VNG Magazine nummer 7, 6 mei 2022

Tekst: Annemieke Diekman | Beeld: Marcel Jurian de Jong

Permanent wonen op een vakantiepark: het mag formeel niet, het gebeurt wel. Elf gemeenten op de Veluwe werken samen om verouderde en verloederde parken een nieuwe bestemming te geven, bijvoorbeeld als woonwijk.
 

Vakantiewoning De Hullen

De zon schijnt uitbundig vandaag, toch maakt dit vakantiepark op de Veluwe tijdens een korte rondgang geen zonnige indruk. Je kunt je niet goed voorstellen dat mensen hier onbezorgd op vakantie gaan. Er staan nette huisjes, maar ook totaal vervallen exemplaren, aangeharkte tuintjes worden afgewisseld door stapels oude troep. De huisjes zijn vrijwel allemaal particulier bezit, in een deel wordt – illegaal – permanent gewoond. Met een beetje fantasie komt Ferry Bouman uit de Netflixserie Under­cover zo de hoek om zeilen. De problematiek van permanente bewoning op vakantieparken in een notendop.  

Zoals dit park zijn er meer. Op het totaal van de ongeveer vijfhonderd parken die de Veluwe telt, verdeeld over elf gemeenten, zou het om zo’n 20 tot 25 procent gaan. Vakantieparken die niet vitaal meer zijn, en daarmee eigenlijk niet meer zijn te redden voor het toerisme en een andere bestemming nodig hebben.

Populaire vakantiebestemming
De Veluwe was een van de eerste vakantiebestemmingen in de jaren zestig toen het toerisme in Nederland opkwam. De mensen bleven veelal nog dicht bij huis in eigen land. Ze huurden een huisje aan zee of in het bos, een enkele durfal ging met de Alpenkreuzer achter de auto richting de Franse camping. De Veluwe werd in korte tijd enorm populair. Veel van de huidige parken stammen nog uit die tijd.

‘De wet van de remmende voorsprong’, noemt Rob van den Hazel, programmamanager Vitale Vakantieparken het. ‘Destijds liep de regio voorop qua vakantievertier, maar we zijn ingehaald door de tijd en de goedkope vliegvakanties, en daarnaast is in veel parken te lang te weinig geïnvesteerd.’ Het programma, dat sinds 2013 loopt, moet daar verandering in brengen. Elf gemeenten op de Veluwe werken daarin samen met de provincie Gelderland maar onafhankelijk van elkaar aan de revitalisering van hun eigen lokale vakantieparken. Ruim 20 procent van de parken behoort volgens Van den Hazel tot de landelijke top. Bij een grote middenmoot gaat het goed, maar zijn er verbeteringen mogelijk. En dan is er het deel waar het niet goed gaat en eigenlijk moet worden afgeschreven.

Toeristeneuro’s
De economische factor blijkt van groot belang bij de revitalisatie en eventuele herbestemming van de vakantieparken. Mensen op vakantie geven nu eenmaal gemiddeld meer geld uit dan mensen die (semi)permanent op een vakantiepark wonen. ‘Ze gaan naar een museum, eten een pannenkoek na een fietstocht en halen lekkere hapjes in huis’, zegt burgemeester Henk Lambooij van Putten, een van de elf deelnemende gemeenten. ‘Permanente bewoners van vakantiehuizen hebben een ander, vaak gematigder bestedingspatroon, en dat scheelt de lokale middenstand en horeca fors aan omzet. Wij willen het toerisme daarom zo goed mogelijk in stand houden en promoten.’

Het rijk heeft voor gemeenten een afwegingskader opgesteld voor lokale overheden die erover denken om wonen op recreatieparken toe te staan. Volgens het rijk kan dat helpen om lokaal de druk op de woningmarkt te verlichten, maar Lambooij ziet dat anders. ‘Die mensen wonen er al’, zegt hij. ‘Dus dat helpt niet om het woningtekort op te lossen.’ Een complexiteit, zegt de burgemeester, is dat de bestemmingsplannen van vakantieparken in de praktijk niet eenvoudig te wijzigen zijn. Veel parken liggen in een beschermd natuurgebied.

