Samenloop raadsvergoeding met uitkering

Een oud-wethouder wordt vervolgens raadslid. Wat zijn de gevolgen voor zijn Appa- uitkering?
In deze situatie ontvangt de oud-wethouder een Appa-uitkering. Deze Appa-uitkering bedraagt het eerste jaar 80% en vervolgens 70% van de laatstgenoten wedde. Dit is de bezoldiging, inclusief vakantietoelage en eindejaarsuitkering (berekeningsgrondslag). De ex-wethouder mag tot maximaal 100% bijverdienen.

De uitkering en de te verrekenen inkomsten worden bij elkaar opgeteld. Het deel dat uiteindelijk boven de 100% (berekeningsgrondslag) van de laatste wedde (bezoldiging, inclusief de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering) uitkomt wordt rechtstreeks op de uitkering in mindering gebracht. Dit betekent dat in het eerste jaar 20% van de berekeningsgrondslag zonder korting kan worden bijverdiend en de daarop volgende jaren 30% van de berekeningsgrondslag.
Wettelijke grondslag: artikel 134 Appa

Een raadslid heeft een WW-uitkering aangevraagd. Wat heeft dit voor consequenties?
Raadsleden dienen hun inkomsten uit het raadslidmaatschap (met uitzondering van de onkostenvergoeding) op te geven bij het UWV.  Deze inkomsten worden in mindering gebracht op de WW-uitkering. Het UWV kijkt daarbij niet meer naar het aantal uren dat iemand naast zijn uitkering werkt maar naar het (totaal)inkomen. Als er sprake is van inkomsten, bijv. een raadsvergoeding uit het raadslidmaatschap, dan mag men in de eerste twee maanden 25% ervan houden, de rest wordt gekort. Na twee maanden mag men 30% van het loon houden en wordt het meerdere gekort. Voor meer informatie zie de website van het UWV: https://www.uwv.nl/particulieren/werkloos


Fiscale aspecten en computers

Zijn er richtlijnen voor de verstrekking van informatie- en communicatievoorzieningen aan raadsleden?
Het college van B&W stelt de noodzakelijke informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking aan raadsleden voor de duur van het ambt. Bij de verstrekking van verschillende informatie- en communicatievoorzieningen moet het fiscale noodzakelijkheidscriterium in acht worden genomen. De voorwaarden voor ter beschikkingstelling kunnen worden vastgelegd in een bruikleenovereenkomst. Het is niet langer mogelijk om raadsleden voor de aanschaf van een (eigen) PC een geldelijke vergoeding te geven.
NB: tenzij gebruik wordt gemaakt van de overgangsregeling.
Wettelijke grondslag: artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en VNG-modelverordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019


Reiskosten

Kunnen raads- en commissieleden een reiskostenvergoeding krijgen voor reizen binnen de gemeente?
Ja, raads- en commissieleden hebben recht op een vergoeding van de reiskosten voor het bijwonen van  vergaderingen van de raad en/of commissies. Daarnaast kunnen ook de reis- en verblijfkosten voor dienstreizen binnen de gemeente worden vergoed ten laste van de gemeente. Voor zowel woon-werkverkeer als dienstreizen geldt een kilometervergoeding van €0.19 per km dat de gemeente per afgelegde kilometer onbelast kan verstrekken. De gemaakte kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer worden volledig vergoed.
Wettelijke grondslag: artikel 3.1.7 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, artikel 3.1, Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers

Kan er ook een vaste reiskostenvergoeding wordt verstrekt aan raads- en commissieleden?
Ja, het is fiscaal mogelijk om een vaste reiskostenvergoeding te verstrekken aan raads- en commissieleden. Voor een vaste reiskostenvergoeding woon-werk gelden de regels zoals neergelegd in het handboek loonheffingen 2019. Deze systematiek kan ook worden toegepast op raads- en commissieleden omdat de fiscus deze regeling ook openstelt voor mensen die minder dan vijf keer per week naar het werk reizen (zie paragraaf 21.1.2 van het Handboek Loonheffingen). Voor raadsleden kan bijvoorbeeld worden uitgegaan van één of twee dagen per week dat men op het gemeentehuis moet zijn voor (raads-/commissie)vergaderingen.

