Door Anne Mulder

Het is interessant om te zien hoe de Omgevingswet werkt. Er zijn in de praktijk een tweetal opvallende tegenstrijdigheden: flexibiliteit versus onzekerheid en samenhang versus eenvoud. De flexibiliteit die de Omgevingswet biedt schept kansen. Maar benutten we zonder duidelijke kaders ook in alle gevallen het volledige potentieel van een gebied? Dergelijke vragen kunnen leiden tot onzekerheden. Daarnaast vraagt de wet om een integrale aanpak, met als doel om processen te vereenvoudigen. De samenhang tussen de verschillende verantwoordelijkheden en partijen die daarvoor nodig is, is echter niet eenvoudig te organiseren.  

Anne Mulder Den Haag

De complexiteit laat zich uitstekend illustreren aan de hand van onze pilot met de herontwikkeling van het voormalige bedrijventerrein de Binckhorst. De wet biedt ruimte voor organisch ontwikkelen en flexibiliteit. Die vrijheid was heel welkom en bleek voor de herontwikkeling van de Binckhorst nodig om tot een werkbaar plan te komen. Het was immers nog onzeker of en wie er wilden gaan investeren in het omvangrijke plan. Door een plan te organiseren vanuit de participatiegedachte is er uiteindelijk meer betrokkenheid en begrip. Tegelijkertijd is dat lastig bij gebiedsontwikkelingen als de Binckhorst. Er is daar bijvoorbeeld vooral geparticipeerd met marktpartijen en zittende bedrijven omdat toekomstige bewoners ontbraken. Perspectief vanuit bewoners ontbreekt dan voor een groot deel. Dat is op te lossen met een denktank van betrokken inwoners. 
Aan de andere kant betekent meer flexibiliteit ook meer onzekerheid. Door het ontbreken van duidelijke kaders, bestaat het risico dat we de kansen van een gebied niet volledig benutten. Er is daarom altijd een mate van coördinatie nodig. Het is alleen zoeken naar de juiste balans en rolverdeling, ook binnen onze eigen gemeentelijke organisatie.  

Organisatorische kanteling 

Daarbij lijkt een organisatorische kanteling voor de hand te liggen. Hier werkten we als gemeente al langer naartoe, want de huidige samenleving vraagt om meer integraliteit en transparantie. De Omgevingswet bevestigt de maatschappelijke trend en versterkt de noodzaak om de verschillende verantwoordelijkheden in een vroeg stadium te verbinden. Om die reden hebben we onder andere een Programmadirecteur voor de Binckhorst aangesteld, die dwars door de organisatie heen de verschillende verantwoordelijkheden aan elkaar koppelt zodat de stappen in het proces integraal worden gezet. Dit werkt goed en inmiddels werken we nu voor alle ontwikkelingsgebieden met een Programmadirecteur.  
We zijn als gemeente aardig op weg, maar de nieuwe rolverdeling kost tijd. Het is voor iedereen zoeken naar de juiste positie en het is geen gemakkelijke opgave om meer samenhang en eenvoud met elkaar te verbinden. Duidelijke communicatie is hierbij essentieel, waarbij we het begrip ‘participatie’ al aan de voorkant goed moeten toelichten. Is participatie meedoen, meepraten of meebeslissen? Hier moeten we vooraf heel duidelijk in zijn, zodat iedereen weet wat zijn positie en rol is binnen een project.  

Maatwerk per gebied 

We hebben tot nu toe goede ervaringen met de Omgevingswet voor het plan Binckhorst, maar daarmee is het niet gezegd dat het elders net zo werkt. Elk gebied heeft zijn unieke kenmerken. Binckhorst is eigenlijk een stadje in een stad. En bij de start van het project waren er in het kader van burgerparticipatie nog weinig betrokkenen, simpelweg omdat er toen nauwelijks mensen woonden. Ik kan me voorstellen dat je bij andere ontwikkelingslocaties weer met hele andere uitdagingen te maken hebt. Het is telkens per project zoeken naar de juiste balans tussen flexibiliteit versus onzekerheid en eenvoud versus samenhang.  

Anne Mulder is wethouder in gemeente Den Haag.

Meer informatie