VNG Magazine nummer 14, 25 september 2020

Onlangs presenteerde de Studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen haar rapport aan het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (BOFv, zie ook pagina 13). Daarin stemmen het Rijk, de VNG, het IPO en het UvW hun verhoudingen af. Het rapport van de studiegroep, waar ik enthousiast lid van was, werd met instemming begroet. De kernboodschap: laten we ons als overheden organiseren rondom maatschappelijke vraagstukken.

Ons rapport gaat over de manier waarop overheden met elkaar aan maatschappelijke vraagstukken werken. We onderzoeken waarom dat meestal moeizaam gaat en hoe het beter kan. Onze conclusie is simpel. Organiseer het bestuur rondom maatschappelijke vraagstukken, in plaats van dat de bestuurlijke structuur leidend is in de manier waarop we vraagstukken tegemoet treden. Dat is geen oproep tot één overheid, maar tot systematisch maatwerk in de samenwerking rond maatschappelijke opgaven. Verschillen tussen overheden blijven, maar worden dienstbaar gemaakt aan de opgave.

Dit alles heeft twee consequenties. De eerste is dat er géén structuren veranderen. Overheden kunnen per vraagstuk hun onderlinge verhoudingen samen bepalen. Niet je gaat er over of niet, maar wat voeg je toe? In welke verhouding dat gebeurt, verschilt per opgave en context.
De tweede consequentie is dat de aanpak en de samenwerking met de tijd kunnen veranderen. Vraagstukken veranderen en de samenwerking verandert mee. Continu gesprek, en continue bijstelling, horen bij systematisch maatwerk. De aanpak is dus per vraagstuk verschillend én verandert steeds.

Verschillen tussen overheden blijven

Dit alles levert twee kwesties op: een pragmatische en een principiële. Eerst de pragmatische: hoe kom je tot maatwerk? Daarvoor stellen we vier simpele toetsvragen voor, die gemakshalve allemaal met een W beginnen. Wat is het vraagstuk? Wie moet erbij betrokken zijn? Wie doet wat? En waarmee kunnen we dat het beste doen? Het simpelweg per vraagstuk stellen van die vragen biedt een leidraad voor het gesprek over daarvoor passende samenwerking.

Het principiële element is democratische borging. Komen met al dat maatwerk de democratische en rechtsstatelijke principes niet onder druk te staan? Dat is een serieus probleem dat serieuze aandacht vraagt. Ook hier is systematisch maatwerk nodig. Dat betekent dat bij elke op maat te snijden opgavegerichte samenwerking de vraag op tafel ligt hoe democratische verankering en rechtsstatelijke principes geborgd zijn. Democratie en rechtsstaat moeten steeds opnieuw van een passende invulling worden voorzien.

Een befaamd advies over de vernieuwing van de rijksdienst had ooit de vrolijke titel ‘Voordat de lade klikt’. Het was een directe verwijzing naar het dikwijls verdwijnen van fraaie rapporten in lades. Ik hoop dat dit rapport op tafel blijft.

Martijn van der Steen, co-decaan NSOB en bijzonder hoogleraar EUR, steen@nsob.nl, @martijnvdsteen