Bij het toepassen van een vaste reiskostenvergoeding voor raadsleden is er wel een onderscheid tussen raadsleden die voor het fictief werknemerschap (opting-in-regeling) hebben gekozen en zij die dat niet hebben gedaan. Voor raadsleden die niet hebben gekozen voor de opting-in-regeling via de gemeente gelden bij de aangifte inkomstenbelasting de bepalingen van het winstregime. De gemeente informeert de belastingdienst over de uitbetaalde bedragen aan deze raadsleden. Vervolgens is het aan de betrokken raadsleden zelf om in hun aangifte inkomstenbelasting de vergoedingen fiscaal te verantwoorden.

Voor kosten gemaakt voor dienstreizen zien wij geen andere vergoedingsmogelijkheid dan het indienen van declaraties. Alleen burgemeesters hebben de keuze tussen declareren of een vaste belaste vergoeding. Advies is om aansluiting te zoeken bij de declaratieregels voor ambtenaren. Net als bij ambtenaren kunnen de declaraties gebundeld worden aangeleverd om de administratieve afhandeling te vereenvoudigen, betrokkene dient uiteraard haar of zijn declaratie(s) te motiveren. Het raadslid moet op grond van de rechtspositionele regels aantonen dat de gedeclareerde reiskosten gemaakt zijn ten behoeve van het ambt, niet de gemeente. Belangrijk dus om een goed en helder (digitaal) declaratieformulier op te stellen.


Toelagen

Welke toelage krijgt een raadslid bij een lidmaatschap van de vertrouwenscommissie of rekenkamercommissie?
Indien een raadslid naast zijn raadslidmaatschap lid is van een vertrouwens- of rekenkamercommissie bestaat er een vaste aanspraak op een toelage per maand. De toelage wordt uitgekeerd voor de duur van de activiteiten.
Wettelijke grondslag: artikel 3.1.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

Welke toelage krijgt een raadslid bij lidmaatschap van een (gemeentelijke) onderzoekscommissie?
Aan een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie bedraagt de toelage een bij verordening vastgesteld bedrag. De vergoeding mag per jaar niet hoger zijn dan driemaal de raadsvergoeding.
Wettelijke grondslag: artikel 3.13 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

Welke toelage krijgt een raadslid als lid van een bijzondere commissie?
De gemeenteraad heeft de mogelijkheid van instelling van een bijzondere commissie. De vaststelling dat er sprake is van een dergelijke bijzondere commissie, met de financiële gevolgen, moet bij verordening plaatsvinden. Daarbij moet gemotiveerd worden dat het lidmaatschap van deze raadscommissies voor de desbetreffende raadsleden duidelijk meerwerk is naast het reguliere lidmaatschap van de gemeenteraad. Voor lidmaatschap van een dergelijke bijzondere commissie kan een gemaximeerde toelage per maand worden verstrekt, de toelage kan naar beneden worden bijgesteld. De toelage wordt naar rato van de duur van de activiteiten berekend.
Wettelijke grondslag: artikel 3.14 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.


Politiek verlof

In hoeverre moet een werkgever een medewerker ruimte geven om de taken als raadslid uit te voeren?
Voordat de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (Wnra) werd ingevoerd kreeg een gemeenteambtenaar die tevens raadslid was politiek verlof op grond van artikel 6.4.4 CAR-UWO. Dit was bezoldigd verlof (mits er geen sprake was van volledig politiek verlof) en de raadsvergoeding werd met het salaris verrekend.
Als een gemeenteambtenaar die tevens raadslid is per 1 januari 2020 (na de invoering van de Wnra) politiek verlof wordt verleend, dan is dat nog steeds mogelijk op grond van art. 6:18 Cao Gemeenten in samenhang met art. 7:643 Burgerlijk Wetboek (BW). Dit is onbezoldigd verlof. De raadsvergoeding wordt nu niet meer verrekend.
Als een gemeenteambtenaar die tevens zittend raadslid is voor 1 januari 2020 reeds politiek verlof is verleend en na 1 januari 2020 wordt (her)benoemd, dan blijft het politiek verlof van kracht op grond van het overgangsrecht van artikel 15 Ambtenarenwet 2017.

