Door Floris Voorink
Hoe ik tegenover de Omgevingswet sta? Ik ben er heel blij mee, maar vraag me dit over vijf jaar nog maar eens. Ik merk nu, dat als de bouwplannen concreet worden, mensen geneigd zijn om in hun oude rol terug te vallen. De raad, vaak aangespoord door bewoners zelf, omdat deze achteraf toch kaders zoeken als houvast en zekerheid. Mensen zijn bijvoorbeeld bang dat ze hun wijk niet meer herkennen of dat er te veel woningen worden gebouwd. Hoe verenigen we flexibiliteit en rechtszekerheid? Dat levert soms spanningen op. Maar juist als het spannend wordt, moet je durven doorpakken. Ik ben trots dat we dit als gemeente met elkaar gedurfd hebben. Het heeft ons tot dusver een aantal mooie ontwikkelingen opgeleverd en bovenal; nieuwe inzichten.
Pilot 1221 Hilversum
We werken al een aantal jaar in de geest van de Omgevingswet. Hiervoor hebben we verschillende pilotprojecten gedefinieerd. Van klein - zoals samen met bewoners in de wijk een lijst met beschermde bomen opstellen - tot groot, namelijk ons project ‘Hilversum 1221’. Dit betreft leefbaarheid van postcodegebied 1221 Hier zijn we vanaf dag één samen met bewoners, investeerders / ontwikkelaars, maatschappelijke partners, milieuorganisaties en andere partijen van buiten het ruimtelijk domein mee bezig. In eerste instantie was onze rol vooral faciliterend, zoals het leggen van contacten. Pas in een later stadium zijn we betrokken en hebben we onze opgaven en wensen aangegeven. Het was een bewuste keuze om ons aan de voorkant niet te veel te bemoeien met het project, met als risico dat je niet weet wat eruit komt. Dat is natuurlijk enorm spannend, maar hierdoor zijn er wel zaken aan de orde gekomen die anders vermoedelijk onderbelicht waren gebleven. Zo blijkt er in de wijk behoefte aan plek voor ontmoeting. Ik denk dat ons plan volgens de traditionele gang van zaken er anders uit had gezien.
Grotere betrokkenheid
Het werkt ook andersom: doordat bewoners vanaf het eerste moment bij de ontwikkeling betrokken zijn, zien zij ook de complexiteit ervan. Het is veel minder zij versus wij. Voorheen vond men elkaar vooral in de gedachte dat de gemeente iets niet goed gedaan hadden. Nu merk je dat er veel meer begrip komt voor bepaalde keuzes die wij maken, omdat het waarom hierachter duidelijker is. De kloof tussen burger en politiek wordt hierdoor minder groot. Daarnaast merk ik ook dat de mensen meer betrokken zijn bij hun eigen omgeving. Alleen dit al lijkt me een enorme winst.
Rolverdeling en verwachtingen
Iedereen moet wennen aan de nieuwe rollen en het is soms nog onduidelijk hoe de rolverdeling precies is. Burgers worden gevraagd mee te denken in het kader van participatie, maar meedenken betekent niet automatisch dat alle inbreng standaard uitgevoerd wordt of meegenomen in de plannen. Die garantie kunnen we niet geven en daarom moeten we al aan de voorkant de juiste verwachtingen creëren. Aan de andere kant merk je dat er ook behoefte is aan duidelijkheid. Een mate van vrijheid en flexibiliteit is fijn, maar geeft ook onzekerheden. Hier moeten we met elkaar een juiste balans in vinden. Terug naar de oude situatie is sowieso uitgesloten. Het is nu ondenkbaar dat we aan de voorkant alles dichtregelen en dat de bewoner alleen komt kijken als we het lintje doorknippen. Dus laten we gewoon per 1 januari aan de slag gaan met de nieuwe wet. We zijn als gemeente redelijk goed voorbereid, dus ik denk dat we een heel eind kunnen komen, maar we moeten ook nog een hoop leren met elkaar.
Floris Voorink is wethouder in de gemeente Hilversum