee eens zijn.’