Wettelijke grondslag: artikel 7:643 BW, artikel 6.18 Cao Gemeenten, artikel 15 Ambtenarenwet 2017 (overgangsrecht).

Hoe zit het met een eventuele terugkeergarantie van een oud-wethouder en tevens medewerker van de gemeente?
De medewerker heeft het recht en de plicht om na het einde van het wethouderschap terug te keren naar de gemeente. Er is geen verplichting op een terugkeergarantie overeen te komen. Als de werknemer / wethouder en gemeente een terugkeergarantie overeen willen komen, leg dan de afspraken schriftelijk vast. Als er geen terugkeergarantie is afgesproken, kan het zijn dat hij of zij niet meer kan terugkeren naar zijn of haar ‘oude’ werkzaamheden of functie bij de gemeente. De werkgever heeft dan een (inspannings)verplichting om op zoek te gaan naar passende functie. Worden er geen passende functie of werkzaamheden gevonden dan heeft de gemeente de mogelijkheid om de rechter te verzoeken om de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:669 lid 3 onder h (overige omstandigheden) te ontslaan.

Wettelijke grondslag; artikel 7:669 lid 3 onder h BW


Vergoeding

Kan een lagere raadsvergoeding worden uitbetaald?
De hoogte van de raadsvergoeding is wettelijk vastgesteld in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. De hoogte van de raadsvergoeding is afhankelijk van de inwonersklasse van de gemeente waar het raadslid actief is. Indien de gemeenteraad dit wenst, bestaat de mogelijkheid om de vaste vergoeding op 80% te stellen en de resterende 20% uit te keren op basis van het aantal bijgewoonde vergaderingen (presentiebasis).
Wettelijke grondslag: artikel  3.1.1 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

Mogen raads- en commissieleden afzien van respectievelijk de raads- en commissievergoeding?
De raads- en commissievergoedingen worden van rechtswege toegekend. De rechtspositionele bepalingen zijn dwingend opgesteld en vanwege dat verplichtend karakter is afzien van de vergoedingen juridisch niet toegestaan. De gemeente moet derhalve de vergoeding uitkeren op het persoonlijke rekeningnummer.
Wettelijke grondslag: Artikel 95 en 96 Gemeentewet, artikel 3.1.1,en artikel  3.4.1 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

Hebben demissionaire wethouders voor de duur van het raadslidmaatschap in combinatie met het wethouderschap recht op zowel de wethoudersbezoldiging als de raadsvergoeding?
Demissionaire wethouders hebben geen aanspraak op de raadsvergoeding. Zij behouden hun bezoldiging tot aan het moment dat zij aftreden als wethouder.
Wettelijke grondslag: artikel 95 lid 3 Gemeentewet, artikel 3.2.1, lid 9 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers


Tegemoetkoming ziektekosten

Ontvangt een raadslid een tegemoetkoming in de ziektekosten?
Ja, raadsleden hebben jaarlijks aanspraak op een netto tegemoetkoming in de ziektekosten. De hoogte van dit bedrag wordt jaarlijks bij circulaire van BZK bekendgemaakt.
Wettelijke grondslag: artikel 3.1.10 Rechtpositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers


WIA-voorzieningen

Heeft een raadslid die visueel beperkt is recht op een tegemoetkoming voor bijvoorbeeld de  aanschaf van een braille leesregel voor een IPad/computer?
Ja, het is mogelijk om een financiële tegemoetkoming te geven voor hulpmiddelen. Er is wel een verklaring van de bedrijfsarts nodig.
Wettelijke grondslag: artikel 3.3.7 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