Niet meer te redden
Voor de verouderde parken, waar naast het probleem van permanente bewoning ook vaak andere zaken spelen als eenzijdige bewoning door arbeidsmigranten, drugsoverlast en ondermijning, zijn er binnen het programma Vitale Vakantieparken dus verschillende opties om het terrein een andere bestemming te geven.

Permanente bewoners van vakantiehuizen hebben een ander, vaak gematigder bestedingspatroon

De Veluwse gemeenten hebben in het programma afgesproken te werken volgens het ‘één park, één plan-principe’. Of het park blijft een vakantiebestemming, óf het wordt in z’n geheel omgevormd tot bijvoorbeeld een woonwijk of een plek waar arbeidsmigranten langer kunnen verblijven, inclusief aanpassing van het bestemmingsplan. Permanent wonen op een park waar ook vakantiegangers een midweek of lang weekeinde verblijven, is dan geen optie meer. Die afweging, zegt Lambooij, wordt per park gemaakt, na overleg met onder meer de eigenaar, de gebruikers van het park en ondernemers in de omgeving.  

Maar het omzetten naar een permanente woonwijk, zoals het rijk oppert als oplossing voor het woningtekort, is niet altijd een oplossing, zegt Lambooij – ondanks het feit dat ook in Putten starters op de huidige overspannen woningmarkt maar moeilijk aan een woning kunnen komen.

De burgemeester geeft aan dat de parken in zijn gemeente vaak te ver van de bewoonde wereld liggen. De vraag is overigens of dat voor starters die daardoor toch in de gemeente kunnen blijven wonen, een onoverkomelijk probleem is. Ook voldoen de vakantiehuizen, stacaravans en chalets die veelal stammen uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw meestal niet aan de eisen van deze tijd, er moet fors geïnvesteerd worden om ze op te knappen in overeenstemming met het Bouwbesluit.

Een complexiteit is het zogeheten ‘uitponden’, waarbij het park wordt opgeknipt van één eigenaar naar soms honderden kleine kavels met verschillende eigenaren. Dat is een optie, maar Putten is er geen voorstander van, ‘omdat dat de situatie vele malen complexer maakt’, zegt Lambooij.

Vakantiepark wordt woonwijk  
Dat het wel mogelijk is om een vakantiepark een woonbestemming te geven, laat Harderwijk zien. Ook die gemeente werkt conform het programma Vitale Vakantieparken. In Harderwijk hebben de afgelopen tijd twee parken een woonbestemming gekregen. Op het ene staan wat grotere losstaande vakantiehuizen in een bosrijke omgeving, het andere wordt gekenmerkt door kleine geschakelde huisjes met de typerende gasbetongevels uit die tijd. Dit voormalige vakantiepark oogt vriendelijk, de huisjes zijn of worden nog opgeknapt, de tuinen goed bijgehouden. En ondanks de naastgelegen snelweg is het er rustig. Een groene woonwijk, waar de Harderwijker graag wil wonen, zo lijkt het.

Vooralsnog levert de verandering in een woon­bestemming van de parken in Harderwijk nog niet veel nieuwe woningen op voor starters of andere geïnteresseerden op de woningmarkt. De mensen die er een huisje hadden en er vaak al illegaal permanent bivakkeerden, zijn er grotendeels blijven wonen. Maar de eerste huizen komen langzaamaan te koop voor marktconforme prijzen.

De vraag is: wat te doen met de aanzienlijke winsten die met de transformatie naar woonwijk behaald kunnen worden? Op de Veluwe wordt nagedacht over het afromen van deze winsten, om de opbrengsten te gebruiken voor investeringen in parken elders. Een ander gezichtspunt zou kunnen zijn dat via deze bestemmingswijziging de huizen worden toegevoegd aan de woningmarkt, waardoor op den duur doorstroming op gang komt.