Raadsleden hebben de mogelijkheid om bij zwangerschap/bevalling en bij langdurige ziekte een verzoek tot tijdelijk ontslag in te dienen. In dat geval kan een tijdelijke opvolger worden benoemd.

Vervanging

Procedure

Het raadslid dat vervangen wordt, geeft aan de voorzitter van de raad naast zijn ontslagverzoek een verklaring van een arts of verloskundige. Bij zwangerschap kan het raadslid ervoor kiezen om de vervanging vanaf zes of vier weken vóór de vermoedelijke bevallingsdatum te laten ingaan. Voor de vervanger geldt een verkorte geloofsbrievenprocedure.

Duur vervangingsperiode

Iedere vervangingsperiode duurt 16 weken. Aansluitende verlenging met nog een periode van 16 weken is mogelijk. Per zittingsperiode zijn maximaal drie vervangingsperioden toegestaan.

Het vervangende raadslid is na afloop van de periode van 16 weken van rechtswege ontslagen en hoeft dus geen ontslag in te dienen bij de voorzitter van de raad. Het raadslid dat werd vervangen, is met ingang van de eerste dag na de vervangingsperiode van rechtswege weer raadslid.

Tijdelijk ontslag

Tijdelijk ontslag is geen aftreden. Het vervangen raadslid houdt de raadsvergoeding en de helft van de onkostenvergoeding. De vervanger ontvangt de volledige raadsvergoeding en de volledige onkostenvergoeding. Het tijdelijk ontslagen raadslid blijft aanspraak houden op geldelijke voorzieningen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden, evenals een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering.

Het vervangende raadslid heeft geen aanspraak op eventuele voorzieningen voor opbouw van een ouderdomspensioen of een geldelijke voorziening bij invaliditeit en overlijden (als daar in de verordening een regeling voor is opgenomen). De andere bepalingen zijn wel van toepassing.

Beschikbaar stellen computer etc.

Wat betreft het beschikbaar stellen van informatie- en communicatievoorzieningen, is in het Rechtspositiebesluit geregeld dat deze ook verstrekt kan worden aan tijdelijke raadsleden.

Doorbetaling bij ziekte zonder vervanging

Bij ziekte wordt de raadsvergoeding en de onkostenvergoeding doorbetaald, ongeacht de duur van de ziekte tot uiterlijk het einde van het raadslidmaatschap. Wanneer het raadslid eerder ontslag neemt, eindigt de raadsvergoeding met ingang van de dag dat de opvolger als lid van de raad wordt toegelaten.

Wet- en regelgeving

  • Via wetten.nl/zoeken
  • Artikel 3.1.9 t/m 3.1.11 en 3.1.13 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  • Kieswet (artikel X 10, 11 en 12)

Tegemoetkoming voor functionele beperkingen (raadsleden)

Het college van burgemeester en wethouders kan een raadslid die volgens een arts een structurele functionele beperking heeft op aanvraag een tegemoetkoming toekennen voor de bekostiging van een voorziening als bedoeld in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Het raadslid kan hiermee zelf de voorziening betalen.

Het college van burgemeesters en wethouders kan ook een geldelijke tegemoetkoming verstrekken voor een voorziening als bedoeld in de Wet werk en inkomen (WIA). Een andere vergoeding dan een geldelijke vergoeding is niet mogelijk.

Wet- en regelgeving

  • Via wetten.nl/zoeken
  • Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers (artikel 3.3.7)
  • Wet Arbeid en Inkomen naar arbeidsvermogen (artikel 35)

Ziektekosten dienstongeval (raadsleden)

Gemeenteraadsleden hebben recht op een vergoeding voor de noodzakelijk gemaakte kosten in verband met een geneeskundige behandeling/verzorging of overige kosten, indien deze in overwegende mate de oorzaak zijn van een ziekte of ongeval.

De voorwaarden zijn dat de kosten ten laste blijven van het raadslid en voor zover de ziekte of dienstongeval niet aan eigen schuld van het raadslid te wijten is.

In bijzondere gevallen kan het college bepalen of de overige schade voortvloeit uit ziekte of een dienstongeval. Redelijkheid en billijkheid kan meebrengen dat het college de fractievoorzitters van alle fracties hoort in de raad.

Gederfd inkomen valt niet onder overige schade en komt niet voor vergoeding in aanmerking.

Wet- en regelgeving

  • Via wetten.nl/zoeken
  • Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers (artikel 3.3.6)