Wat betekent een dergelijke vergoeding in fiscale zin? Is er specifieke regelgeving voor raadsleden met een functionele beperking?
Een voorziening voor een functioneel beperkt raadslid wordt fiscaal op nihil gewaardeerd binnen de WKR. In het Rechtspositiebesluit Decentrale politieke ambtsdragers is in artikel 3.3.7 de aanspraak geregeld voor het kunnen treffen van passende voorzieningen – dit kan een financiële tegemoetkoming zijn - voor een raadslid met een functionele beperking.
Wettelijke grondslag: artikel 3.3.7 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, artikel 35 WIA, artikel 31a Wet op de Loonbelasting 1964


Ziekte en zwangerschap

Als een ziek raadslid besluit zijn ontslag in te dienen, heeft dit gevolgen voor het raadslidmaatschap van de persoon die hem vervangt?
Als het raadslid  ziek is en ontslag neemt na een periode van 16 weken, dan eindigt ook op dat moment het raadslidmaatschap van de persoon die hem vervangt. Voor het ontslag van een raadslid dat vervangen wordt gelden dezelfde ontslagregels als van een raadslid dat niet vervangen wordt.
Wettelijke grondslag:  artikel 3.1.13 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, artikel X12 Kieswet

Als een raadslid wegens ziekte zijn raadswerk niet kan uitvoeren, kan het raadslid dan ontslag nemen?
Op grond van de Kieswet kan een raadslid op zijn verzoek aan de voorzitter van de raad (burgemeester) tijdelijk ontslag verlenen, indien het raadslid wegens ziekte niet in staat is het raadslidmaatschap te vervullen en blijkens een verklaring van een arts niet binnen acht weken het raadslidmaatschap kan hervatten. Het tijdelijk ontslag gaat in op de dag na de bekendmaking van de beslissing op het verzoek. Het raadslidmaatschap herleeft na 16 weken vanaf de datum van ingang van het tijdelijk ontslag (datum bekendmaking ontslag). Een raadslid mag ten hoogste drie maal per zittingsperiode tijdelijk ontslag nemen. Het initiatief voor de vervangingsregeling ligt bij het raadslid.
Wettelijke grondslag: artikel X10 Kieswet

Heb je als raadslid recht op doorbetaling van de raadsvergoeding op moment van ziekmelding. Hoelang moet je dan aaneensluitend hebben gewerkt als raadslid?
Bij ziekte wordt de raadsvergoeding doorbetaald, ongeacht de duur van de ziekte, maar wel tot uiterlijk het einde van het raadslidmaatschap. Van een arbeidsverhouding is geen sprake. Verplichtingen uit hoofde van sociale zekerheidswetten zijn niet van toepassing. Zelfs bij ernstige ziekte waarbij het raadslidmaatschapswerk niet meer uitgevoerd kan worden, kan de vergoeding worden uitbetaald. Het raadslid bepaalt zelf om wel of niet af te treden. Na aftreden stopt de vergoeding.

Bij vervanging van een raadslid, ontvangt zowel het raadslid dat wordt vervangen, als het raadslid dat tijdelijk vervangt, een raadsvergoeding. Echter, het raadslid dat wordt vervangen, behoudt de volledige raadsvergoeding, maar de helft van de onkostenvergoeding. Terwijl de vervanger dus de volledige raadsvergoeding en volledige onkostenvergoeding ontvangt. In beginsel geldt het rechtspositiebesluit ook voor de vervangende raadsleden. In de bepalingen kan het vervangende raadslid worden uitgesloten.
Wettelijke grondslag:  artikel 3.1.13 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, artikel X12 Kieswet

Klopt het wel dat de fractie slechts driemaal 16 weken per zittingsperiode een vervanger kan aanstellen?
Dat klopt. Per zittingsperiode zijn maximaal drie vervangingsperioden toegestaan.
Wettelijke grondslag:  artikelen X10- X12 Kieswet